WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

De Egyptische Hemel en Hel.

Hoofdstuk 6
Tweede divisie van de Duat

1. Het koninkrijk van KHENTI-AMENTI-OSIRIS,
volgens het boek Amduat.


De God AFU-RA komt nu in de regio URNES, dat zijn naam ontleent aan de rivier die er doorheen stroomt. Het is 309 of 480 'atru' of leagues (4828 m) in lengte en 120 breed. URNES is een onderdeel van de domeinen van OSIRIS-KHENTI-AMENTI, de grote God van Abydos en het vormde zonder twijfel een deel van SEKHET-HETEPET volgende de oude theologie van Egypte.
De boot van AFU-RA bevindt zich nu onder de leiding van de Godin van het tweede uur van de nacht, SHESAT-MAKET-NEB-S  en de uraei van Isis en Nephthys zijn toegevoegd aan de bemanning. Direct ervoor bevinden zich vier boten, die uit zichzelf bewegen. De eerste bevat de volle maan, waarvan Osiris een vorm is. De tweede bevat het embleem van de Godheid van de oogst, de derde bevat de symbolen van een andere agrarische Godheid en de vierde bevat de personificatie van de Graangod.
Alle vier de boten bevatten ofwel vormen ofwel symbolen van Osiris in zijn verschillende hoedanigheden als de God van het ploegen, het zaaien en het oogsten en van het graan vanaf de tijd dat het ontkiemt tot aan het oogstseizoen.

Als AFU-RA is aangekomen in URNES, richt hij zich tot de Goden van de regio, die worden genoemd "BAIU-TUATIU" en zegt hen hun deuren te openen opdat zij lucht mogen ontvangen en vers voedsel en water, in ruil voor de moedige daden die zijn hebben gedaan namens AFU-RA.
Het lijkt er op dat een deel van deze divisie, de volgelingen van Osiris en Ra moesten strijden tegen Apep en zijn vrienden en dat in ruil voor hun diensten de God ze hier een plaats gaf om te wonen met een overvloed van tarwe en gerst etc. Als antwoord heten de Goden AFU-RA vanharte welkom en smeken hem om de duisternis in AMENTI te laten verdwijnen en om de slangen HAU en NEHA-HRA te doden. (zie het tweede uur uit het Amduat) Zij beloven dat diegenen die zijn boot zullen leiden, Apep zullen vernietigen, dat Osiris zal komen om hem te ontmoeten en hem zal wreken en dat hij zal rusten in AMENT en de volgende morgen tevoorschijn zal komen in het Oosten onder de vorm van KHEPERA.
Na deze speech leiden ze AFU-RA naar een 'staat van vrede' in SEKHET-EN-PERTIU, "Het Veld van de Graangoden", waarin de reeds beschreven boten van de Graangoden zijn. In dit toevluchtsoord rust AM-RA en elke volgeling van Osiris hoopt zijn voorbeeld te volgen.


Als we voor een moment de groep goddelijke wezens, die staan op de oevers van de rivier URNES beschouwen, wordt het duidelijk dat elke God of Godin behoort tot het gezelschap van Osiris.
Aan de rechterkant van de boot staan zes Goden die ofwel een korenaar dragen ofwel vasthouden en zijn verbonden met de groei van het graan
(zie het tweede uur uit het Amduat). Goden gewapend met messen en verbonden met de oogst. Goden der seizoenen, elk een gekerfde palmstok vasthoudend. De God van het jaar. De Goden van Sothis en ORION, OSIRIS-UNNEFER, AKHABIT, Anubis, de "Eater of the Ass"*) etc.


*) Dit is de naam gegeven aan een slang die is gezien bij het aanvallen van een ezel (ass) in het elfde hoofdstuk van het "Boek der Doden" en die een vorm is van de God Set. De Ezel(?) is waarschijnlijk een vorm van de Zonnegod Ra. "De eter van de grote fallus", d.w.z. de Ezel(?) was ook een macht van het kwaad, maar hier is hij aangetroffen gezeten onder weldoende Goden.


Aan de linkerkant van de boot zijn zes Godheden, elk met een fallus in de vorm van een mes. De dubbele God Horus-Set, diverse Goden met dieren en vogelkoppen. Godinnen met en zonder uraei op hun hoofd. De 'Staf' van Osiris. De slang-beschermer van Osiris en ga zo maar door.
De Goden aan de rechterkant van AFU-RA zijn zij die hem "de seizoenen en de jaren die in hun handen zijn" geven en zo gauw hij tot hen spreekt, "hebben ze leven door zijn stem". Bovendien vertelt hij hen wat te doen en hij beveelt dat de kruiden van het Veld van URNES in overvloed aan hen gegeven moet worden.


Nekht spietst "The eater of the Ass".


De taken van deze Goden zijn eenvoudig, zij voorzien de volgelingen van AFU-RA, d.w.z. de zielen die er in geslaagd zijn om zijn boot te betreden, met groene kruiden, ze geven hen water en ze steken de vuren aan die er zijn om de vijanden van Ra te vernietigen.
Het is echter niet zo makkelijk om hun positie te begrijpen.
Al deze Goden staan onder het bewind van AM-NEBAUI, die "De heer van dit Veld" is, maar het lijkt er op dat ze nog steeds in een staat van inertie zijn totdat AFU-RA binnenkomt en op hen schijnt en ofschoon ze hun taken hebben en weten hoe ze uit te voeren, wordt door de teksten gesuggereerd dat ze niets doen totdat hij tot hen spreekt. M.a.w. ze zijn slechts dode Goden totdat het woord van macht gesproken door AFU-RA, hen aanzet tot het produceren van graan waarmee ze zichzelf en de volgelingen van Ra voeden.
Op deze manier is de macht van Amen-Ra getoond. Zijn dode lichaam, d.w.z. de nachtzon, is in staat om al de Goden van het koninkrijk van Osiris opnieuw te bezielen en ze te laten werken.


De Goden aan de linkerkant dienen in de eerste plaats AFU-RA te loven, nadat hij URNES heeft betreden, vervolgens "bewaken ze de dag en brengen de nacht totdat de grote God tevoorschijn komt in het Oosten van de hemel". Naast dat het hun plicht is om de God te attenderen op de woorden van degenen op aarde en het ervoor zorgen dat de zielen bij hun vormen komen, zijn ze ook betrokken bij de "offers van de nacht" en de voltrekking van de omverwerping van de vijanden.
Uit deze passage is het duidelijk dat de Egyptenaren geloofden dat de woorden uitgesproken op aarde werden overgebracht naar AFU-RA door zijn dienaren en het is moeilijk om niet te denken dat zulke woorden in de vorm van smeekbedes of gebeden moeten zijn geweest, al was het maar voor sepulcrale offers.


Zodra AFU-RA de Divisie gepasseerd is en zijn licht hun begint te verlaten, schreien alle Goden van URNES hun geweeklaag en uitten jammerklachten omdat hij hun heeft verlaten.
Uit de samenvatting van het boek Amduat kunnen we opmaken dat de afbeeldingen en teksten die verwijzen naar deze Divisie van de Duat of Uur van de Nacht, werden verondersteld om bepaalde krachten te bezitten. En de gelovigen dachten dat als ze de namen van de Goden wisten, hij een plaats zou krijgen in de verblijfplaats in URNES en erover zou reizen met de God en de macht zou hebben om de aarde en de Duat te betreden en zo ver te gaan als de pilaren die de hemel ondersteunen, zou reizen over de slang AMU-AA (d.w.z. "Eter van de Ezel"), het brood zou eten bestemd voor de Boot van de Aarde en het geparfumeerde smeersel van de God TATUBA zou delen.
Bovendien wordt gesteld dat de man die offert aan de BAIU-TUATIU (d.w.z. de goddelijke zielen van de Duat) ze bij hun namen noemend, in waarheid ontelbare voordelen zal ontvangen op aarde.
De teksten geven deze feiten weer als zeer belangrijk, want zij bewijzen dat in vroege tijden werd geloofd dat de verblijfplaats van de gezegenden in URNES was en dat het doen van offers voor de doden was ingeprent als een verdienstelijke daad en dat het werd verondersteld om dat te loven dat offers bracht voor hem zelfs terwijl hij op aarde was.
In het voorbijgaan kan ook worden opgemerkt dat de hemel URNES enigszins exclusief was want alleen de aanhangers van Osiris en Ra werden toegelaten.

 

Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk


Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 

 
Rechts