|
Boek der Doden |
Bezwering 156 |
Bezwering 1561 |
P |
1 |
|
Bezwering voor een knoop-amulet van rood jaspis. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N. Hij zegt: |
S |
|
|
Gij heeft uw bloed, O Isis; gij heeft uw macht, O Isis; gij heeft uw magie, O Isis. Het amulet is een bescherming voor deze Geweldige, die iedereen die een misdrijf tegen hem wil plegen zal verdrijven. |
T |
1 |
|
Om te zeggen over een knoop-amulet van rood jaspis, bevochtigd met sap van de 'leven-zit-er-in' (life-is-in-it) fruit en versiert met sycomorenhout en geplaatst op de hals van de overledene op de dag van de teraardebestelling. |
|
2 |
|
Wat betreft hij voor wie dit is gedaan, de macht van Isis zal de bescherming voor zijn lichaam zijn en Horus, zoon van Isis zal zich verheugen als hij hem ziet; geen enkel pad zal voor hem verborgen zijn en één kant van hem zal richting de hemel zijn en de ander richting de aarde. |
|
3 |
|
Een ware kwestie; gij zult niemand het laten zien in uw hand, want er bestaat niets wat hetzelfde is. |
|
Bezwering 156, BM 10471-15
Rechts detail:
Nakht een doek vasthoudend, zit op een stoel met leeuwenpoten, ruikend aan een lotus voor een tafel bezaaid met offergaven en een grote knoop-amulet. |
|
|
|
Bezwering 156, BM 10088-7
Bezweringen 156, 157 en 159, bovenaan links, Tint-Djehutyt staat in adoratie voor een plaat, waarop een papyrus-column is gegraveerd. (Bezwering 159)
De andere details zijn van een knoop amulet. (Bezwering 156) En een gouden gier-amulet (Bezwering 157)
Rechts detail, is van bezwering 156. |
|
|
1 |
Gebaseerd op Aa1 (18de dynastie) Vignet van Aa toont de knoop-amulet. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Aa |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nb.sny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) |
Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseni (1876), Edouard Naville. |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|