|
Boek der Doden |
Bezweringen 141 en 142 |
Bezweringen 141 en 1421 |
P |
1 |
|
Boek dat gereciteerd dient te worden door een man voor zijn vader en zoon: het is een voordracht voor de festivals van het Westen. Het betekent dat hij waardig zal worden bevonden door Re en door de goden en dat hij ben hen zal zijn. |
|
2 |
|
Om te zeggen op de dag van het Festival van de Nieuwe Maan: |
S |
1 |
|
Offergaven van brood en bier, ossen en gevogelte, geroosterd vlees en wierook op het vuur aan Osiris, Vooraanstaandste van de Westerlingen; aan Re-Horakhty; an Noen; aan maat; aan de Bark van Re; aan Atoem; aan de Belangrijke Enneade; aan de wat mindere Enneade; aan Horus, Heer van de weseret-kroon; aan Shu; aan Tefnut; aan Geb; aan Noet; aan Isis; aan Nephthys; |
|
2 |
|
aan het Verblijf van Kas, de Meesteres van Allen; aan de Storm in de hemel die de god hemelwaarts draagt; aan het Stille Land en Zij die daar woont; aan Zij van Chemmis, de edele goddelijke Vrouwe; aan Zij die zeer geliefd is, de roodharige; aan Zij die beschermd in het leven, de veelkleurige; aan Zij wiens naam macht heeft in haar vaartuig; aan de Stier, het mannetje van de kudde; |
|
3 |
|
aan de Goede Macht, de goede stuurman van de noordelijke hemel; aan de Zwerver die de Twee Landen leidt, de goede stuurman van de westelijke hemel; aan de Zonneschijn-god die woont in het Verblijf der Personificaties, de goede stuurman van de oostelijke hemel; aan hem die woont in het Verblijf der Roden, de goede stuurman van de zuidelijke hemel; |
|
4 |
|
aan Imsety, aan Hapy, aan Duamutef; aan Qebehsenoef, aan de Zuidelijke Conclaaf; aan de Noordelijke Conclaaf; aan de Nacht-bark; aan de dag-bark; aan Thoth; aan de Goden van het Zuiden; aan de Goden van het Noorden; aan de Goden van het westen; aan de Goden van het Oosten; |
|
5 |
|
aan de Gehurkt zittende Goden; aan de Goden der offers; aan de Per-wer2; aan de Per-neser2; aan de Goden van de (Graf)heuvels; aan de Goden van de Horizon; de Goden van de Velden; aan de Goden van de Verblijven; aan de Goden van de Tronen; aan de Wegen van het Zuiden; aan de Wegen van het Noorden; aan de Wegen van het Oosten; aan de Wegen van het Westen; |
|
|
2 |
Betekenis Per-neser en Per-wer
In het Oude Egypte waren er 2 heiligdommen, genaamd Per-wer ("Paleis of Geweldig Huis"), het heiligdom van Boven Egypte, en Per-nu (of Per-neser: "Huis der Vlammen"), het heiligdom van Beneden Egypte. Per-wer was het heiligdom van Nekhbet, de gier godin, in het zuiden en de slangen godin Wadjet had haar heiligdom Per-neser in het noorden.
Per-wer symboliseerde de hemel en goddelijkheid en Per-neser werd geassocieerd met het rijk van de goden en de plaats van wedergeboorte en de vernieuwing van leven.
Wedergeboorte
Moge Per-neser een plaats zijn voor zij die op zoek zijn naar hun innerlijke rust en kracht, waar zij deze in alle veiligheid en zorgzaamheid mogen vinden om van daaruit hun volle potentieel tegemoet te wandelen! |
|
6 |
|
aan de Toegangen van de Andere Wereld; aan de Poorten van de Andere Wereld; aan de Geheime Deuren; aan de Geheime Toegangen; aan de Poortwachters van de Andere Wereld; aan Hen met verborgen gezichten die de wegen bewaken; aan de Bewakers van hen die jammeren; aan de Bewakers van de Woestijnen die vriendelijke gezichten tonen; aan hen van de hitte, die vuur geven; aan Hen van de stoven; aan Hen die de vuurvlam in het westen onthullen en doven. |
Onder: Bezwering 141 en 142, BM 10479-4 |
Vignette genaamd bezwering 143 wat niet correct is, deze illustreert de bezweringen 141 en 142
De twee barken van de zonnegod, de bovenste beschermd door een udjat-oog,
worden getoond boven 10 godheden, de meesten van hen zijn leden van de Heliopolitaanse Enneade. |
|
Bezwering 143 bestaat niet. |
1 |
R1 (Pers./Ptol.) en andere latere teksten waren blijkbaar de eersten die dit materiaal van elkaar gescheiden hebben. In 18de dynastie documenten zoals Ea2, Cc3 en Ce4 zijn de bezweringen 141 en 142 § S 1 gecombineerd, maar worden 141 § P 1 en 142 § P weggelaten. Hun vignetten verschillen ook van die bezwering 143 wordt genoemd in R1. De vertaling hier is gebaseerd op Ea2. Bezwering 141 § P 1 komt uit Cg5 (21ste dynastie). 141 § P 1 variant komt uit R1. Ec6 (21ste dynastie).levert 142 §§ 8 2-5 en
T alsmede de eerste variant van § T, Terwijl 142 § P, § S variant 2-5, en de tweede variant van § T zijn toegevoegd uit R1.
Vignette van TT 827 (18de dynastie) toont koeien met hun stier, genoemd in 141 § S 2.
Vignette van Ba8 (19de dynastie) in twee delen heeft (1) N. en zijn vrouw tijdens het geven van plengoffers en wierook voor (2) Osiris zittend op een troon in zijn heiligdom terzijde gestaan door Isis en Nephthys.
Ec6 toont koeien met hun stier en tevens sturende roeiers (zie 141 § S 2-3). In R1 en latere documenten beeld het vignette genaamd bezwering 143 N met de barken van Re af. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
R |
Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-Sw-&fnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) |
"OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |
2 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nwnw uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
3 |
Cc |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Imn-Htp gekocht in Thebe, Caïro (Pap. Boulak 21) |
A. Mariette, Les papyrus egyptiens du Muse de Boulaq ... III (1876) Pls. 6-8, 4-5, 1-3, 9-11 ;* Nav. |
4 |
Ce |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189.
|
E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908) |
5 |
Cg |
21ste dynastie hiëratisch papyrus van GAt~zSn uit Thebe, Caïro |
ibib. II (1914) |
6 |
Ec |
21ste dynastie hiëratisch papyrus van N (y)-s(y)-tA-nb(t)-iSw uit Thebe (TT 320), BM 10554
|
E.A. Wallis Budge, Het Greenfield Papyrus in het British Museum (1912) |
7 |
TT 82 |
Beschilderd gips in een 18de dynastische tombe en grafkamer van Amenemhat in Thebe. |
LD III 38 and Text II 266-69;
Nav. (Ta) |
8 |
Ba |
19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Nxt-Imn uit Thebe(?), Berlijn pap. 3002 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|