|
Boek der Doden |
Bezweringen 71 |
Bezwering 711 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het naar buiten gaan bij dag. |
|
2 |
|
Om te zeggen door een pure man. N. zegt; |
S |
1 |
|
O gij valk die opstijgt uit de Diepte, Heer van de Hemelse wateren, maak me gezond zoals gij uzelf gezond maakt. Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
2 |
|
O gij valk binnenin het heiligdom, moge ik aan Hem, die een tooi met franjes heeft, bekend worden gemaakt: zo zegt Horus de zoon van Isis.
O Horus zoon van Isis, maak me gezond zoals jij jezelf gezond maakt. Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
3 |
|
O Horus in de zuidelijke hemel, O Thoth in de noordelijke hemel, kalmeer voor mij de woedende vurige slang, sta op Maat voor mij jegens Hem die zij lief heeft; zo zegt Thoth.
O Thoth,
maak me gezond zoals jij jezelf gezond maakt. Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
4 |
|
Ik ben de wened-bloem van Naref, de nebheh-bloem van de verborgen horizon; zo zegt Osiris.
O Osiris, maak me gezond zoals jij jezelf gezond maakt. Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
5 |
|
O gij, die slecht ter been is, die in actie is, Heer van de Twee Aankomelingen; als de Twee Aankomelingen leven, maak me gezond zoals jij jezelf gezond maakt. Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
6 |
|
O gij van Nekhen die in jouw Ei zijn, Heer der Hemelse Wateren, maak me gezond zoals jij jezelf gezond maakt. Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
7 |
|
Sta op, O Sobek in het midden van uw rivier-oever; sta op, O Neith, in het midden van uw oeverland.
Bevrijd hem, laat hem vrij, zet hem op aarde, zorg dat er van hem gehouden wordt; zo zegt de Heer met Eén-gezicht met betrekking tot mij. |
|
8 |
|
O gij zeven knopen, de armen van de balans op die nacht van het goed zetten van het Gezonde Oog, die hoofden afhakken, die nekken breken, die harten wegnemen, die harten wegrukken, die er een slachtpartij van maken in het Eiland van Vuur: ik ken jullie, ik ken jullie namen: mogen jullie mij kennen net zoals ik jullie namen ken: als ik jullie bereik, mogen jullie mij bereiken: als jullie door mij leven, moge ik door jullie leven: Moge gij mij laten bloeien met dat wat in jullie handen is, de staf die zich in jullie greep bevindt.
Moogt gij voorbestemmen dat ik jaarlijks leef:
Moogt gij aan mij verlenen, vele jaren van leven bovenop mijn jaren van leven; vele maanden bovenop mijn maanden van leven; vele dagen bovenop mijn dagen van leven; vele nachten bovenop mijn nachten van leven, totdat ik vertrek.
Moge ik stijgen om een gelijkenis van mijzelf te zijn, moge mijn adem bij mijn neus zijn, moge mijn ogen zien in het gezelschap van hen die in de horizon zijn op die dag van
de ondergang van de rover. |
T |
1 |
|
Voor wat betreft hem die deze bezwering zal reciteren, het betekent welvaart op aarde met Re en een prachtige begrafenis met Osiris; het zal zeer goed gaan met een man in het rijk der doden en dagelijks zal er brood aan hem gegeven worden in de Aanwezigheid. |
|
2 |
|
Een aangelegenheid, miljoenen keren waar. |
Onder: BM 10086 |
|
Rechts: BM 10086 detail.
De Hemelse Koe Mekhwert met een ankh om haar nek, rust op een lage sokkel kijkend naar een valk met opgeheven vleugels. |
|
1 |
Gebaseerd op Aa1 (18de dynastie), met § T toegevoegd uit Pc2 (18de dynastie). Het vignet van Aa1 toont N. knielend in gebed ("de aarde kussend" in de legende) aan "de Grote Overstroming, vrouwe van de hemel, meesteres van de Twee landen", die is afgebeeld als een koe liggend op een rieten mat, de zonneschijf met cobra dragend.
In Pc2 knielt N. in gebed voor de zonnegod Horus als valk, Thoth en Osiris. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Aa |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nb.sny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) |
Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseni (1876), Edouard Naville. |
2 |
Pc |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van §nnA L3074 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|