|
Boek der Doden |
Bezweringen 66 en 67 |
Bezwering 661 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het naar buiten gaan bij dag. |
|
2 |
|
N. zal zeggen; |
S |
1 |
|
Ik weet dat ik zwanger ben geworden van Sakhmet en ben geboren door Satis. |
|
2 |
|
Ik ben Horus, die voortkwam uit het oog van Horus, ik ben Uto die voortkwam uit Horus, ik ben Horus die vloog, ik heb geschenen op de top van Re in de voorsteven van zijn bark, die zich in de Diepte bevind. |
|
Bezwering 672 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het openen van de tombe. |
|
1 |
var |
Bezwering voor het openen van de Andere Wereld en het naar buiten gaan bij dag. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.; |
|
|
|
a |
S |
|
|
De spelonk is geopend voor hen die in de Diepte zijn en zij die in het zonlicht zijn, zijn vrijgelaten. De spelonk is geopend voor Shu en als hij eruit komt, kom ik er ook uit. Ik zal afdalen in de opening van de aarde. Ik zal de ......... ontvangen, want ik heb de koorden gepakt in het huis van Hem die de baas is over de ankerplaats-palen. I zal afdalen naar mijn zetel die in de bark van Re is; moge ik niet lijden omdat ik ben beroofd van mijn zetel in de bark van Re de grote die opstijgt en schijnt in het vaarwater van het meer. |
|
|
|
b |
S |
|
|
Ik begeef mij op mijn zetel in de bark van Re. Moge ik niet verontrust worden doordat ik zonder boot ben, op mijn zetel in de bark van Re. |
Bezwering 67 BM 10477 - 15 |
|
1 |
Gebaseerd op TT 821 (18de dynastie), met weglatingen in § S2 geleverd door Pf2 (18de dynastie) en latere teksten. Vignette van R3 (Pers.-Ptol.), geplaatst met tekst van Bezwering 61, toont N. met de armen langs zijn zij. Het figuur is zo niet-specifiek dat R het vooral niet op zijn plaats gebruikt, tevens bij de teksten van Bezweringen 45 - 48 en 59. |
2 |
Gebaseerd op Ea4 (18de dynastie), met § P1 variant toegevoegd uit Pb5 (18de/19de dynastie). Vignette van T6 (Ptol.) is verwant aan die van R3 (Pers.-Ptol.) voor Bezwering 65. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
TT 82 |
Beschilderd gips in een 18de dynastische tombe en grafkamer van Amenemhat in Thebe. |
LD III 38 and Text II 266-69;
Nav. (Ta) |
2 |
Pf |
18de dynastie, linnen lijkwade van
Imn-m-Hb uit Thebe(?), L3097 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
3 |
R |
Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-Sw-&fnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) |
"OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |
4 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
5 |
Pb |
18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van &wri , L3092 |
Bv. Nav. |
6 |
T |
Ptolemeïsch hiërogliefen papyrus van Iw.f-anx, Turijn. |
R. Lepsius, Das Todtenbuch der Ägypter (1842) |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|