|
Boek der Doden |
Bezweringen 55 t/m 57 |
Bezwering 551 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het geven van lucht in god's domein. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.: |
S |
1 |
|
Ik ben de jakhals der jakhalzen; ik ben Shu die lucht zuigt in de aanwezigheid van Zonlicht tot de grenzen van de hemel en de grenzen van de aarde en de grenzen van de ┌vlucht┐ van de nebeh-vogel. |
|
2 |
|
Lucht is mij gegeven <door> deze jongeren. Ik open mijn mond, ik kijk met mijn ogen. |
|
BM 10086 Bezwering 55
Rechts detail:
Ta-Amen-iw staat met een lotus in haar ene hand en een zeil in haar andere hand, voor een offertafel afgedekt met een lotus, daarachter staat Osiris die een was-scepter vasthoudt. |
|
|
Bezwering 562 |
P |
1 |
|
Bezwering om lucht te ademen te midden van de wateren in god's domein. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.: |
S |
1 |
|
O Atum, moogt gij aan mij de verfrissende adem geven die in uw neus is. Ik ben het die deze (grote) zetel inneemt in het midden van Hermopolis. Ik heb dit ei van 'De Grote Kakelaar' bewaakt.
Als ik bloei, bloeit het. Als ik leef, leeft het. Als ik lucht adem, ademt het lucht. |
|
2 |
|
Mijn Ziel (klampt zich vast) aan u, mijn heer Atum. Omcirkel het, louter het. Deze (ziel) valt (beschermend) over de naam van Osiris N. |
Rechts BM 10253
Bezwering 56
Padiamennebnesutawy knielt in adoratie voor Atum, die zit, de Dubbele Kroon dragend en een zeil op zijn knieën vasthoudt, aldus verzekerd zijn van lucht in de Andere Wereld. |
|
|
Bezwering 573 |
|
|
|
a |
P |
1 |
|
Bezwering om lucht te ademen en water beschikbaar te hebben in god's domein. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.: |
S |
1 |
|
O Inundatie, Oudste van de hemel in deze uw naam van Cultivator van de Hemel, moogt gij mij over water laten beschikken, zoals Sekhmet die Osiris beroofd op die stormachtige nacht. |
|
2 |
|
Zie, escorteer naar mij de Ouderen, die presideren over de zetel van de Vloed. Zoals ze hun augustus god escorteren wiens naam ze niet kennen, mogen ze mij vergelijkbaar escorteren. |
|
|
|
b |
S |
1 |
|
Mijn neus is geopend in Busiris.
Variant: Mijn mond en neus zijn geopend in Busiris. Mijn offerande is in Heliopolis, dit huis van mij gebouwd door Seshat en op wiens muren Chnoem voor mij stond. |
|
2 |
|
Als een wind uit het noorden komt, zit ik in het zuiden; als een wind uit het zuiden komt, zit ik in het noorden; als een wind uit het westen komt, zit ik in het oosten; als een wind uit het oosten komt, zit ik in het westen. |
|
3 |
|
Ik plooi de huid van mijn neus. Ik verwerf toegang tot de plaats waar ik wens te zitten. |
|
|
|
c |
S |
|
|
Ik heb macht over mijn mond en neus. "Gij bent inderdaad Atum", zeggen zij, de goden en de gezegenden. "Gaat u zitten, (Heer van Allen, want gij bent) Atum", zegt de groene scheut die voortkwam na een oproep van uw (monden), (O goden). Zie ik ben Atum. |
|
|
|
d |
S |
|
|
(O) wilgen(-god en) Krokodillen Demonen, ik zal niet worden weggehouden bij ┌de gehavende┐. Ik ben N. Mijn vlees zal niet worden gesneden; mijn vlees --- daar zal niet worden afgehakt.
Zie, (ik) ben gekomen, ik heb onderzocht, ik ben voortgegaan, met hem ben (ik) heengegaan.
(Maar) mijn bejaarde vader de Diepte, zorgt er voor dat ik leef. Hij heeft me van voedsel voorzien, hij heeft mijn vaderlijke erfenis daarginds geregeld.
|
|
BM 9949 Bezwering 57
Rechts detail:
Khary staat in een poel een zeil vasthoudend omgeven door waterstromen, aldus zekerheid hebbend dat hij lucht zal ademen en macht over het water heeft. |
|
|
1 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie). § S 2 is van Lb2 (19de dynastie) met correcties van CT. Vignette van Pp3 (18de/19de dynastie) toont N. knielend met in beide handen een zeil. |
2 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie), welke eindigt met § S 1; § S 2 is toegevoegd vanuit R4 (Pers.-Ptol). Vignette van Ax5 (18de dynastie) toont N. een zeil vasthoudend. |
3 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie) voor a en b en op Pb6 (18de/19de dynastie) voor c en d met correcties in c vanuit CT. Vignette van Ap7 (19de dynastie of later) toont N. met een zeil vasthoudend en omgeven door waterstromen. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 |
Lb |
19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ra uit Memphis, Leiden T 5 |
Nav.; Pleyte I, tegenover p. 16 |
3 |
Pp |
Fragmenten van een 18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus vanWiA uit Thebe(?). Parijs, collectie van Prins Ladislas Czartoryski |
Nav. |
4 |
R |
Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-Sw-&fnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) |
"OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |
5 |
Ax |
18de dynastie hiërogliefen papyrus vanBAksw uit Thebe, collectie van Mrs. Dent, Sudely |
Nav. |
6 |
Pb |
18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van &wri , L3092 |
Bv. Nav. |
7 |
Ap |
19de dynastie (of later), hiërogliefen papyrus van Khary Wesay uit Memphis(?). BM 9949 |
Nav. |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|