|
Boek der Doden |
Bezweringen 11 t/m 14 |
Bezwering 111 |
|
|
|
a |
P |
1 |
|
Bezwering voor het voortgaan tegen een vijand in het Domein van God. |
|
2 |
|
Te zeggen door N.: |
S |
1 |
|
O eter van zijn deel, ga uit mijn weg, (want) ik ben Ra. Ik ben opgestegen vanuit de horizon tegen mijn vijand. Hij is aan mij gegeven, hij kan niet van mij gered worden. |
|
2 |
|
Ik heb mijn arm verlengd als heer van de Boven-Egyptische kroon. Ik heb mijn benen uitgestrekt ┌als één die de zonsopgangen versneld┐. Zorg ik er niet voor dat er één valt door mijn toedoen? Het is mijn vijand. Hij is aan mij gegeven, hij kan niet van mij gered worden. |
|
|
|
b |
S |
|
|
Ik heb gestaan als Horus, ik heb gezeten als Ptah. Ik ben krachtig gegroeid zoals Thoth, ik ben machtig geworden zoals Atoem. Ik loop met mijn voeten, ik spreek met mijn mond, om mijn vijand te zoeken. Hij is aan mij gegeven, hij kan niet van mij gered worden. |
|
Bezwering 122 |
P |
1 |
|
Een andere bezwering voor het binnengaan en het voortgaan uit het Domein van God. |
|
2 |
|
Te zeggen (door) N.: |
S |
|
|
Groeten (aan u, Ra). Ziedaar nu, de mysterieën aan de poorten --- de scepter en deze staak van Geb en deze balans van Ra, waarin hij elke dag de Waarheid weegt. Ziedaar, ik schoffel de aarde. Moogt gij mij oud laten worden. |
|
Bezwering 133 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het binnengaan en het voortgaan uit het westen. |
|
2 |
|
Om gezegd te worden door deze (N.): |
S |
|
|
(Het mijne is de hele mensheid, in zijn geheel aan mij gegeven) Ik ben naar binnen gegaan als een valk, ik ben voort gegaan als een feniks. Morgenster maak plaats voor mij, opdat (ik) Ra kan aanbidden in het prachtige westen. Kapper van Osiris, binder van de honden van Horus4, maakt plaats voor mij, opdat ik Osiris de Heer van het Leven kan aanbidden. |
T |
|
|
Wat te zeggen over een <pellet> van de anx-imy- <plant>, plaats er één bij het rechter oor van de gezegende en een andere <pellet>, verpakt in (een band van) fijn linnen, met (zijn) naam er op geschreven op de dag van de begrafenis. |
|
Bezwering 145 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het afwenden van woede tegen N. uit het hart van een god. |
|
2 |
|
Te zeggen door N.: |
S |
1 |
|
Groet aan u, (zender) van macht, presiderend over alle geheimen. Ziedaar, een verklaring is (tegen) mij afgelegd, door een God die boos op me is. Onwaarheden wellen op, (maar) die sneuvelen voor de Heer der Waarheid, sinds gij kwaad (voorkomt) van (mij), kwaad dat de God toest (aan) de waarheid. Deze god wordt mij genadig, verzet tegen mij is overgegaan naar een ander. |
|
2 |
|
O heer der offers als de ten zeerste Gewaardeerde, ziedaar ik heb u een verzoenend offer gebracht, opdat gij daardoor moogt leven en dat ik daardoor mag leven. |
1 |
Hetzelfde als Bezwering 49. De vertaling is op basis van Ea1 (18de dynastie). Het vroegst bekende vignet is die bij Bezwering 49 in T2 (Ptol.), die alleen N. staande toont met een staf in zijn hand, een figuur zo onduidelijk dat T2 die ook gebruikt bij de Bezweringen 46, 65, 66, 73 (= 9) en 76. |
2 |
Hetzelfde als Bezwering 120. De vertaling is op basis van Pa3 (18de dynastie) |
3 |
Hetzelfde als Bezwering 121. De vertaling is op basis van Pa3 (18de dynastie). De toevoeging aan het begin van § S is van Aa4 (18de dynastie) gerectificeerd uit Ea1 (18de dynastie) aldus CT.
§ T is van BM 104715 (19de dynastie) met veranderingen gebaseerd op T2 (Ptol.). Er is geen vignet van bekend. |
4 |
Deze twee bijnamen tesamen zijn een verbastering van een vermelding in de CT "Ik behoor tot de poel van Horus", die nog steeds wordt behouden door Aa4. Vergelijk Bezwering 122 b. |
5 |
Op basis van Ca6 (18de dynastie) met § P 2 vanuit Ea1 (18de dynastie). Er is geen vignet van bekend. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 |
T |
Ptolemeïsch hiërogliefen papyrus van Iw.f-anx, Turijn. |
R. Lepsius, Das Todtenbuch der Ägypter (1842) |
3 |
Pa |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van een onbekende man, L 3073 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
4 |
Aa |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) |
Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville. |
5 |
BM 10471 |
19de dynastie hiërogliefen papyrus van Nxt uit Thebe |
Bv. Budge, Tr. en Text I 10-11; BM cat. |
6 |
Ca |
18de dynastie hiërogliefen en hiëratisch papyrus van Ms-m-nT r uit Thebe in het Louvre maar behorend tot het Caïro Museum. |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
Gebruikte afkortingen |
Ptol. |
Ptolemeïsche periode |
BM |
British Museum |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
|
|
|