|
Boek der Doden |
Bezwering 151 |
|
Boven: Hymne aan Ra als hij opstijgt aan de horizon tot de gebeurtenis van het ondergaan in leven.
Onder: Vervolg van de hymne aan de Zonnegod.
|
|
|
Boven: Litanie van Osiris en hymne aan de Zonnegod.
Onder: Vervolg van de
Litanie van Osiris en hymne aan de Zonnegod. |
|
|
De zonnegod is afgebeeld als een valk die de zonneschijf draagt. Hij staat op het embleem van het Westen.
Er naast dansende bavianen. |
|
|
|
a |
P |
1 |
|
Ra aanbiddend als hij opstijgt aan de oostelijke horizon van de hemel {en zijn gevolg verblijd}. |
|
2 |
|
Osiris N. zal zeggen: |
S |
1 |
|
O gij schijf, her der stralen, die elke dag oprijst uit de horizon, moogt gij schijnen in Osiris N.'s zijn gezicht, wanneer hij u adoreert in de ochtend en u verblijd (in) de avond. (Moogt gij) Osiris N.'s ziel (laten) opstijgen met u naar de hemel. Moge het vertrekken in de boot van de dag en aanmeren in de boot van de nacht. Moge het in contact komen met de onvermoeibare sterren aan de hemel. |
|
|
|
b |
P |
|
|
Osiris N. zegt, wanneer hij zijn heer, de heer der eeuwigheid verheerlijkt: |
S |
1 |
|
Saluut, Harakhte, gij Chepri die tot leven kwam uit zichzelf. Hoe prachting is uw opstijging aan de horizon, wanneer gij de Twee Landen verlicht met uw stralen. Alle Goden zijn in vreugde als ze u zien als Koning van de hele hemel met de koninklijke-cobra verblijvend op uw hoofd en de kronen van Opper-en Neder-Egypte op uw hoofd.
Zij (d.w.z. de cobra) heeft plaatsgenomen op uw voorhoofd, terwijl Thoth verblijft op de boeg van uw boot, al uw vijanden afstraffend en de bewoners van de onderwereld zijn tevoorschijn gekomen bij uw nadering om deze (uw) prachtige personificatie te zien.
|
|
2 |
|
Ik ben tot u gekomen en ik ben bij u om elke dag uw schijf te zien, ongeremd, ongehinderd.
Mijn lichaam wordt nieuw bij het aanschouwen van uw schoonheid, zoals (de lichamen van) al uw gunstelingen, want ik ben één van (deze) die welgevallig voor u waren op aarde.
Ik heb het land der eeuwigheid bereikt, (ik) ben toegetreden tot het land der eeuwigheid, want het is gij die het aan mij heeft toegewezen, (O) mijn Heer.
|
|
|
|
c |
P |
|
|
Osiris N. zal zeggen: |
S |
1 |
|
Saluut! wanneer gij opstijgt aan de horizon als Ra, die behagen schept in Waarheid. Gij doorkruist de hemel, iedereen ziet u. |
|
2 |
|
Hoewel uw loop (daarna) verborgen is voor hun gezichten, presenteert gij uzelf (dagelijks) in de morgen. |
|
3 |
|
Zij gedijen die uwe Majesteit roeien, (want) uw stralen zijn in (hun) gezichten, niettemin onherkend. Zelfs elektrum (zilverhoudend gouderts) is qua helderheid niet zoals u. |
|
4 |
|
De landen van de goden, (zij) zien u als gevolg van de geschriften; de hooglanden van 'Punt' zullen u inspecteren, verborgene. Gij alleen hebt gehandeld ┌inderdaad als┐iemand wiens mond ┌geopend is┐terijl uw vorm nog (steeds) in de Diepte was. |
|
5 |
|
Hij (d.w.z. N.) gaat als gij gaat, hij stopt net zoals uwe Majeteit niet, want de dag is kort. Gij die honderdduizenden of miljoenen leagues (4828 m) van ver koerst. In een kort ogenblijk heb gij hen gepasseerd en bent u in positie. |
|
6 |
|
Wanneer gij de uren van de nacht evenzo voltooid hebt, hen voorbij bent gelopen en (hen) hebt voltooid naar uw gewoonte, bij zonsopgang zet u zichzelf aan uw bestemming als Ra en stijgt gij op uit de horizon. |
|
|
|
d |
P |
|
|
Osiris N. zegt wanneer hij uw adoreert bij uw verschijning, hij zegt tegen u tijdens uw opstijging wanneer u tevoorschijn komt bij zonsopgang, in verheerlijking van uw vorm als gij opkomt en uw schoonheid uitvergroot. |
S |
1 |
|
<Ptah zijt gij,> (want) gij vormt uw lichaam. (O god) die zichzelf droeg en niet geboren is, stijgend als Ra aan de hemel moogt gij mij de hemel der eeuwigheid laten bereiken, de necropolis van de begunstelingen en laat me toetreden tot de verheven ingewijden van God's Domein en met hen meegaan om uw pracht te zien wanneer u opstijgt. |
15d § S 1 BM 826 stele van Suty en Hor |
|
|
|
2 |
|
(In) de avond heeft gij de onderwereld hemel doorkruist. Terwijl u (uw) gezicht richt naar het (westen), zijn mijn armen (opgeheven) in eerbied tijdens uw plaatsing in het leven, want gij zijt de schepper der eeuwigheid, aanbeden wanneer u platsneemt in de Diepte. Ik prent u in mijn hart, onvermoeibare, meer goddelijk dan (alle andere) goden. |
|
|
|
e |
P |
|
|
Osiris N. zegt: |
S |
1 |
|
Lof aan u (god) die stijgt als goud en de Twee Landen verlicht op de dag dat hij geboren is. Wanneer uw moeder uw droeg op (haar) hand, verlichtte gij het gebied van de Schijf. Grote verlichter die oprijst uit de Diepte, die zijn familie creërde uit de (oer)wateren, maak alle provincies en steden feestelijk, terwijl alle huizen worden bewaakt door uw schoonheid. |
|
2 |
|
Hoog opgestapeld is uw traktatie van voedsel offers, buitengewoon angstaanjagende, machtigste van de Machtigen, wiens zetel ver weg is van de zondaren, majestueus van uiterlijk in de boot van de nacht, groot van aanzien in de boot van de dag.
Moge gij Osiris N. zegenen in God's Domein. Moge gij hem laten bestaan in het westen, vrij van het kwaad, (want) gij draait valsheid uw rug toe. Moge gij (hem) een waardig iemand maken in de aanwezigheid van de gezegenden, moge hij zich aansluiten bij de zielen in het Heilige Land. |
|
|
|
f |
S |
1 |
|
{Door} Osiris N. stijgt gij op naar de hemel, doorkruist gij het (waterige) firmanent, gij verbroedert zich met de Sterren. Gij zijt geprezen in de boot en aangeroepen in de boot van de dag. Gij bespeurt Ra in zijn heiligdom, gij verblijdt zijn schijf elke dag. |
|
2 |
|
Gij ziet de bulti-vis in zijn (ware) vorm bij de turquoise poel, gij ziet de abdju-vis, wiens bestemming is uitgekomen. |
|
3 |
|
De kwaadaardige is gevallen, zoals voor hem was voorspeld, de dubbele messen (hebben zijn) ruggegraat doorgesneden. Ra (drijft) voor door een gunstige wind, (want) de nachtboot heeft zijn aanvaller weggevaagd. |
|
4 |
|
Ra's Bemanning is triomfantelijk. (Wat betreft) de Vrouwe des Leven, haar hart is blij, (want) de vijand van haar Heer is ten gronde gericht. |
|
5 |
|
Gij ziet Horus aan het roer, met Thoth en Maat hem begeleidend. (Gij ziet de schijf wanneer hij schijnt op de bergen en zijn stralen uw grot verlichten. het zonlicht valt op uw borst, zodat gij goddelijk zijt, gezegend, capabel, met lucht voor uw neus.) |
|
6 |
|
Alle Goden zijn vreugdevol als ze Ra zien, komend in vrede om de harten van de gezegenden te laten opbloeien, Osiris N. is met hen. |
|
|
|
g |
P |
1 |
|
Ra aanbiddend wanneer hij zicht vestigd in de regio van het leven. |
|
2 |
|
Osiris N. zal zeggen: |
S |
1 |
|
Heil aan u, die is gekomen als Atoem en de schepper van de Goden is geworden, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Heil aan u, die is gekomen als Ram van de Rammen, heilige Ram die in het westen is, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Heil aan u, (god) over de goden, die de onderwereld met zijn schoonheid verlicht, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N.
Heil aan u, (god) die de gezegenden vervoert,
roeier die zich in zijn Schijf bevindt, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N. |
|
2 |
|
Heil aan u, groter dan alle (andere) Goden, dageraad in de hemel, heerser van de onderwereld, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N.
Heil aan u, (god) die binnendringt in de onderwereld en de dubbele deuren van de necropolissen bestuurd,
moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N.
Heil aan u, (god) die de Goden aanhoort en rechtspreekt over hem die woont in het stille land, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N.
Heil aan u, (god) die zich in zijn schuilplaats bevindt, die de onderwereld creëert door zijn zonlicht, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N. |
|
3 |
|
Heil aan u, (god) die zich in de Enneade bevindt, grote God, verheven waardige heer, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N.
Heil aan u, (god) die zich in het rijk der eeuwigheid bevindt, die leven geeft aan de levenden, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Heil aan u, Heerser der Goden, heer van de onderwereld, presiderend over het Paleis, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Heil aan u, oudste der Goden, heer van het leven in de westelijke Horizon, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N. |
|
4 |
|
Heil aan u, groot en verheven, wiens vijanden zijn gesneuveld op hun plaats van executie, moogt gij verfrissende adem van het leven geven aan Osiris N.
Heil aan u, voor wie de rebellen zijn gedood, voor wie Apophis is vernietigd, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Lof is aan u, Ra, heer van de Hemel, Horizon-God, Horus van het Oosten,
moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Lof is aan u, Ra, Lof is aan u, Atoem, bij uw komst in schoonheid, moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Lof is aan u wanneer u, de gekronkelde dragend opstijgt, heer van de Hemel, aan het hoofd van wie daarin is,
moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
Lof is aan u, Atoem-Chepri, levende Ram aan het hoofd van zijn Harem,
moogt gij verfrissende adem geven aan Osiris N.
|
|
5 |
|
Heil aan u, die edel is gekomen, heil aan u die mooi is gekomen.
Heil aan u, die verrezen is gekomen, heil aan u, die met gejuich is gekomen.
Heil aan u die groots is gekomen, heil aan u, die capabel is gekomen.
Heil aan u, die met dageraad is gekomen, heil aan u, die vreugdevol is gekomen. |
|
6 |
|
Heil aan u, die machtig is gekomen, heil aan u, die goddelijk is gekomen.
Heil aan u, die schijnend is gekomen, heil aan u, die met vreugde is gekkomen.
Heil aan u, die voor eeuwig is gekomen, heil aan u, die om te blijven is gekomen.
Moge uw prachtige Gezicht genadig zijn voor Osiris N.
|
T |
|
|
Dan zal het Westen geopend worden voor de Eerbiedwaardige Horus, de grote, die de aarde heeft geopend, de grote die intreedt in de berg van het verborgen rijk, die de onderwereld verlicht met zijn zonlicht en de Zielen in hun 'schuilplaats', die hen verlicht die presideren over hun holen, die de strafbaren heeft geteisterd met kwaad, die (voor) u de vijand van Osiris N. heeft vernietigd. |
|
|
|
h |
P |
|
|
(Osiris N.) zegt (bij) het aanbidden van Ra-Herakhte als hij intreedt in de regio van het leven: |
S |
1 |
|
Heil aan u, Ra, lof is aan u, Atoem, bij uw komst in schoonheid, |
|
2 |
|
gij bent machtig aangebroken.2 |
|
3 |
|
Gij (hebt) de hemel doorkruist, gij hebt de aarde bereikt, gij hebt de hemel van zonneschijn voorzien. De twee heiligdommen komen buigend tot u, zij vereren uf elke dag. De Westelijke Goden verheugen zich op uw schoonheid, (zij) wiens zetels verborgen zijn, aanbidden u. De Ouderlingen sluiten zich bij u aan, zij uitten voor u een kreet van vreugde. (Zij) die in de Horizon zijn peddelen u voort, zij die in de Nachtboot zijn roeien u voort. |
|
4 |
|
(De Zielen van het Westen aanbidden u) Zij uitten lofspraak tot u bij uw Majesteitelijke nadering. "Twee keer welkom, nieuwkomer, in vrede". Er is vreugde over u, heer van de hemel, Heerser over het westen. |
|
5 |
|
Uw Moeder de Onderwereldhemel heeft u omarmd, zij ziet haar Zoon in u als heer van angst, groot van waardigheid, wanneer gij intreedt in de regio van het leven binnen in de nacht.
Uw Vader, Tatenen verheft u, hij slaat (zijn armen) om u heen, terwijl u goddelijk bent geworden in de aarde. |
|
6 |
|
Hij3 geeft aan u als aan iemand die waardig is in de aanwezigheid van Osiris. (Komt gij) in vrede, in vrede, (O) Ra. (Zeg) 4 keer. |
T |
|
|
Te zeggen voor Ra wanneer (hij) intreedt in de regio van het leven, uw armen gebogen (in gebed) naar hem toe. |
|
|
|
h variant |
S |
1 |
|
Heil aan u, Atoem, bij deze uw [prachtige] komsten, |
|
2 |
|
gij die krachtig en capabel aanbreekt. |
|
3 |
|
Gij doorkruist de hemel, gij bereikt de aarde in vrede, gij doorkruist de hemel met de zonneschijn. Goden en mensen komen buigend tot u, zij geven u eer en bijval. |
|
4 |
|
Moge uw prachtige gezicht genadig zijn voor N. |
|
|
|
i |
P |
|
|
Osiris N. zegt tijdens het aanbidden van Atoem als hij intreedt in de regio van het leven en vriendelijk licht geeft aan de onderwereld: |
S |
1 |
|
Heil aan u, die intreedt in de regio van leven, Atoem, Vader der Goden. Wanneer u samenkomt met uw Moeder in Manu, haar armen ontvangen u elke dag. De vorm van uw opperhogheid is in de ┌Nachtboot ┐, terwijl u vreugdevol bent over uw grote oog. |
|
2 |
|
Geopend voor u zijn de dubbele deuren in uw Horizon bij uw opgang naar het land van het westen. Uw stralen dringen binnen in de aarde om de Westerlingen te verlichten, terwijl de bewoner(s) in de onderwereld u bijval reciteren en smeken om u elke dag te mogen zien. |
|
3 |
|
Gij veroorzaakt dat de Goden intreden in de aarde. Uw Volgelingen zijn zij, die zich haasten in uw gevolg, overduidelijk heilig van uitting, Verwekker der Goden, die zichzelf begenadigd met zijn niet te bevatten vorm, gij Eerstgeborene, groots is hij in zijn mysterie. |
|
4 |
|
Moge uw prachtige Gezicht genadig zijn voor Osiris N., (O) Atoem, vader der Goden. |
T |
|
|
Niet voor eeuwig vervloekt is in deze papyrusrol, zodat ik eeuwig betaal als gevolg er van.
Iemand die het voor zichzelf heeft gekopieerd zegt: "Mijn hart is tevreden met geschenken en een offerande van brood en bier is mij gegeven, (als) ik associeer met de papyrusrol na (mijn) levenstijd, ben ik die het gekopieerd heeft in vrede, met mijn hart bij me." |
1 |
Op basis van Eb1 (18de / 19de dynastie) voor 15a t/m 15f en op Ec2 (21ste dynastie) voor 15g t/m 15i, behalve voor de 15h variant en 15i § T, die respectievelijk gebaseerd zijn op Kopenhagen 35443 en Leyden T 164 (Ptol.). Verbetering aan het begin van 15d § S 1 is uit BM 8265 (18de dyn.). De toevoeging aan 15f § S 5 komt uit Caïro 5836 (18de dyn.), die vervolgt: "Dan zal de inundatie komen en de aarde overstromen........." Toevoeging aan het begin van 15h § S 4 is uit L30827 (Ptol.). Voor Kopenhagen 35443 (zie afb. hieronder) en parallelle teksten zie T. George Allen, "Some Egyptian Sun Hyms", JNES VIII (1949) 349-55.
De vignet van Eb1 toont N. staande in de Boot van de Zon biddend tot de zittende Ra, die de kop van een valk heeft met daarop een schijf (zie Bezwering 133). Ec2 toont N. twee keer in gebed geknield voor de gezetelde Ra, met de kop van een valk en daarop en schijf omcirkeld door een cobra.
Een derde vignet van Ec2 (de bovenstaande tekst van 15g - 15i) is gebaseerd op 15f § S 5 en toont N. in gebed geknield voor de Boot van de Zon, waarop zich een enorme schijf bevindt, terwijl Thoth en Waarheid op de boeg staan en Horus het roer vastpakt.
Bezwering 16, alleen uit vignetten bestand, zou beter kunnen worden beschouwd als onderdeel van Bezwering 15. |
2 |
Ten minste één Ptolemaeïsche document (L30827) gaat hier verder, net als oudere documenten, in Bezwering 15B3 |
3 |
Vermoedelijk Ra. |
Onder: afbeelding van Kopenhagen 3544.
Bron: The National Museum of Denmark. |
|
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Eb |
18de/19de dynastie hiërogliefen
papyrus van Ani uit Thebe, BM 10470
|
Bv. E. A. Wallis Budge, De Papyrus van Ani (1913) |
2 |
Ec |
21ste dynastie hiëratisch papyrus van N (y)-s(y)-tA-nb(t)-iSw uit Thebe (TT 320), BM 10554
|
E.A. Wallis Budge, Het Greenfield Papyrus in het British Museum (1912) |
3 |
Kopenhagen 3544 |
Houten stele van BAbA |
M. Mogensen, Inscriptions hiëroglyphiques du Musée national Copenhague (1918) Pl. XIX. |
4 |
Leyden
T 16 |
Ptol. hiëratisch papyrus van Ast-w rt uit Thebe |
Leyden Mon. III; Pleyte |
5 |
BM 826 |
18de dynastie granieten stele van %wty en @r uit Thebe |
Bv. BM Hiërogl. Texts VIII 22-25, PI. XXI |
6 |
Caïro
583 |
18de dynastie kalkstenen beeld van Imn-Htp uit Karnak. |
Bv. L. Borchardt, Statuen und statuetten von Köningen und Privatleuten II (Caïro "Cat." LXXVII[1925]) 134-39 |
7 |
L 3082 |
Ptol. hiëratisch papyrus van
@r-zA-Ast uit Armant(?) |
ibib. Pls. I-IV |
Gebruikte afkortingen |
Ptol. |
Ptolemeïsche periode |
BM |
British Museum |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
JNES |
Journal of Near Eastern studies. Chicago, 1942- . |
|
|
|