|
De Egyptische Hemel en Hel.
Hoofdstuk 9 |
Vierde divisie van de Duat |
2. Het koninkrijk van Khenti-Amenti-Osiris,
volgens het Boek der Poorten. |
De afbeeldingen en teksten van deze Divisie of Uur in het Boek der Poorten verschillen aanzienlijk van die in het Boek Amduat. De God AFU-RA verschijnt in zijn Boot net zoals voorheen met Saa en Heka en vier Goden die hem voortslepen, hij is binnen gekomen door de Poort genaamd NEBT-TCHEFAU te passeren en de bewaker er van, de slang TCHETBI heeft zich daartegen op geen enkele manier verzet. De regio die AFU-RA nu is binnen getreden heeft geen connectie met het Land van Seker en het lijkt er op dat het een voortzetting is van de domeinen van KHENTI-AMENTI.
Direct voor de Boot zijn negen graven, elk met een god in gemummificeerde vorm er in, die zijn de "Goden die in het gevolg van Osiris zijn, die wonen in hun holen". Dan komen de 12 Uur-godinnen die in twee groepen staan, tussen de groepen bevindt zich de slang HERERET die 12 slangen uitbroedt om te worden geconsumeerd door de 12 Uur-godinnen.
Als AFU-RA verder gaat op zijn weg dan beweert hij de Duat-Goden
om hem naar het oostelijke deel van de hemel te brengen, zodat hij een bezoek kan brengen aan de woonruimten van de God ARES (of SAR, oftewel Osiris) en daar aangekomen beveelt hij om de deuren te openen en zorgt ervoor dat de aldaar aanwezige wezens, wiens "zielen gebroken zijn" verrijzen en bedeelt ze eten en drinken toe. |
De Uur-godinnen zijn de dochters van Ra en hun werk is het leiden van hun vader door de nacht, zes van hen vertegenwoordigen de eerste 6 uren van de nacht en de andere zes de laatste 6 uren.
Ze zijn hier samen afgebeeld terwijl in het boek Amduat ze elk apart verschijnen in de Boot van AFU-RA gedurende het Uur waartoe ze behoort.
Aan de rechterkant van AFU-RA zijn twaalf Goden die "hun dubbelgangers dragen" en die leven op datgene wat voor hen wordt geofferd en wat aan hun gegeven wordt door TESERT-BAIU, d.w.z. "de plaats van de heilige zielen". Hun plicht is het offeren van hun 'kau' of dubbelgangers aan de God, die ze adresseren als, "Heer der jaren en van de oneindigheid, die geen reductie kent".
Achter deze Goden bevinden zich twee meren, namelijk "Het meer van het Leven" en "Het meer van de levende Uraei". Rond "Het meer van het Leven" staan 12 Goden met jakhalskop die AFU-RA uitnodigen om er in te baden, net zoals de "Heer der Goden" deed en die stellen dat de zielen van de doden niet naderen omdat het heilig is. Als hij deze Divisie verlaat, verheffen zij hun stem in rouw.
"De levende Uraei van het Meer" laten hun zielen terugkeren en de loutere klank van de woorden die zij uitten, vernietigen de schaduwen van de doden die er in geslaagd waren om er vlakbij te komen.
Ze bewaren zeer zorgvuldig de vlammen en het vuur dat in hun aanwezig is, zodat ze deze wanneer nodig kunnen slingeren naar de vijanden van AFU-RA. |
Tijdens zijn reis door dit Uur, passeert AFU-RA het heiligdom van KHENTI-AMENTI, de oude God van Abydos welke wordt gezien aan de linkerkant (Zie Boek der Poorten divisie 4) hij is in de vorm van een mummie, draagt de Witte Kroon zoals een God van het Zuiden betaamt en hij staat op een slang. Direct voor het heiligdom is de Vlam-godin NESERT.
Voor en achter het heiligdom bevinden zich 12 Goden, aan het hoofd van het eerste gezelschap is Heru-Ur of "Horus de oudere". Heru-Ur richt zich tot de God in het heiligdom met de namen Osiris en KHENTI-AMENTI en verklaart dat hij de magische ceremonieën heet uitgevoerd die KHENTI-AMENTI tot "Gouveneur van de Duat" hebben gemaakt, op zo'n manier dat de zielen van de gezegende (khu) met ontzag tegen hem opkijken en de doden, d.w.z. de verdoemden (mit) een panische angst voor hem hebben.
Hier hebben we bewijs van het bestaan van het geloof dat het voor Osiris mogelijk was om veilig door de Duat te reizen d.m.v. de spreuken, bezweringen, magische formules en woorden van macht die werden geuit door Heru-Ur. |
De 12 Goden aan de voorkant van het heiligdom, schrijven lof en heerschappij aan KHENTI-AMENTI toe en verklaren dat zijn zoon Horus zijn kroon in ere heeft hersteld voor hem, zijn vijanden heeft verpletterd en OSIRIS-KHENTI-AMENTI sterk heeft gemaakt. Om deze geeft AFU-RA geen antwoord, maar hij doet een beroep op Horus om hem te wreken op zij die hem tegenwerken en hen te werpen naar de 'Meester van de heren van de vuurpoelen' zodat ze kunnen worden vernietigd.
De hier genoemde poelen zijn vier in getal en ze zijn gevuld met vuur, in deze worden de vijanden van de God geworpen en de hoeders van deze poelen worden door Horus bezworen om te kijken en het vuur te verzorgen.
Wie de samenzweerders tegen de God zijn is onmogelijk te zeggen, maar het is duidelijk dat een deel van de Vierde Divisie van de Duat een vurige hel was, waarin alle goddelozen werden verteerd.
Het is interessant om op te merken dat van alle wezens aan de linkerkant van de Boot van AFU-RA, Horus de enige is die de God aanspreekt. |
Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.
Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter |
|
|
|