WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

De Egyptische Hemel en Hel.

Hoofdstuk 12
Tiende divisie van de Duat

1. Het koninkrijk van TEMU-KHEPERA-RA,
volgens het boek Amduat.


De tiende en elfde Divisie of Uren, zijn bedoeld om de passage van AFU-RA door de regio van AKERT of AUKERT te illustreren, d.w.z. het koninkrijk van de Zonnegod van ANNU of Heliopolis.
De naam van de tiende Divisie is METCHET-QAT-UTCHEBU en de poort is genaamd AA-KHERPU-MES-ARU en de Godin van het Uur heet TENTENIT-UHESET-KHAK-AB.
De afbeeldingen en teksten die deze regio illustreren en beschrijven zijn van bijzonder belang, want zij verwijzen naar de vereniging van KHEPERA met Ra, d.w.z. de plaatsing van de kiem van nieuw leven in het lichaam van de dode Zonnegod, waardoor AFU-RA zijn krachten herwind als een levende God en gereed begint te komen om te verschijnen in het licht van de nieuwe dag met glorie en pracht.
Het moet duidelijk zijn dat de inrichting van deze Divisie heel anders is dan die we tot nu toe zijn tegen gekomen en de Goden die er lleen zijn typisch voor de regio van AKERT.

Het is onmogelijk om te zeggen waar AKERT begint of eindigt, maar als de Duat van de bewoners van Heliopolis er door vertegenwoordigd werden, volgt misschien dat men geloofde dat het vlakbij de stad was gelegen. Het is vrij zeker dat het een deel van de Oostelijke Delta omvatte en dat het zich uitstrekt langs de oostelijke oever van de Nijl over een geruime afstand ten zuiden van Memphis, in feite zo ver als BAKHAU, de Berg van de zonsopkomst. Als dit zo is, dan volgt dat wanneer AFU-RA deze Divisie betreedt, de God zijn koers dient te veranderen van oost naar zuid.
Zoals het koninkrijk van Osiris de grens van zijn reis noordwaarts markeerde en de Boot toen naar het oosten draaide, zo markeert het noordelijke einde van AKERT zijn reis oostwaarts en de Boot draaide zich toen zuidwaarts.


Een blik op de Boot van AFU-RA als hij deze Divisie binnengaat, laat ons zien dat deze noch gesleept noch geroeid wordt. Direct voor de Boot bevindt zich de slang THES-HRAU, met HERU-KHENTI in de vorm van een zwarte havik, zittend op zijn rug. Aan de ene kant bevindt zich een Godin van het Noorden, aan de andere kant een Godin van het Zuiden.
Vervolgens hebben we de slang ANKH-TA en dan een groep van 12 Goden, vier met een schijf i.p.v. een hoofd en pijlen dragend, vier dragen speren en vier dragen bogen.
De slang is "de bewaker van de Duat in de heilige plaats van KHENTI-AMENTI" en de wapens gedragen door de 12 Goden stellen hem in staat om AFU-RA te beschermen tegen zijn vijanden in deze regio.

Aan de rechterkant van het pad van AFU-RA bevinden zich 12 meren met water, die bedoeld zijn om de hemelse waterige afgrond van Nun voor te stellen, waaruit de Nijl op aarde werd verondersteld haar toevoer te verkrijgen.
Aan een kant van deze scene is Horus, leunend op een staf en wezens aansprekend, die duiken, zwemmen en drijven in de verschillende meren hij gelast hun te komen naar HAP-UR en hij beloofd hun dat hun ledematen niet verloren zullen gaan noch hun vlees zal verrotten.
Wie de wezens in het water zijn is onmogelijk om exact te zeggen, maar het is duidelijk dat zij de macht hadden om de voortgang van de Boot van AFU-RA te belemmeren, want Horus stemt hen gunstig middels beloften van gezondheid en kracht, zoals we hierboven hebben gezien.
Enigszins achter de meren bevinden zich vier Godinnen die "licht uitstralen op de weg van Ra in de dichte duisternis" en voor hen bevindt zich de mystieke scepter die "Set de bewaker" voorstelt die "ontwaakt en reist met de God".

Aan de linkerkant van het pad van AFU-RA zien we eerst de God PANKHI, d.w.z. "hij die begiftigd is met de eigenschap van het leven" en KHEPER-ANKH in de vorm van een kever die een ovaal met zand voor hem uitduwt, die ofwel zijn geslachtscellen bevat of die bedoeld is om de bal eieren voor te stellen die de scarabee kever voor zich uitrolt en die hij wenst mee te nemen door de Divisie naar de Oostelijke Horizon van de hemel. (Zie 10 de uur van het Amduat)
Dan hebben we de twee MENEHUI slangen die een schijf ondersteunen en Godinnen van het Noorden en het Zuiden. (Zie 10 de uur van het Amduat)

Rechts van dit bevinden zich de twee Godinnen NETHETH en KENAT, die voortkomen uit de bijl SETFIT, die een schijf ondersteund. Deze vier godinnen verzamelen zielen op aarde en zij zuiveren de machtige geesten in de Duat, ze worden pas zichtbaar als AFU-RA verschijnt en zodra hij ze voorbij is, verdwijnen ze weer.
Achter deze bevind zich een lange stoet van Godheden die AFU-RA helpen bij zijn reis. De eerste acht zijn Godinnen, die staan voor de Aap-god genaamd AF-ERMEN-MAAT-F, die het Oog van Horus vasthoudt en het is hun plicht om de woorden van macht te reciteren die er voor zorgen dat er pracht tevoorschijn komt uit het Oog van Horus elke dag en het zingen van lofliederen er voor.
De andere Godheden komen pas tot leven als AFU-RA hun namen uitspreekt, zij leven in de schaduwen die zich in de mond van de grote God bevinden en hun zielen reizen met hem. Hun werk is de doden te ontdoen van hun zwachtels en het in stukken breken van de vijanden van Ra en hun vernietiging te bevelen.


Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

 

Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 

 
Rechts