|
De Egyptische Hemel en Hel.
Hoofdstuk 11 deel 3 |
Achtste divisie van de Duat |
2. Het koninkrijk van Osiris,
volgens het Boek der Poorten. |
De Boot van AFU-RA passeert vervolgens de Poort van BEKHKHI, die wordt bewaakt door de monsterslang SET-HRA en wordt voortgesleept over deze Divisie of Uur door de Goden van de Duat. De regio is een opmerkelijke en het maakt zeker deel uit van het koninkrijk van de Zonnegod van ANNU of Heliopolis.
Aan het ene uiteinde van het lange meer of poel, dat de hemelse wateren van Nun voorstelt staat de God "die woont in Nun" en in het meer zelf zien we vier groepen van wezens in menselijke vormen die zijn genaamd, "Baders" (HERPIU), "Drijvers" (AKIU), "Zwemmers" (NUBIU) en "Duikers" (KHEPAU).
De Goden die de Boot slepen roepen de bewoners van deze Divisie op om de ziel van Ra te eren, die in de hemel is en zijn lichaam dat zich op aarde bevind, want de hemel wordt middels zijn ziel weer jong gemaakt en de aarde middels zijn lichaam.
Dan, de God in de Boot aansprekend, verklaren zij zijn pad zullen effenen in AKERT en dat zij ervoor zullen zorgen dat zijn Boot over de ondergedompelde wezens in het meer zal kunnen varen.
De God "die woont in Nun" doet dan een beroep op de ondergedompelde wezens om hulde te brengen aan Ra en hij beloofd dat zij zullen genieten van de lucht voor hun neusgaten en van vrede in hun waterbekkens.
Hun zielen die op aarde zijn, zullen genieten van offergaven in overvloed en nooit sterven en zullen net zoveel van voedsel worden voorzien als Ra zelf, wiens lichaam op aarde is maar wiens ziel in de hemel is. |
Aan de linkerkant van het pad van AFU-RA bevinden zich 12 TCHATCHA of "Prominente Leiders" en negen Zielen die een God aanbidden, voor elke Ziel bevindt zich een brood en een aantal sekemu kruiden.
De TCHATCHA vervullen een zeer belangrijke taak in deze Divisie, want zij verdelen het voedsel dat hen is toegewezen aan de Zielen, die van Ra opdracht hebben gekregen om te leven bij het vurige Meer van SERSER, m.a.w. zij geven de Zielen hun dagelijkse deel voedsel zoals is verordoneerd, niet meer en niet minder en de Zielen ontvangen hun voorbestemde rantsoen en moeten daarmee tevreden zijn.
Te oordelen naar de teksten hier en elders in het Boek der Poorten lijkt het erop dat er één of andere macht in de Duat was, waarschijnlijk KHENTI-AMENTI of OSIRIS-KHENTI-AMENTI, die verordend dat de wezens daarin een regelmatig, vast en onveranderlijk rantsoen van voedsel dienen te ontvangen en die dienaren benoemd, die hier TCHATCHA zijn genoemd om er op toe te zien dat elk wezen zijn deel ontvangt, zonder toevoeging en zonder reductie.
De Zonnegod bevestigt tijdens zijn reis door de Duat de rantsoenen en beveelt de voortgang ervan aan elk wezen daarin.
|
Aan de rechterkant van het pad van AFU-RA bevindt zich Horus de Oudere, leunend op een staf en een gezelschap van 12 vijanden van Osiris toesprekend, die met hun handen vastgebonden achter hun rug in een zeer pijnlijke houding staan.
Daarvoor bevindt zich een enorme slang genaamd Kheti, vuurspuwend in de gezichten van de vijanden van Osiris. In elk van de zeven kronkels van de slang staat een God, die door Horus wordt aangemaand om te helpen bij het werk van de vernietiging.
Uit de tekst leren we dat de belangrijkste misdrijven waarvan deze vijanden
zijn beschuldigd, zijn "het achter zich laten van geheime dingen, het voortslepen van het heilige object sekem uit de geheime plaats of heiligdom en de ontheiliging van een aantal verborgen dingen in de Duat", door deze dingen zijn ze ertoe gedoemd dat hun lichammen eerst in stukken worden gehakt, vervolgens wordt verbrand en hun zielen totaal worden vernietigd. |
Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.
Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter |
|
|
|