|
De tweede divisie uit het "Boek der Poorten". |
De Poort van Saa-Set. |
De boot van Ra, gepasseerd door de twee helften van de horizon van het Westen, nadert nu een Poort, waarvan de deur voor hem is gesloten, de deur van de tweede divisie van de Duat verschilt met de deuren van de andere divisies, want het bestaan uit een enkel blad, die draait op een draaipunt werkend in de gaten in de boven en onderkant van het deurframe. Deze deur wordt bewaakt door een slang genaamd SAA-SET, die op zijn staart staat. De tekst m.b.t. deze slang luidt als volgt:
"Hij die voorbij is (d.w.z. heeft de beheersing over) opent deze deur voor Ra. Saa sprak tot SAA-SET, 'open uw deur voor Ra, gooi uw deur wagenwijd open naar KHUTI. De verborgen verblijfplaats is in duisternis zo dat de tranformaties van deze God kunnen plaatsvinden'. De poort wordt gesloten nadat deze God erdoor is gepasseerd en er is geweeklaag van de kant van degenen die in hun Berg zijn nadat ze gehoord hebben dat deze deur gesloten is". |
1
De zonneboot gesleepd door de Goden van de Duat. |
In het centrum van de scene zien we de boot van Ra, voortgetrokken door vier Goden, die elk het sleeptouw met beide handen vasthouden. De God is nu in de vorm van een man met een ramskop, die een scepter in zijn rechterhand houdt en die de zonneschijf op zijn horens heeft. Hij staat binneninn een heilgdom die is omhuld door de omvangrijke kronkels van de slang MEHEN een slang staat op zijn staart voor hem.
Aan de voorzijde van het heiligdom staat Saa en daarachter Heka.
De Goden die de boot slepen zijn genaamd TUAIU.
De zonneboot is in deze sectie in gezelschap van dertien Goden, die onder leiding zijn van een God die een staf in zijn hand houdt.
De namen van de eerste zeven Goden zijn: (Zie afb. 3)
NEPEMEH (of NEHEN).
NENHA (of NENA).
Ba, met de kop van een ram.
HERU, met de kop van een havik.
BEHA-Ab,
Khnemu en
SETCHET.
|
2 |
3
Zeven Goden van de toegang, die de boot van Ra trekken door Saa-Set. |
De laatste zes Goden worden beschreven als "GODEN DIE ZICH IN DE TOEGANG BEVINDEN", de God die de staf draagt heeft geen naam. (Zie afb. 4) De tekst die verwijst naar de zonnegod luidt als volgt:
"Deze grote God reist voort over de wegen van de Duat. Deze God is opgesteld door de Goden van de Duat om divisies (of
onderscheidingen) te maken in de aarde en om (zijn) ontwerpen daarin uit te werken, om woorden en daden te wegen in AMENT, om de grote God te verheffen boven de kleine God tussen de Goden die zich in de Duat bevinden, om de KHU (d.w.z. de gezegende doden) op hun tronen te plaatsen en de verdoemden op de plaats waar zij veroordeeld zijn houden en om hun lichamen te vernietigen middels een kwade dood".
Ra zegt, "O sta mij toe dat ik de tiara mag herstellen en dat ik mijn heiligdom dat zich in de aarde bevindt mag bezitten. Laat Saa en Heka zichzelf verenigen met mij t.b.v de uitwerking van de plannen voor jou en voor het maken van het tot leven komen van hun attributen (of vormen) gij heeft wat is de jouwe. Isis heeft gezorgd dat de wind vredig is en dat de offergaven aanwezig zijn. Niemand sluit de deur achter u en de verdoemden treden niet binnen na u. Dat wat behoort aan u is voor u, O Goden, deze Goden zeggen tegen Ra 'Er is duisternis op de weg van de Duat, laat de gesloten deuren daarom opengaan, laat de aarde open, zodat de Goden langs hem, die hun gecreëerd heeft, mogen trekken'.
Hun voedsel (d.w.z. het voedesel voor deze Goden) komt van de begrafenis offers en hun drank komt van hun koele wateren en hun handen zijn op de voedseloffers tussen de Akert regio's van de AMENT". |
4
Zes Goden van de toegang die de boot van Ra slepen door Saa-Set en de God die de staf draagt. |
Op de rechterkant van de boot bevinden zich 24 Goden, de eerste 12 van hen worden beschreven als "DEGENEN DIE IN VREDE ZIJN, DE AANBIDDERS VAN RA" (Zie afb. 5) en de tweede 12 Goden worden beschreven als "DE RECHTVAARDIGEN DIE IN DE DUAT ZIJN". (Zie afb. 6) |
5
Negen Goden, die in vrede zijn en Ra aanbidden. |
Deze wezens worden als volgt omschreven in de begeleidende tekst:
"Dit zijn zij die Ra op aarde hebben aanbeden of geprezen, die krachtige woorden tegen Apep hebben geuit, die hun offers aan hem hebben gebracht en die wierook verbranden (letterlijk, gemaakt) voor hun Goden op hun eigen rekening na hun offergaven. Zij hebben bezit genomen van hun koele wateren en zij ontvangen hun voedsel en zij eten van hun offergaven in de poort van hem wiens naam is verborgen. Hun voedsel is bij de Poort en hun offergaven zijn bij hem, die zich daarin bevindt. En Ra sprak tot hen, "Jullie offergaven zijn voor jullie, gij heeft macht over uw koele wateren, uw zielen zullen nooit in stukken worden gehakt, uw vlees zal nooit falen, O gij die mij hebben geprezen en die Apep voor mij hebben overwonnen". |
6
(Links) 5 van de rechtvaardige Goden van de Duat.
(Rechts) 3 van de Goden die in vrede zijn en Ra aanbidden.
|
De passage hierboven verwijst naar "zij die in vrede zijn en Ra aanbidden".
"Dit zijn zij die de waarheid spreken op aarde en die niet verslaafd zijn aan het kwaad denken over de Goden. Zij dioen hun bezweringen in deze Poort, zij wonen op "maat" (d.w.z. de waarheid) en hun koele wateren bevinden zich in hun reservoirs.
Ra zei tegen hen, "De waarheid is van jullie, leeft gij op uw voedsel. Gij uw zelven zijn waarheid en zij hebben macht over deze, hun koele wateren, welke wateren van brand zullen zijn voor zij met schuld en zonde".
En deze Goden zeggen tegen Ra: "Laat de schijf van Ra stabiel blijven. Laat hem over dat wat in het heiligdom is er de beheersing over hebben. En laat de slang MEHEN hem goed bewaken. Mogen de vlammen van KHUTI, die zich in de hoeken van het verborgen heiligdom bevinden, krachtiger worden. En er zal voedsel aan hun gegeven worden op de plaats van vrede in hun Cirkel". |
7
Zeven van de rechtvaardige Goden van de Tuat. |
De passage hierboven verwijst naar "de rechtvaardigen die in de Duat zijn".
Op de linkerzijde van de boot van Ra bevinden zich:
1. De God Tem, die is afgebeeld in de vorm van een oude man, zwaar leunend op een stok die hij in zijn rechterhand houdt. (Zie afb. 8)
2.
Vier mannelijke wezens, plat op hun rug liggend. (Zie afb. 8)
3. Twintig mannelijke wezens met hun rug gebogen en hun armen aan elkaar gebonden
achter hun rug bij de ellebogen. (Zie afb. 9 en 10)
Deze wezens worden beschreven als "DE INERTE" en de twintig als "DE AFVALLIGEN VAN DE HAL VAN RA, die Ra hebben belasterd op aarde, die het kwaad, dat zich 'in het Ei bevint' over hem hebben aangeroepen, die 'het recht' terzijde stoten en die woorden hebben gesproken tegen KHUTI". |
8
De inerte afvalligen en godslasteraars van Ra. |
De tekst die verwijst naar "de inerte" en "de afvalligen" luidt als volgt:
"Tem werkt in opdracht van Ra, de God verheerlijken en lofliederen zingend voor zijn ziel en het verspreiden van slechte zaken bij zijn vijanden. [Hij zegt] het woord van mijn vader Ra is correct (maat) tegen u en mijn woord is correct tegen u. Ik ben de zoon die uitgaat van zijn vader en ik ben de vader die uitgaat van zijn zoon. Gij zijt geketend en gij zijt gebonden met een sterk koord en ik ben het die heeft gelast dat u in boeien geslagen moet zijn, jullie armen zullen nooit meer geopend worden. Ra spreekt de formule tegen u uit, zijn ziel is voorbereidt om u aan te vallen, mijn vader heeft de heerschappij over je gegrepen en zijn ziel uit woorden tegen je". |
9
De afvalligen en godslasteraars van Ra, die gedoemd zijn tot vernietiging, met hun armen gebonden. |
"Uw kwade daden hebben zich tegen u gekeerd, uw intriges zijn over u gekomen, uw afschuwelijke daden slaan op u terug, uw bestemmingen zijn voor het kwaad en uw ondergang is voor Ra verordend: uw onrechtvaardige en perverse oordelen slaan op jezelf en de goddeloosheid van uw vloekende woorden slaan op jezelf. Kwaad is de straf die voor u is verordend voor mijn vader.
Het is u die gezondigd heeft en die zondigheid heeft gebracht in de Grote Hal, uw bederfelijke lichamen zullen in stukken worden gesneden en uw zielen zullen geen bestaan meer hebben en gij zult Ra nooit zien wanner hij met zijn symbolen reist door het verborgen land. Heil Ra! Aanbeden wordt Ra! Uw vijanden zijn in de plaats der vernietiging". |
10
De afvalligen en godslasteraars van Ra, die gedoemd zijn tot vernietiging, met hun armen gebonden. |
Voor de derde divisie uit het "Boek der Poorten", klik hier. Terug naar de eerste divisie klik hier. |
Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.
Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter |
|
|
|