|
Boek der Doden |
Bezwering 183 |
Bezwering 1831 |
a |
P |
1 |
|
Osiris aanbiddend, lof geven aan hem en hommage aan Wennefer, respect tonen aan de Heer van het Heilige Land, Hem verheerlijken die zich op zijn zandvlakte bevindt. |
|
2 |
|
N. zal zeggen: |
S |
1 |
|
Ik ben naar u gekomen, O Zoon van Noet, Osiris heerser der Eeuwigheid; ik ben in het gevolg van Thoth en ik ben blij om al dat wat hij heeft gedaan.
Hij brengt u de zoete lucht voor uw neus, leven en soevereiniteit voor uw gezicht en eerlijk is de noorderwind die voortkomt uit Atoem naar uw neusgaten, O Heer van het heilige Land.
Hij zorgt er voor dat de zon op uw borst schijnt, hij verlicht de duistere weg voor u, hij verwijderd het kwade wat zich op uw lichaam bevindt d.m.v. de macht welke op zijn mond bevindt.
Hij heeft de Rivaliserende Goden gekalmeerd voor u, hij heeft de razernij en het tumult voor u gestopt, hij heeft er voor gezorgd dat de Rivalen duidelijk genegen zijn jegens u en de Twee Landen zijn vreedzaam verzoend voor u; hij heeft boosheid uit hun harten verdreven voor u en zij verbroederen zich met elkaar. |
|
2 |
|
Uw zoon Horus is van alle blaam gezuiverd in het bijzijn van de gehele Enneade; het koningschap over het land is aan hem gegeven en zijn uraeus doordringt het hele land.
De troon van Geb is hem toegewezen en het invloedrijke kantoor van Atoem is op schrift in een testament bevestigd, wat is gegraveerd op een zandstenen blok, overeenstemmend met wat uw vader Ptah-Tatenen heeft verordend vanaf de grote troon.
Zijn broer is voor hem geplaatst op de steunders van Sjoe, water omhoog brengend naar de bergen met de bedoeling om dat te laten floreren wat uitkomt op de woestijn en het fruit dat voortkomt op het platteland en hij produceert via water en via land.
De goden van de hemel en de goden van de aarde hebben de aarde toevertrouwd aan uw zoon Horus en zij volgen naar zijn tribunaal; alles wat hij heeft verordoneerd is voor hen duidelijk en zij voeren het direct uit. |
|
3 |
|
Uw hart is gelukkig, uw hart, O Heer der Goden, bezit alle vreugde.
Het Zwarte Land en het Rode Land zijn in vrede en zij dienen uw uraeus; de heiligdommen zijn stevig op hun plek gezet, steden en nomen van naam zijn gesticht. Zij maken presentaties voor u met goden-offers; mensen offeren voor eeuwig aan uw naam; menzen uiten lofspraak aan u om wille van uw naam; mensen geven plengoffers aan uw ka en invocatie-offers aan de geesten in uw gevolg; water is uitgegoten over halve broodkoeken voor de zielen van de doden in zijn land.
Elk ontwerp van u is net zo effectief als in zijn vorige staat.
|
|
4 |
|
Kom te voorschijn, O Zoon van Noet als de Heer van Allen in zijn glorieuze verschijningen, want u bent levend, permanent, jong en echt.
Uw vader Re heeft uw lichaam gezond gemaakt, uw Enneade prijst u; Isis is bij u en zal u niet in de steek laten en er zullen geen vijanden van uw meer worden geveld.
De heren van alle landen aanbidden uw pracht net zoals Re wanneer hij schijnt tijdens de dageraad. U verschijnt als iemand omhoog geheven op zijn standaard en uw pracht wordt
verheerlijkt en is wijdverspreid.
Het koningschap van Geb is aan u gegeven, want hij is uw vader die uw pracht heeft geschapen. Het was uw moeder Noet die de goden baarde die uw lichaam tot leven brachten, die uw baarde als de grootste van de Vijf Goden, die de Witte Kroon stevig op uw hoofd plaatsten en u pakte de staf en de vlegel terwijl u
nog in schoot zat, voor dat u naar buiten was gekomen op aarde.
U bent gekomen als Heer van de Twee Landen en de Atef-kroon van Re bevindt zich op uw voorhoofd; de goden komen buigend naar u toe en de vrees voor u doordringt hun lichamen; zij zien u in de waardigheid van Re en de angst voor Uw Verhevenheid is in hun harten.
Leven is met u, voedsel volgt achter u en de Waarheid wordt voor u gepresenteerd.
|
|
Bezwering 183 BM 9901-2
Rechts detail:
Thoth, met de kop van een Ibis, offert de symbolen voor "al het leven en domeinen" aan een onzichtbare Osiris. |
|
|
|
5 |
|
Moge u mij laten zijn in Uwe Verhevenheids zijn gevolg als ware ik op aarde; moge mijn ziel worden gesommeerd en moge het u vinden naast de Heren der Waarheid.
Ik kom naar de stad van de god, de oorspronkelijk regio; ziel, ka en geest zijn wat is in dit land. Zo is zijn god, namelijk de heer van de Waarheid, eigenaar van voorraden, rijk in kostbare spullen'hij naar wie elk land wordt getrokken.
Boven-Egypte komt stroomafwaarts naar beneden-Egypte m.b.v. wind en roeien om het feestelijk te maken met giften, in overeenstemming met wat zijn god heeft verordend; aangaande een ieder die er rust binnenin, hij zal nooit een wens hoeven te uitten.
Gelukkig is hij die doet wat goed is voor de god aldaar; hij zal een hoge leeftijd toebedelen aan hem dit dat doet tot dat hij de staat van gezegende bereikt en het einde van dit is een blije begrafenis in het Heilige Land. |
|
6 |
|
Ik kom naar u met in mijn handen de Waarheid en een hart zonder leugens. Ik plaats de Waarheid voor u neer, want ik weet dat u daarvan leeft. Ik heb niets verkeerd gedaan in dit land en niemand zal lijden onder het verlies van zijn bezittingen. |
|
6 |
var |
Ik ben naar u gekomen met de Waarheid in mijn mond en de Waarheid in mijn handen; ik bezit de Waarheid. Weet de God niet dat ik liegen afschuwelijk vind voor u? |
b |
S |
1 |
|
Ik ben Thoth, de ervaren schrijver wiens handen puur zijn, de Heer van puurheid die het kwade verdrijft; die schrijft wat waar is, die valsheid verafschuwd, wiens pen de Heer van Allen verdedigt; meester der wetten die geschriften interpreteert en wiens woorden de Twee Landen hebben gesticht. |
|
2 |
|
Ik ben Thoth, Heer der Rechtvaardigheid, die hem wiens stem is gestild van alle blaam zuiverd; beschermer van de arme man die heeft geleiden onder het verlies van zijn bezit; die duisternis verdrijft en de storm doet opklaren.
Ik heb lucht (gegeven) aan Wennefer, zelfs de eerlijke bries van de noorderwind alsof deze voortkwam uit de schoot van zijn moeder.
Ik heb er voor gezorgd dat hij binnen is gegaan is de geheime grot met de doelstelling om het hart van de Inerte te ontvangen, Wennefer de zoon van Noet, de gerechtvaardigde Horus. |
1 |
Gebaseerd op Ag1 (19de dynastie) en Ec2 (21ste dynastie) vignet van Ag1 toont in het ene paneel N. en zijn vrouw staand in gebed en in het andere paneel Thoth met de kop van een ibis de symbolen voor "al het leven en domeinen" offeren aan een niet zichtbare Osiris. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ag |
19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Hunefer uit Thebe, BM 9901 (Pap. Clot Bey) |
Nav.; Budge, Text |
2 |
Ec |
21ste dynastie hiëratisch papyrus van Nestanebtasheru uit Thebe (TT 320), BM 10554
|
E.A. Wallis Budge, Het Greenfield Papyrus in het British Museum (1912) |
Onder afbeelding van BM 10554-57
Boek der Doden van Nestanebtasheru; blad 57; zwarte lijn vignet boven;
Hiëratische tekst in rood en zwart onder. Bezwering 182 + vignet van bezwering 153A. |
|
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
Pyr |
Sethe, Kurt. Die altaegyptischen Pyramidentexte nach den Papierabdrucken und Photographien des Berliner Museums neu hrsg. und erhiutert .... Leipzig, 1908-22. 4 v. [Section numbers (not spell numbers) follow the abbreviation.] |
|
|
|