|
Boek der Doden |
Bezweringen 131 en 132 |
Bezwering 1311 |
P |
1 |
|
Bezwering om in het bijzijn van Re te zijn. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.: |
S |
1 |
|
Ik ben die Re, die schijnt in de nacht. Wat betreft een ieder die in zijn gevolg is of die leeft in het gevolg van Thoth, hij zal in volle glorie voor de Horus verschijnen in de nacht en in vreugde voor mij, want ik ben één van deze en mijn vijanden worden verdreven van de Entourage. |
|
2 |
|
Ik ben een volgeling van Re die zijn firmament heeft ontvangen. Ik ben naar u gekomen, Re mijn vader; ik heb gereisd in de lucht, ik heb deze Geweldige Godin opgeroepen, ik heb de god der Autoriteit gedecoreerd, ik ben die Destructieveling die zich op de weg naar Re bevindt gepasseerd en het gaat goed met mij. Ik heb deze Oudere bereikt, die zich aan de grenzen van de horizon bevindt, die ik heb verdreven. In neem bezit van de Geweldige Godin, ik verhef uw ziel wanneer u sterk bent geworden en zmijn ziel heeft vrees en ontzag voor u. |
|
3 |
|
Ik ben hij die de bevelen van Re uitvoert in de hemel. Heil aan u, Grote God in het oosten van de Hemel! Ik ga in vrede aanboord van uw Bark, O Re; ik navigeer in vrede naar het prachtige westen en Atoem spreekt tegen mij. |
|
4 |
|
Het vervolg van deze bezwering is helaas te zeer beschadigd om een begrijpelijke tekst weer te geven. |
Onder: Bezwering 131, BM 10257-15 |
Horemheb knielt in een boot, Re aanbiddend, met valkenkop en een zonneschijf en een cobra dragend op zijn hoofd en gehurkt in een grote zonneschijf met een was-scepter vasthoudend op zijn knie. |
|
Bezwering 1322 |
P |
1 |
|
Bezwering om er voor te zorgen dan een man zich omdraaid om zijn huis op aarde te kunnen zien. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N., hij zal zeggen: |
S |
1 |
|
Ik ben die Leeuw die van huis ging met een boog, ik heb geschoten en ik heb ...... het oog van Horus behoort aan mij, ik heb het oog van Horus geopend op dit moment, ik heb de rivieroever bereikt.
Kom in vrede, O N. |
|
2 |
|
Ik ben inderdaad gegaan, (want) er is geen fout van mij gevonden en in de balans bevinden zich geen misdaden van mij. |
|
|
Bezwering 132, BM 9964-20
Rechts detail;
Nebamun staat met een staf in zijn hand voor zijn aardse huis, die is gebouwd met
bakstenen van modder.
|
|
|
1 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie);§ S 4 is een overblijfsel van CT 758 en 759 dat gaat over de omcirkelende slang en 4 routes van vuur een god omringend die is gelabeld "Miljoenen van Jaren", echter CT zelf is slechts in 1 tekst opgemerkt, die te beschadigd is om duidelijkheid te verschaffen. Vignette van R2 (Pers./Ptol) toont N. knielend op Re's bark. |
2 |
Gebaseerd op Pc3 (18de dynastie), wiens vignette N. toont een staf vasthoudend kijkend richting de ingang van een huis. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nwnw uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 |
R |
Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-Sw-&fnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) |
"OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |
3 |
Pc |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van §nnA L3074 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|