|
Boek der Doden |
Bezweringen 81A en 81B |
Bezwering 81A1 |
P |
1 |
|
Bezwering om getransformeerd te worden in een lotus. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.: |
S |
|
|
Ik ben deze pure lotus die voort kwam uit de zonneschijn, die zich bij de neus van Ra bevindt; Ik be neergedaald opdat ik het mag zoeken voor Horus, want ik ben de zuivere die tevoorschijn komt uit het moeras. |
|
Bezwering 81: BM 10470-28.
Rechts detail:
Het hoofd van een man komt tevoorschijn uit een blauwe lotus bloem, die drijft op water, een symbolische representatie van het dagelijks wederkeren van de zonne-god en een garantie voor opstanding voor Ani. |
|
|
|
Bezwering 81: BM 10477-11.
Rechts detail:
Een langgesteelde blauwe lotus, symbolisch voor de opstanding van Nun. |
|
|
Bezwering 81B2 |
P |
1 |
|
Bezwering om getransformeerd te worden in een lotus. |
|
2 |
|
Om te zeggen door N.: |
S |
|
|
O Lotus, behorend tot het uiterlijk van Nefertem, ik ben de Man. Ik ken uw naam, ik ken uw namen gij goden, gij heren van het rijk der doden, want ik ben één van jullie.
Mogen jullie mij toestaan dat ik de goden kan zien die de Andere Wereld leiden, moge aan mij een zetel worden gegeven in het rijk der doden in de nabijheid van de heren van het Westen, moge ik mijn plaats innemen in het Heilige Land, moge ik offers ontvangen in de aanwezigheid van de heren der eeuwigheid, moge mijn ziel voortgaan naar elke plaats die het maar wenst, zonder te worden tegengehouden door de aanwezigheid van de Geweldige Enneade. |
1 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie). Vignette van Aa2 (18de dynastie) toont een blauwe lotus bloem op een lange stengel. |
2 |
Zo genummerd door Naville. Alleen bekend van Le3 (20ste/21ste dynastie). Vignette toont het hoofd van een man komend uit een blauwe lotus op een lange stengel. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
Symbool |
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 |
Aa |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) |
Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville. |
3 |
Le |
19de/20ste dynastie hiërogliefen papyrus van Pakerer uit Memphis, Leiden T 4. |
Edouard Naville |
Onder afbeelding van het papyrus van Pakerer, Leiden T 4
Bron: Rijksmuseum voor Oudheden Leiden. (waarvoor dank) |
A: Wijze van inramen: papyrus op wit papier, geplakt op karton achter glas
B: Indeling -
1. Aantal kolommen: 21 kol. = 18 x 37 cm -
2. Schrift: cursieve hiërogliefen, retrograde
3. Kleur inkt: zwart, rubra in kolom 1 en 2, beschadiging in elke kolom -
4. Leesrichting: van links naar rechts, retrograde -
5. Aantal vignetten drie: (1) links over hele hoogte (30 x 7,5 cm); (2) aansluitend boven (12,5 x 15,5 cm); (3) rechtsboven (12,5 x 21 cm) 6. Kleur: zie beneden
C: Beschrijving
Vignet 1: Lotus op lange steel met roodzwarte omtrek en hoofd dat eruit kijkt. Mooie details: zwarte pruik met rood-witte hoofdband en rode zalfkegel. De lotuskelk is geheel verdwenen (koperchloride), men ziet alleen nog de lange standaard. Hoort bij DB 81A
Vignet 2:
Dit vignet hoort bij DB 85. Er is een ram voorgesteld voor een vuurbeker. Allen is met rode omtrek behalve de horens, ogen en de baard (zwart). De vuurbeker is in rode en zwarte omtrek. De manen hebben mooie details in verschillende nuances van rood.
Vignet 3:
Dit vignet hoort bij DB 99: Pakerers vrouuw staat achter haar man op een bark. Ze draagt een lang wit gewaad en een zwarte lange pruik. Voor in de bark knielt ? (niet zeker te zien) Pakerer in aanbiddende houding met witte lange schort en zwarte pruik. Huidskleur van de vrouw is roze, van Pakerer roodbruin. Wat van de bark nog te zien is (zeil, delen van de stuurriem, mast) zijn in rode omtrek, de bark is geheel weg (koperchloride van het water).
Tekst: Kol. 1-9 = DB 85 -
Kol. 10-21 = DB 99 |
|
|
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode. |
CT |
Coffintexts, sarcofaagteksten. |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|