WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Boek der Doden
Bezweringen 78


Bezwering 781
Deze Bezwering is in dramatische stijl, met verschillende karakters om de beurt sprekend en het lijkt een onderdeel te zijn van een religieus drama, gereciteerd als een tempelritueel.
Of er enige actie heeft plaatsgevonden is twijfelachtig, maar waarschijnlijk is dat het een recitatief om beurten geprononceerd door verschillende priesters was, mogelijk met toepasselijke gebaren. Hier is het gewoonweg gebruikt als een magische bezwering.
P 1   Bezwering voor het aannemen van de gedaante van een goddelijke valk.
  2   Om te zeggen door N.
S 1   Osiris spreekt: O Horus kom naar Busiris, ontruimt mijn wegen voor mij en steek allen over naar mijn huis, dat gij mijn gedaante moge zien en mijn verschijning verheerlijkt. Moge gij angst opwekken voor mij, moge gij ontzag voor mij creëren, dat de goden van de Andere Wereld mij vrezen, dat de poorten voor mij op hun hoede zijn.
Laat hem, die mij kwaad heeft gedaan mij niet naderen, zodat hij mij ziet in het Huis der Duisternis en mijn vermoeidheid ontdekt die voor hem verborgen is.
De Goden: "Doen dus", zeggen de goden, die de stemmen horen van hen die de kamer van Osiris ingaan.
  2   Horus: Wees stil jullie goden; laat een god spreken met een god, laat hem de ware boodschap horen, welke ik aan hem zal vertellen.
Praat tegen mij, Osiris en sta toe dat wat is voortgekomen uit uw mond en mij aangaat wordt herroepen.
Zie uw eigen gedaante, vorm uw verschijning en zorg dat hij voortgaat en macht heeft over zijn benen opdat hij mag schrijden en copuleren onder de mensen en gij zult daar zijn als de Heer van Allen. De goden van de Andere Wereld vrezen u, de poorten zijn op hun hoede voor u.
Gij loopt door met hen die doorlopen, terwijl ik blijf op uw (graf)heuvel als de Heer van het Leven.
Ik verbind mijzelf met de goddelijke Isis, ik verheug wegens hem die jou kwaad heeft gedaan. Moge hij niet komen zodat hij uw vermoeiheid ziet die voor hem verborgen is.
Ik zal gaan en komen bij de grensgebieden van de hemel,
  3   dat ik het woord van Geb mag vragen, dat ik autoriteit mag eisen van de Heer van Allen. Dan zullen de goden u vrezen, zelfs zij die zullen zien dat ik een van hen die leven in de zonneschijn naar u stuur. Ik heb zijn gedaante gemaakt als mijn gedaante, zijn loop als mijn loop, dat hij moge gaan en komen naar Busiris, er uitziende als mijn verschijning, dat hij aan jou over mijn doen en laten zal vertellen. Hij zal er voor zorgen dat jij angst inboezemt, hij zal eerbied voor jou creeëren in de goden van de Andere Wereld en de poorten zullen op hun hoede zijn voor jou.
  4  

De boodschapper: Inderdaad ik ben iemand die verblijft in de zonneschijn, ik ben een geest die ontstond en was gemaakt uit het lichaam van de god, ik ben één van die goden of geesten die verblijven in de zonneschijn, die Atoem creeërde van zijn lichaam, die onstond uit de kern van zijn oog, die Atoem creeërde en met wie hij geesten maakte, wiens gezichten hij creeërde, met de bedoeling dat ze bij hem zouden zijn, terwijl hij alleen was in de Diepte, die hem aankondigde toen hij voortkwam uit de horizon, die ontzag voor hem regelde in de goden en de geesten, de Machten en Verschijningen.

  5   Ik ben één van die slangen gemaakt door de Enige Heer, voordat Isis onstond opdat zij Horus kan baren. Ik ben sterk gemaakt, ik ben jong en krachtig gemaakt. Ik ben ingedeeld boven de anderen die verblijven in de zonneschijn, de geesten dit ontstonden tesamen met mij. Ik hen acte de présence gegeven als een goddelijke valk, Horus heeft me voorzien van zijn verschijning met de bedoeling dat ik zijn kwesties naar Osiris breng, in de Andere Wereld.
  6   De Dubbele Leeuw maakt een bezwaar: De Dubbele Leeuw die in zijn spelonk is, bewaker van het Huis van de Koninklijke Hoofdbedekkingen, zei tegen mij: 'Hoe kun je de overgangsgebieden van de hemel bereiken? Inderdaad jij bent uitgerust met de verschijnlijk van Horus, maar jij bezit de Hoofdbedekking niet. Spreek jij op de overgangsgebieden van de hemel?'
De boodschapper: Ik ben inderdaad hij die de kwesties van Horus naar Osiris brengt in de Andere Wereld. Horus heeft tegen mij herhaald wat zijn vader Osiris tegen hem zei in de .... op de dag van de begrafenis.
De Dubbele Leeuw: herhaal voor mij wat Horus heeft gezegd als het woord van zijn vader osiris in de ... op de dag van de begrafenis. Dan zal ik jou de Hoofdbedekking geven - zo zei de Dubbele Leeuw tegen mij - dat je moge komen en gaan op de wegen van de hemel.
Dan zullen zij die verblijven in de horizon jou zien en de goden van de Andere Wereld zullen jou vrezen.
De boodschapper: Jij mag jubeien aangaande hem, hij is ingewijd in het woord van deze goden, de Heren van Allen, die aan de zijde zijn van de Enige Heer - zo zegt hij die hoog op het podium is, die zich ophoudt in heiligheid, mij aangaande.
De Dubbele Leeuw is tevreden: Pak de Hoofdbedekking voor hem - zo zegt de Dubbele Leeuw mij betreffend.
  7   De boodschapper, nu in het bezit van de Koninklijhke Hoofdbedekking vervolgt zijn weg: O Heret maak de weg voor mij vrij, ik ben verheven in de gedaante van Horus en de Dubbele Leeuw heeft de Hoofdbedekking voor mij uitgepakt, hij heeft me mijn vleugels gegeven, hij heeft mijn hart gevestigd op zijn grote standaard. Ik zal niet vallen terwille van Shu, ik ben hem die zichzelf kalmeert met zijn eigen schoonheid, de heer van de twee machtige koninklijke slangen.
Ik ben hij die de wegen van Nut kent, de winden zijn mijn bescherming en de razende stier zal mij niet terug drijven. Ik ga naar de plaats waar Hij die slaapt verblijft, hulpeloos zijnde, die in het Veld der Eeuwigheid is, die rondleidde naar de pijnlijke westelijke duisternis, zelfs Osiris.
  8   Ik kom vandaag van het Huis van de Dubbele Leeuw, ik ben van voortgegaan naar het Huis van Isis, naar de geheime mysterieén, ik ben rondgeleid naar haar verborgen geheimen, want zij zorgde er voor dat ik de geboorte van de Grote God heb gezien.
Horus heeft mij voorzien van zijn verschijning met de bedoeling dat ik zeg wat daar is, met de bedoeling dat ik mag zeggen .... wat de gevreesde aanval zal afslaan.
  9   Ik ben de valk die verblijft in de zonneschijn, die macht heeft door zijn licht en zijn schittering. Ik ga en komt naar de overgangsgebieden van de hemel ... Daar is niemand die mij tegenhoud ... Horus tegen de overgangsgebieden van de hemel.
Horus is op zijn zetels en tronen en ik ben hij die in zijn gedaante is. Mijn armen zijn die van een goddelijke valk, ik ben iemand die (de positie van) zijn Heer heeft verworven en Horus heeft me voorzien van zijn verschijning.
  10   I ga voort naar Busiris opdat ik Osiris moge zien, ik land bij het Verblijf van de Grote Dode; Ik verspreid angst voor hem en creeër ontzag voor hem onder de goden. Ik behoor tot het grote heiligdom, zelfs ik de heilige van ... voor hun die heen en weer wandelen en Nut zal heen en weer wandelen wanneer ze mij ziet. De vijandige goden hebben gezien dat zij de Oogloze aanmoedigt tegen hen die hun armen naar mij zullen uitsteken. De machtige staat op tegen de aarde-goden, de heilige wegen zijn voor mij geopend wanneer zij mijn gedaante zien en horen wat ik zal zeggen.
  11   Neer op uw gezichten, jullie goden van de Andere Wereld, wiens gezichten zijn ... wiens nekken uitgestrekt zijn en die het gezicht vande Grote Sloper verbergen! Maak de weg vrij van ... richting de majesteitelijke verschijning.
De boodschapper citeert de orders van Horus: Horus heeft verordonneert: Hef uw gezichten op en kijk naar hem: hij heeft acte de présence gegeven als een goddelijk valk, de Dubbele Leeuw heeft de Hoofdbedekking voor hem uitgepakt, hij is gekomen met het woord van Horus naar Osiris.
  12   De Grijsharigen hebben ... hij heeft zichzelf verenigt met de Machten. Ga uit de weg, jullie bewakers van jullie poorten, voor hem voor mij, maak de weg vrij voor hem. Laat hem passeren, O gij die verblijven in jullie spelonken, bewakers van het Huis van Osiris.
De boodschapper hervat zijn eigen toespraak: ik zeg: Hoe machtig is Horus! Ik zorg dat hij weet dat de verschrikking voor hem groot is en dat zijn hoorn scherp is tegen Seth; dat Horus autoriteit heeft gepakt en dat hij de macht van Atoem heeft verworven. Ik heb Horus gevolgd, de Heer van Allen.
De goden geven de boodschapper permissie om te passeren: Passeer in vrede - zo zeggen de goden van de Andere Wereld tegen mij. De bewakers van hun spelonken, de bewakers van het Verblijf van Osiris staan op.
  13   De boodschapper antwoordt: Ziet, ik kom bij jullie als een geest die van het nodige is voorzien. De bewakers van de poorten lopen voor mij, de Machten maken de weg voor mij vrij, ik heb de Grijsharigen meegebracht die Nenet heeft getrotseerd.
De groten die wonen in de horizon vrezen mij, zelfs de bewakers van .... in de hemel, die de wegen beschermen. Ik heb de poorten stevig gemaakt voor de heer van Allen, ik heb de wegen vrijgemaakt richting hem;
  14   Ik heb gedaan wat was verordend, want Horus heeft me voorzien van zijn gedaante. Laat mijn wijsheid worden erkend, want ik wens triomf over mijn vijanden.
Mogen de mysterieën worden onthuld voor mij, mogen de geheime grotten worden geopend voor mij, moge ik binnengaan in de heer van de Ziel, buitengewoon verheven, moge ik voortgaan naar Busiris en geheel gaan over zijn verblijf, moge ik hem vertellen over het doen en laten van zijn zoon die hij lief heeft, terwijl het hart van Seth eruit wordt gesneden.
Moge ik zien de Heer der Vermoeidheid, die oneindig is, opdat hij moge weten hoe Horus het doen en laten van de goden heeft geregeld zonder hem.
  15   De boodschapper bereikt zijn doel en addresseert Osiris: O heer van de Ziel, buitengewoon verheven, zie, ik ben gekomen, de Andere Wereld is voor mij geopend, de wegen in de hemel en op aarde zijn voor mij geopend en er was niemand die mij tegenwerkte.
Wees verheven op uw zetel, O Osiris: moge uw borst leven en moge uw achterste krachtig zijn. Laat uw hart jubelen, want uw heeft Seth overwonnen en uw zoon Horus is op uw troon geplaatst. Ontelbaren zijn aan hem toegewezen, de goden hebben hem offerandes gebracht en het hart van Geb, die ouder is dan de groten verheugd zich.
  16   De hemel is sterk en Nut is vreugdevol als ze ziet wat Atoem heeft gedaan, terwijl hij zat tussen de twee Enneaden en de autoriteit die op zijn mond is gaf aan Horus de zoon van Isis.
Hij is de heerser over Egypte geworden, de goden werken voor hem, hij heeft ontelbaren gevoed en hij heeft ontelbaren opgevoed d.m.v. het Enige Oog, de Meesteres der Enneaden, de Vrouwe van Allen.

Bezwering 78: BM 10470-25.

Rechts detail:

De goddelijke valk staat op een lage sokkel met een (dors)vlegel op zijn schouder.

Onder BM 10470-26 (Bezwering 78 vervolg)

Onder BM 10470-27 (Bezwering 78)

Onder BM 10477-13 (Bezwering 78)




1 Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie). Vignette van Pa2 (18dedynastie) is vergelijkbaar met die van Ce3 (18de dynastie) voor Bezwering 77.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.
Symbool Datum en beschrijving: Zie:
1 Ea 18de dynastie hiërogliefen  papyrus  van Nwnw uit Thebe, BM 10477 Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri
2 Pa 18de dynastie hiërogliefen  papyrus  van een onbekende man, L 3073 Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.]
3 Ce 18de dynastie  hiërogliefen  papyrus  van  Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189.
E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908)

 

Gebruikte afkortingen
Ptol Ptolemaeïsche periode.
Pers Perzische periode.
CT Coffintexts, sarcofaagteksten.
BM British Museum
OIP LXXXII The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.

 

Terug naar de Inhoudsopgave Terug naar Bezwering 74 Naar Bezwering 79

 

 
Rechts