|
Boek der Doden |
Bezweringen 27 en 28 |
Bezwering 271 |
|
BM 10470.
Bezwering 27.
Ani staat in verering voor zijn hart op een standaard, met daarachter gezeten vier goden.
|
|
|
P |
1 |
|
Bezwering om er voor te zorgen dat N.'s borst niet van hem wordt afgenomen in Gods Domein. |
|
2 |
|
Hij zegt; |
S |
1 |
|
O gij, die harten grijpt en borsten uitscheurt, die een mans hart vormt uit (wat) hij <heeft> gedaan in het domein van god, ziedaar, het vergeet hem door jou. |
|
2 |
|
Heil aan u, Heren van de Eeuwigheid, stichters van de eeuwigheid. Neem dit hart niet van me af, geef deze borst van mij niet de schuld. Laat dit hart van mij niet deze boosaardige schuld tegen mij vormen, want dit hart van mij is het hart van de Groten van Namen, de grote god die spreekt via zijn lichaamsdelen. Toen hij zijn hart [stuurde] uit zijn lichaam, stelt zijn hart zich (beter) voor dan de (andere) goden (doen). |
|
3 |
|
Ik heb mijn hart en controleer het. Het mag niet vertellen wat ik heb gedaan. Ik ben iemand die zijn eigen lichaamsdelen controleert. Gehoorzaam mij, mijn hart, (want) ik ben uw heer terwijl u in mijn lichaam bent. Gij zult zich niet verzetten tegen mij, (want) ik ben hem die gij dient te gehoorzamen zoals u is bevolen in gods domein. |
|
BM 10086 Bezweringen 27 en 28.
Ta-Amen-iw knielt, haar hart vasthoudend, voor drie goden die zitten op een sokkel (Bezwering 27).
Links, staat ze met haar armen in eerbied opgeheven voor haar hart op een offertafel, waarachter een god zit op een sokkel met een was-scepter op zijn knieën (Bezwering 28). |
|
|
Bezwering 282 |
|
|
|
a |
P |
1 |
|
Bezwering om er voor te zorgen dat N.<'s> borst niet van hem wordt afgenomen in Gods Domein. |
|
2 |
|
Hij zegt; |
S |
1 |
|
O Leeuw, ik ben (een haas). Het slachtblok van de god is mijn gruwel. |
|
2 |
|
Deze borst van mij zal me niet ontnomen worden [door de] Vechters in Heliopolis. |
|
|
|
b |
S |
1 |
|
O vernietigers van Osiris, [hij] heeft [Seth] gezien. [O] keer om in achtervolging van hen die hem sloeg, [want hij heeft vernietiging veroorzaakt]. Deze [borst] van mij [zit] en huilt uit zichzelf om hem voor Osiris, (wiens staf zich in zijn hand bevindt). Hij (heeft) van mij gevraagd en ik heb hem (zijn verzoek) gegeven. Ik hen hem de warmhartigen toegewezen in het huis van degene met het Heldere Gezicht. Ik heb hem zand overhandigd bij de ingang van Hermopolis. Deze borst van mij zal me [niet] af worden genomen. |
|
2 |
|
Ik ben iemand wiens zetel gij geavanceerd heeft, borsten binden [aan hem in het gebied van de verse offergaven]. Krachtig tegen zijn gruwelen, heer (van macht), redder van geesten, (uw macht) is in uw greep als gevolg van uw kracht. |
|
3 |
|
Deze borst van mij bewijst eerbetoon aan Atoem, de leider tegen de holen van Suty.
Zal hij het niet aan mij [geven] -- deze borst van mij, die [zijn hart] verwekte -- [in de Raad] die in het Domein van God is?
|
|
|
|
c |
S |
|
|
Een ingepakt been is wat ze gevonden en begraven hebben. |
|
BM 9951:
Bezwering 28.
boven compleet.
Rechts detail.
Mutirdais vereert haar hart, welke zich op een standaard bevindt voor een god met de kop van een valk, die zit op een schrijnvormige sokkel.
(De afbeeldingen ernaast gaan over de Bezweringen 30, 31 en 32 en kun je daar zien.) |
|
1 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie). Vignet van Pc2 (18de dynastie) toont N. zijn hart vasthoudend terwijl hij bidt tot een groep van drie goden. |
2 |
Gebaseerd op Ea1 (18de dynastie), met gebreken en omissies in b, geleverd in de eerste plaats vanuit TT 823 (18de dynastie). Vignet van Ax4 (18de dynastie), toont N. knielend voor zijn verwijderde hart. Pc2 (18de dynastie) heeft in plaats hiervan N. wierook offerend aan Osiris, terwijl in Pb5 (18de/19de dynastie) N. knielt voor de god Bes, die een leeuwenmasker en staart draagt. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
|
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
2 |
Pc |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van §nnA L3074 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
3 |
TT 82 |
Beschilderd gips in een 18de dynastische tombe en grafkamer van Amenemhat in Thebe. |
LD III 38 and Text II 266-69;
Nav. (Ta) |
4 |
Ax |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van BAksw uit Thebe, collectie van Mrs. Dent, Sudely |
Nav. |
5 |
Pb |
18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van &wri , L3092 |
Bv. Nav. |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|