WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
De vijfde divisie uit het "Boek der Poorten".
De Poort van Teka-Hra.
De boot van de Zon arriveert na de passage van de vierde Divisie bij de Poort die leidt naar de vijfde Divisie.
Deze poort is vergelijkbaar met die welke de Vierde Divisie beschermt en wordt bewaakt door negen goden, die worden beschreven als "HET VIERDE GEZELSCHAP", bij de ingang van de galerij en bij haar uitgang staat een god met een jakhalskop, de eerste wordt genoemd AAU en de laatste TEKMI, elk van hun is gezegd om "zijn armen en handen uit te strekkennaar Ra.

1

De Poort van de slang Teka-Hra.

1

 

De galerij wordt 'geveegd' door vurige vlammen, de galerij wordt genoemd ARIT en de tekst luidt:
"Deze grote God komt naar deze Poort en gaat erdoor naar binnen en de Goden die aldaar verblijven juichem hem toe". De negen Goden zeggen tegen Ra: "RA-HERU-KHUTI laat onze deuren opengaan en open onze Poorten. Saluut Ra, komt gij bij ons, O grote God, 'Heer van verborgen karakter".

De monsterslang die op zijn staart staat en de Poort bewaakt is genaamd TEKA-HRA en de twee regels tekst die verwijzen naar zijn erkenning door Ra luiden: "Hij die over deze deur gaat opent deze voor Ra. Saa zegt tegen TEKA-HRA, 'Opent uw Poort voor Ra, opent uw deuren voor KHUTI, dat hij licht zal sturen in de dikke duisternis en dat zijn uitstralingen de verborgen verblijfplaats moge verlichten'.
Deze deur wordt gesloten nadat deze grote God gepasseerd is en er is klaagzang voor zij die zijn achtergebleven in deze Poort als ze horen dat de deur voor hen gesloten is
".

Aangezien de hiërogliefen tekst identiek is aan die bij de vierde divisie, wordt deze hier niet herhaald.

 

In het midden van deze divisie zien we de boot van Ra, voortgesleept op zijn weg door vier Goden van de Duat, de God is in dezelfde vorm als voorheen en staat in een schrijn omgeven door MEHEN. (Zie afb. 2)
Saa staat op de boeg en Heka op de achtersteven.
Voor degenen die de boot slepen staan negen gehulde Goden, met uitstekende ellebogen elk van hen houdt in zijn hand een deel van het lichaam van een lange,slanke slang en de groep heet:
"DEGENEN DIE ENNUTCHI VASTHOUDEN."
(Zie afb. 3)

Daarvoor staan 12 bebaarde wezens, die voort-schrijden richting een God. De twaalf goden worden beschreven als Baiu Reth-Ammu-Tuat, d.w.z.
"DE ZIELEN VAN DE MANNEN DIE IN DE DUAT ZIJN". (Zie afb. 4)

2

2

De boot van Ra, gesleept door de Goden van de vijfde divisie van de Duat.

 

De tekst luidt:
"De goden van de Duat slepen deze grote god voort en hij reist door de verborgen"plaats. [Ra zegt] 'Sleept gij mij voort, O gij Goden van de Duat en zing loftuigingen voor mij, o gij die aan het hoofd der sterren staan, laat uw koorden sterk (of krachtig) zijn en sleept mij mee m.b.v. hen en laat uw handen en armen stabiel zijn, laat er snelheid in uw benen zijn, laat er een sterke intentie in onze ziel zijn en laat uw harten blij zijn. Opent gij een gunstige weg naar "De kamers (qerti) van verborgen dingen".

3

3

De negen Goden die Ennutchi vasthouden.

De tekst met betrekking tot de dragers van de slang luidt als volgt:
"Degenen die in deze scène zijn, dragen deze slang. Ra verslaat ze en maakt vorderingen naar hen toe opdat hij kan gaan rusten in [de poort genoemd] NEBT-AHAU. Deze slang reist zo ver als het (d.w.z. deze (poort),maar hij passeert deze niet. Ra zei tegen ze: 'Verslaat gij de slang ENNUTCHI daar en geef hem geen enkele gelegenheid [daarbij om te ontsnappen], zodat ik door jou kan passeren. Verberg je armen, vernietig dat wat je bewaakt, bescherm dat wat ontstaat uit mijn vormen en bindt gij vast (of, keten) dat wat ontstaat van uit mijn kracht'. Hun voedsel bestaat uit het horen van het woord van deze God en offers worden gedaan aan hun uit het horen van het woord van Ra in de Duat. "

4

4

(uiterst links) Heri-Qenbet-f. (Rechts) De zielen van de mensen die in de Duat zijn.

"Tegen diegenen die hebben gesproken wat goed en waar is op de aarde en die de vormen van de God hebben verheerlijkt, zegt Ra: 'Lof zal worden [gezongen] voor uw zielen en er zal adem voor uw neusgaten zijn en voor uw zullen er een verenigingen zijn in Sekhet-Aaru. Dat wat inderdaad voor jou zal zijn, is dat wat behoort aan de Maati-Goden. De verblijfplaatsen die voor jou zullen zijn, zullen [of zijn] op de hoek waar zij die met me zijn leven en die voor hen de woorden wegen'.
Hun voedsel bestaat uit sneden brood en hun drank is van
'tchesert' drankjes en hun plengoffers zijn van koel water. Offergaven worden op aarde aan hun gedaan als aan de God HETEPI, overeenstemmend wat moet worden aangeboden aan hen".
Ra zegt tegen deze God, 'laat hem die over zijn 'Hoek' gaat (HERI-QENBET-F) roepen naar de zielen die rechtschapen, betrouwbaar en goddelijk zijn en zorg dat ze in vrede in hun verblijfplaatsen kunnen zitten, op de 'Hoek' van zij die bij mijzelf zijn'.

5

5

De 12 Goden die aanbiddingen doen in de Duat.

Aan de rechterkant van het pad van Ra in de Vijfde Divisie van de Duat zijn:
1. Twaalf mannelijke wezens, gebogen in adoratie, zij worden beschreven als "ZIJ DIE AANBIDDINGEN DOEN IN DE DUAT". (Zie afb. 5)

2, Twaalf mannelijke wezens die in hun handen een koord hebben t.b.v. het opmeten van stukken grond en landgoederen. Zij zijn genoemd, "HOUDERS VAN HET KOORD IN DE DUAT". (Zie afb. 6)
3. Vier Goden, rechtopstaand, elk het symbool van 'Leven' in hun rechterhand houdend en een scepter in de linker. (Zie afb. 7)

De passage in de tekst m.b.t. de aanbidders luidt:
"[Dit zijn] zij die liederen maken voor Ra in Amentet en Heru-Khuti loven. {Dit zijn zij die] Ra kennen op aarde en die offers gaven voor hem. Hun offers zijn op hun plek en hun glorie is in de heilige plaats van AMENT.
Zij zeggen tegen Ra, 'Kom gij, O Ra reis voort door de Duat. Alle lof voor u! Voegt u bij de heilige plaatsen met de slang MEHEN'. Ra zegt tegen hen, 'Dit zijn offergaven voor u, O gij die offers hebben gedaan. Ik ben content met dat wat gij voor mij gedaan hebt, zowel waanneer ik gebruikt werd om te schijnen in het Oostelijke deel van de hemel als wanneer in onderging om te rusten in de kamer van mijn Oog'.

Hun voedesel is van de sneden brood van Ra en hun drank is van zijn 'tcheser' drank en hun plengoffers zijn gemaakt van koel water en offers voor hen worden op aarde gedaan in ruil voor de lofliederen die ze voor Ra maken in AMENT".

6

6

De 12 Goden die het koord t.b.v. het land opmeten vasthouden.

De passage in de tekst die verwijst naar de houders van het meetkoord luidt als volgt:
"Dit zijn zij die het meetkoord vasthouden in AMENT en zij gaan daarmee over de velden van de 'Khu' (d.w.z. de zalig verklaarde geesten). Ra zei tegen hen, 'Neemt gij het koord, trek het strak en markeer de grens (of passage) van de velden van AMENTET, waarvan de 'Khu' in uw verbijfplaatsen zijn en waarvan de Goden op uw tronen zijn'. De 'Khu' van Neterti zijn in het 'Veld van de Vrede' en elke 'Khu is beoordeeld door het koord. Gerechtigheid is aan degenen die zijn (d.w.z. die bestaan) en ongerechtigheid aan hen die dat niet zijn. Ra zei tegen hen, 'Wat juist is in AMENT is het koord. Ra is content met het rekken (of spannen) van hetzelfde. Uw bezittingen zijn van u, O gij Goden uw boerderijen zijn van u, O gij 'Khu'. Aanschouwt gij, Ra bebouwt (of bewerkt) uw velden en hij gebied dat er ten behoeve van u zand(?)met je is".

"Saluut, reist voort, O Khuti want waarlijk de goden zijn tevreden met dat wat ze bezitten en de 'Khu' zijntevreden met hun boerderijen. Hun voedsel [komt] van Sekhet-Aru en hun offers van dat wat daarin ontspringt. Offers voor hen worden gedaan op aarde van het landgoed van Sekhet-Aaru".

7

7

De vier Henbiu Goden.

Tegen de vier bebaarde Goden zegt Ra, "Heilig zijt gij, O HENBIU GODEN, gij opzichters van de koorden in AMENTET. Stelt gij de velden vast en geef ze aan de Goden en aan de 'Khu' (d.w.z. geesten), nadat ze zijn gemeten in Sekhet-Aaru. Laat ze velden en zand geven aan de Goden en de zielen die in de Duat zijn. Hun voedsel is afkomstig uit Sekhet-Aaru en hun offers zijn van de dingen die daarin ontspringen".

8

8

De Aamu, d.w.z. de Aziaten. De Reth, d.w.z. de Egyptenaren. (uiterst rechts) Horus.

Aan de linkerkant van de boot van Ra bevinden zich:
1. Een God met de kop van een havik, leunend op een staf, hij is genaamd Horus.
2. Vier groepen, waarbij elke groep vier man bevat.
De eerste zijn RETH, de tweede zijn AAMU, de derde zijn NEHESU en de vierde zijn THEMEHU. De RETH zijn Egyptenaren, de AAMU zijn bewoners van de woestijnen in het oosten en noordoosten van Egypte, de NEHESU zijn de zwarte rassen en negers en de THEMEHU zijn de Libiërs.
3. Twaalf bebaarde wezens, die elk met beide handen het lichaam van een slang vastpakken, zij zijn genoemd "DE HOUDERS VAN DE PERIODE DER TIJD IN AMENT".
4. Acht bebaarde Goden, genaamd "DE SOEVEREINE OPPERHOOFDEN VAN DE DUAT".

9

9

De Themehu, d.w.z. de Libiërs. De Nehesu, d.w.z. negers.

De hiëroglifische tekst die betrekking heeft op deze groepen luidt als volgt:
Horus zei tegens de wezens van Ra, die in het Zwarte Land (Qemt, d.w.z. Egypte) wonen en in het Rode Land (d.w.z. de woestijnen die aan weerszijden van het Zwarte Land liggen, gevormd door het modder van de Nijl).
"Moge u magisch beschermt zijn, O gij wezens van Ra, die tot leven zijn gekomen uit de 'Great One' die aan het hoofd der hemel staat! Laat er lucht zijn voor uw neusgaten en laat uw linnen zwachtels losgemaakt worden! Gij zijt de tranen in de ogen van mijn schoonheid in uw naam van RETH (d.w.z. mannen) Machtig van afkomst (AA-MU) gij zijt tot leven gekomen in uw naam van het AAMU, Sekhet schiep hen en het is zij die hun zielen verlost (of wraakt). Ik masturbeerde [om u te produceren] en ik was tevreden met de honderdduizenden [wezens] die uit mij voortkwamen in uw naam van NEHESU (d.w.z. negers).
Horus heeft hen laten ontstaan en het is hij die hun zielen verlost (of wraakt). Ik zocht mijn oog en gij kwam voort in uw naam van THEMEHU, Sekhet schiep hen en ze verloste hun zielen
".

10

10

De twaalf goden van het leven in Ament.

De passage waarin wordt verwezen naar de Goden die de tijd van leven (KHERU-AHAU-EM-AMENT) stabiel maakten, luidt als volgt:
Diegenen, die de tijd van leven zeker (of permanent) maken, versterken de dagen der zielen in AMENTI en bezitten het woord (of commando) van de plaats der vernietiging. Ra zei tegen hen, "In zoverre gij de Goden zijt die leven in de Duat en die bezittingen hebben van [de slang] Meterui, m.b.v. degenen die gij tegenkomt uit de levenstijd van de zielen die in AMENTI zijn, die veroordeeld zijn tot vernietiging, vernietigd gij de zielen van de vijanden volgens de plaats der vernietiging aan wie gij toebedeeld zijt en laat ze de verborgen plaats niet zien".

11

11

De acht soevereine leiders in de Duat.

De passage in de tekst die verwijst naar de goddelijke soevereine leiders luidt als volgt:
"[Hier zijn] de goddelijke soevereine leiders die de vijanden zullen vernietigen. Zij zullen hun offers verkrijgen d.m.v. het woord (die betaamt)
'Maat', zij zullen hun offerande verkrijgen op aarde d.m.v. het woord (die betaamt) 'Maat' en het zijn zij die vernietigen en die slagen voor het bevelschrift aangaande (letterlijk 'schrijven') de duur van het leven van de zielen die in AMENTI wonen. De vernietiging, die de jouwe is, zal worden gericht tegen de vijanden en de kracht om te schrijven die gij bezit, zal zijn voor de plaats der vernietiging. Ik ben gekomen, zelfs ik de geweldige Horus, zodat ik een afrekening maak met mijn lichaam en dat ik het kwaad schiet naar mijn vijanden".
Hun voedsel is brood en hun drankje is de tchesert wijn en ze hebben koel water om zichzelf mee te verfrissen (of te baden). [offers werden gedaan voor hen op aarde, men kwam niet in de plaats der vernietiging]
Voor de zesde divisie uit het "Boek der Poorten", klik hier.    Terug naar de vierde divisie klik hier.

 

Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 
Rechts