WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
De zesde divisie uit het "Boek der Poorten".
Het gerechtshof van Osiris.
De boot van Ra arriveert na de passage van de vijfde divisie van de Duat bij de Poort welke leidt naar de zesde divisie of zoals de tekst zegt: "Deze God komt naar deze pyloon en gaat er doorheen en de Goden die in de geheime plaats verblijven loven hem". De toegangspoort wordt bewaakt door twaalf bebaarde mummie vormen, die worden beschreven als de 'GODEN EN GODINNEN DIE IN DEZE PYLOON ZIJN' en het heet Nebt-Aha. De Poort die toegang verschaft tot de zesde divisie lijkt op die, welke reeds beschreven zijn. Bij de ingang van de galerij en bij de uitgang staat een bebaarde gemummificeerde vorm, de eerste is genaamd MAA-AB, de laatste is genaamd SHETA-AB. Deze namen betekenen respectievelijk, "Recht (of waar) uit het hart" en "Verborgen van het hart" en elk wordt gezegd om hun handen en armen uit te strekken naar Ra.
De gallerij wordt 'geveegd' door vlammen, de Goden die de God loven zeggen, "Komt gij naar ons, O gij die aan het hoofd staat van de Horizon, O grote God, die de verborgen plaats opent. Opent gij de heilige deuren en ontvouw de portalen van de verborgen plaats".

1

Het gerechtshof van Osiris.
De Poort van de slang Set-Em-Maa-f.

1

 


Tussen de
 poort die leidt naar de zesde divisie en de divisie zelf vinden we een opmerkelijke scène ingevoegd, die aldus kan worden omschreven:
In het bovenste gedeelte is van de ene naar de andere kant een lijn getrokken, welke bedoeld is als voorstellende het dak van het heiligdom of baldakijn, waarin de God is gezeten en er op rust een rij van
'kakheru' d.w.z. speerpuntige ornamenten.
Aan de binnenkant van het dak hangen, ondersteboven vier koppen van een soort gehoornd dier. Dit zijn de zogenaamde 'Hahaiu' en worden verondersteld de koppen van gazellen of ossen te zijn.
In de ruimte tussen de speerpuntige ornamenten en de kant van de Duat is geschreven

2

De transliteratie van deze tekens lijkt te zijn, "Ser her Tuat sath then". De betekenis van de eerste drie woorden is tamelijk duidelijk, d.w.z. "Osiris, gouveneur van de Duat", maar de betekenis van de laatste twee tekens is twijfelachtig.
M. Lefebure vertaalt de inscriptie als volgt:
"Osiris,
 meester van Hades, de aarde en Tanen.".
Osiris die de dubbele kroon draagt van het Noorden en het Zuiden en in zijn rechterhand het symbool voor 'leven' vasthoudt en in zijn linker een scepter, is gezeten op een staatsiezetel welke is neergezet op een platform met negen treden. Op elke tree staat een God en de negen Goden worden beschreven als het "GEZELSCHAP DIE BIJ SAR IS", d.w.z. Osiris.

Op de bovenste tree is een weegschaal, waarin de daden van de overledene worden gewogen. De draagbalk van de wegschaal wordt gedragen door of de overledene of door een statief die is gemaakt in de vorm van een bebaarde mummie. Één schaal van de weegschaal bevat een rechthoekig object en de andere een beeld van een vogel die symbolisch is voor het kwaad en slechtheid.
Achter de weegschaal is een boot die wegzeilt uit de omgeving van Osiris, daarin is een varken die wordt aangdreven door een aap met een hondekop met een stok in de hand.
In de linker bovenhoek bevindt zich een beeld van Anubis, met jakhalskop. En onder de vloer van het platform waarop Osiris zit, zijn beelden van de vijanden van SAR oftewel Osiris.
Van een variant van deze scene welke is gevonden op de sarcofaag van Tchehra te Parijs als ook op de sarcofaag van Seti I, kunnen we zien dat het varken is genaamd AM-A, d.w.z. "Eater of the Arm" en de boot wordt bestuurd door een tweede aap die in de boeg staat. Op het Parijse monument zien we een man dreigend een bijl hanteren staande naast de weegschalen, waarschijnlijk met het oog op het vernietigen van de vijanden indien het oordeel van Osiris negatief uitvalt voor hun.
Dit opschrift is in de zogenaamde "mysterieuze" schrijfstijl, een feit dat voor het eerst werd opgemerkt door Champollion, maar een afschrift van deze bevindt zich op de sarcofaag van Tchehra in letters die de normale waarden hebben en deze luidt als volgt:
"Zijn vijanden bevinden zich onder zijn voeten, de Goden en geesten bevinden zich voor hem, hij is de vijand van de doden (d.w.z de verdoemden) onder de wezens van de Duat, Osiris legt zijn vijanden beperkingen op, hij vernietigt ze en hij regelt het afslachten van hen".

De tekst die verwijst naar Anubis, wordt door dhr. Goodwin getranscribeerd:
"Wees gegroet O gij die '
who make to be maat the word of your little one', moge Thoth deze woorden wegen,
'
may he make to eat his father'."
Direct boven de boot staat een korte inscriptie, welke Goodwin vertaalt door:
"[Wanneer] deze God binnenkomt, hij (d.w.z. de Aap) staat op en beteugelt AM-A".

Achter de weegschaal is de legende welke Goodwin vertaalt door:
"De drager van de weegschaal doet hommage, de gezegende geesten van AMENTI volgen achter hem, de ochtend ster verdrijft de dikke duisternis, er is goede wil boven, rechtvaardigheid daaronder. De God gaat rusten, hij geeft brood aan de gezegenden, die zich naar hem toe verdringen".

De vertaling door M. Lefébure luidt:
"De drager van de bijl en de drager van de schalen beschermen de bewoners van AMENTI, [die] zijn rust neemt in Hades en de duisternis en de schaduwen doorkruist. Geluk is boven en rechtvaardigheid daaronder. De God gaat rusten en straalt licht uit geproduceerd door de waarheid welke hij heeft geproduceerd".

Het bovenste gedeelte van de ruimte tussen het dak en het platform waarop Osiris zit is bezet door een tweetal korte inscripties, die vol met moeilijkheden zitten. De betekenis van deze teksten heeft menigeen in de war gebracht, zelfs de volgorde waarin deze karakters dienen te worden gelezen heeft geleid tot verschillen in mening. Een van de belangrijkste problemen in deze zaak wordt veroorzaakt door de manier waarop de twee legendes zijn geschreven op de sarcofaag van Seti I.
Kijkend naar deze hiërogliefen zoals ze staan​​, dan lijken ze een ononderbroken inscriptie te vormen, maar als we kijken naar deze scène zoals deze wordt weergegeven in het graf van Ramses II, dan zien we dat we ze moeten scheiden zoals hierboven.

De heer Goodwin heeft een poging gedaan om een deel vandeze teksten te transcriberen en te vertalen, maar toen hij besloot dat het om slechts één inscriptie ging kunnen we zijn weergave niet accepteren.
M. Lefébure heeft beide teksten vertaalt en deze luiden:
I "Zij, die zij verbergen die tot de uitverkorenen behoren. Zij het land aan hen behorend, is Ameh in het land. Aanschouw, dit zijn zij wiens hoofden er toe doen. Wat een mysterie is hun verschijning, [de verschijning] van uw beelden".
II "Het onderzoek der woorden vindt plaats en hij rekent af met verdorvenheid, hij die een rechtvaardig hart heeft, hij die de woorden weegt in de schalen in de goddelijke plaats van het onderzoek van het mysterie der mysterieën der geesten. De God die rijst, heeft zijn infernale metgezellen allen gemaakt'.
Ter vergelijking, de versies van deze teksten uit het graf van Ramses VI., zoals gegeven door Champollion
(Monumenten, pl. 252) zijn vermeld. Het zal worden opgemerkt dat een deel van de lijn direct boven het hoofdvan Osiris, gegeven op verschillende plaatsen in de laatste scène, is vlak voor de dubbele kroon van Osirisen is direct voor de scepter van deze god.
 

De poort van SET-EM-MAA-F.
De zesde divisie van de Duat - vervolg.

3

De slang Set-Em-Maa-f.

3

 


De pyloon die toegang verschaft naar de zesde divisie van de Duat is reeds beschreven.
De monsterslang die staande op zijn staart de doorgang bewaakt is genaamd SET-EM-MAAT-F en de twee regels tekst die verwijzen naar zijn erkenning door Ra luiden:

"Hij die over deze poort gaat, opent deze voor Ra. SA zegt tegen SET-EM-MAA-F: 'Opent uw poort voor Ra, ontvouw uw deuren naar KHUTI opdat hij licht moge sturen naar de dikke duisternis en moge zijn uitstraling de verborgen plaats verlichten'. Deze poort wordt gesloten nadat deze grote God is gepasseerd en klaagzang wordt gehoord voor degenen in deze doorgang nadat de poort gesloten is voor hen".

De scènes en teksten die de zesde divisie van de Duat illustreren kunnen niet  in een complete staat van de sarcofaag van Seti I worden verkregen en derhalve moest er een beroep op andere documenten worden gedaan.
In de volgende pagina's zijn echter de fragmenten van de teksten en scènes uit de sarcofaag eerst gegeven, en deze worden gevolgd door de complete teksten zoals ze worden aangetroffen in het graf van Ramses VI., zoals gepubliceerd door Monsieur E. Lefébure in het derde deel van de 'Memoires van de Franse archeologische missie in Cairo'.

De fragmentarische teksten en scènes van de sarcofaag van Seti I kan aldus worden beschreven:
In het middelste register zijn:|

1. Twee van de vier Goden wiens plicht het is om de boot van de zon door deze divisie te slepen.
2. De god Tem oftewel Atoem, in de vorm van een oude man, met gebogen schouders, en leunend op een staf.
3. De standaard met jakhalskop genaamd RA, waaraan twee vijanden gebonden zijn, waarschijnlijk de verdoemden voorstellend.
4. De twee UTCHATS, die lijken te waken over de "vijanden".
5. De standaard met jakhalskop genaamd TEM, met twee vijanden eraan vastgebonden.
6. Een gemummificeerde vorm, met uitstekende ellebogen, genaamd AFAT.
7. Een standaard met jakhalskop genaamd KHEPER, met twee vijanden eraan vastgebonden.
8. Een gemummificeerde vorm, met uitstekende ellebogen, genaamd MET. *)
9. Een standaard met jakhalskop genaamd SHU, met twee vijanden eraan vastgebonden.
10. Een gemummificeerde vorm, met uitstekende ellebogen, genaamd SENT.
11. Een standaard met jakhalskop genaamd SEB, met twee vijanden eraan vastgebonden.
12. Een gemummificeerde vorm, met uitstekende ellebogen, genaamd AQA-SA.
13. Een standaard met jakhalskop genaamd SAR (Osiris). *)
14. Een gemummificeerde vorm, met uitstekende ellebogen, genaamd AA-KHER(?). *)
15. Een standaard met jakhalskop genaamd HERU.
16. Een God die een scepter vasthoudt genaamd SHEF-HRA.

*) Deze namen zijn geleverd door Champollion, notities pagina 502.

4

Fragment van de zesde afdeling van de Duat, van het deksel van de sarcofaag van Seti I

4

De tekst die verwijst naar de bovengenoemde Goden luidt als volgt:
"[Deze grote God wordt voortgetrokken door de Goden in de Duat en zij die Ra voorttrekken zeggen: 'Stijg op gij schijf].............................................. God, voorwaar bereikt u de standaarden van Seb". Tem zei tegen de 'standaarden': 'Houd wacht over de vijanden en bindt gij die vast die gestraft moeten worden'. O gij Goden die verantwoordelijk zijn voor de 'standaarden' en die in het gevolg van Seb zijn, ik geef u de macht om de vijanden te bedwingen en om de goddelozen te bewaken. Laat ze niet onder jouw handen uitkomen, laat ze niet door jouw vingers glippen. O vijanden, gij wordt gereed gemaakt voor de slacht, overeenstemmend met het decreet welke (was gegeven) aan u door hem die met zijn lichaam is en de Duat creeërde met zijn ledematen(?) Hij heeft voor u het decreet doorgegeven opdat u gestraft wordt en hij neem notitie van u en van wat gij doet....".

5

Fragment van de zesde afdeling van de Duat, van het deksel van de sarcofaag van Seti I

5

Het bovenste register is op het deksel van de sarcofaag van Seti I erg verminkt, we zien nog:
1. Vijf rechtopstaande mannelijke figuren, (Afb. 5) die elk een groot stuk brood met beide handen boven hun hoofd vasthouden, wanneer deze scene compleet was geweest dan waren het twaalf figuren geweest, wat we leren van de varianten die door Champollion zijn gepubliceerd. Deze figuren worden genoemd, HETEPTI-KHEPERU.

2. Zes rechtopstaande mannelijke figuren, (Afb. 5) die elk een veer van Maat met beide handen boven hun hoofd vasthouden, wanneer deze scene compleet was geweest dan waren het twaalf figuren geweest, zij worden genoemd, AUTU-MAAMU-KHERU-MAAT.
De tekst die overblijft, luidt als volgt:
"Dit zijn zij die wierook hebben aangeboden aan de Goden en weins verschijningen zijn gewassen,
maat, zij zijn beschoud en ze zijn maat in de aanweigheid van de grote God, die ongerechtigheden vernietigd. Osiris zei tegen hun, 'Gij zijt maat van maat. Weest in vrede [als gevolg van wat] gij gedaan heeft. O gij die zich in de vorm bevindt van zij die in mijn gevolg zijn en die wonen in het huis van hem, wiens zielen heilig zijn. Leeft gij op dat gij leeft daar en hebt de heerschappij over de koele wateren die zich in uw meer bevinden....".

6

Fragment  van het deksel van de sarcofaag van Seti I, in het British Museum.

6

In het British museum bevindt zich een stuk van het deksel (Afb. 6) van de sarcofaag vanSeti I (Nr. 29948) en dat geeft ons het volgende:
1. Drie mannelijke figuren, die elk een brood op hun hoofd dragen.

2. De volgende fragmentarische tekst: "Hun gebakken broden zijn besteld voor hen door hun Goden, hun "kau" is in hun handen en ze treden binnen in hun verblijfplaatsen bij de pyloon die zijn Goden vernietigd. De God SAR (Osiris) zei tegen hen, "Uw brood zal voor u zijn komend van dat wat voortkomt uit uw monden, O gij HETEPTI-KHEPERU.......".

In het onderste register zijn:
1. Vijf mannelijke figuren, die zich bezighouden met het verzorgen van zeer grote korenaren (Afb. 7), indien de scene compleet was geweest dan hadden er twaalf figuren opgestaan, zijn werden genoemd, "ZIJ DIE WERKEN AAN DE GRAANPLANTEN IN DE VELDEN VAN DE DUAT".

2. Een man die een sikkel vasthoudt, hij is één van de zeven "MAAIERS", waaruit dit deel oorspronkelijk bestond.

7

7


De tekst m.b.t. hun die het graan verzorgen, luidt als volgt:
"Zij voeren het werk m.b.t. het graan uit en zij omhelzen de God van de tarwe (Nepra), die wordt gegeten(?) Hun graan gedijt glorieus in het land door het licht van Ra als hij verschijnt en warmte uitstraalt en langs hun heen trekt". De heer van de vreugde van het hart zei tegen hen, "Laat je graan heerlijk zijn en laat de jonge scheuten van uw graan ontkiemen en laat uw offers aan Ra.... er ..... Ra. Laat Neper ontkiemen en laat SAR (Osiris) de bron zijn van het voedsel van de Goden in de Duat........... AMENTI..........
zie, in de velden van de Duat
'. Ze verzamelen hun graan en ze zeggen tegen Ra, 'Laat de velden van de Duat groen zijn met jonge planten. Moge Ra schijnen op de onderdelen van SAR (Osiris). Wanneer gij schijnt dan komen de jonge planten tot ontkieming, O gij grote God, gij schepper van het graan'. Hun voedseloffers bestaan uit graan en hun drankoffers zijn van
tcheser en hun plengoffers zijn gemaakt van koel water. Offers voor hen worden gemaakt op aarde van de graanvelden van de Duat".

Van "DE MAAIERS" wordt gezegd:
"Dit zijn zij met hun zeisen, die het graan oogsten op hun velden. Ra zei tegen hun, 'Neemt gij uw zeisen en maait gij uw koren, want het aan u toegestaan .............. uw verblijfplaatsen je bij mij aan te sluiten in de Cirkel der verborgen vormen. Gegroet, O gij maaiers!' Hun voedsel bestaat uit brood, hun drinken is van tcheser en hun plengoffers worden gemaakt met koel water. Offers voor hen worden gemaakt op aarde als zijnde degenen die de zeisen houden in de velden van de Duat".

De tekst die het middelste register van de zesde divisie beschrijft, zoals te zien in de tombe van Ramses VI, luidt als volgt:
"Deze grote God wordt voortgetrokken door de Goden van de Duat en zij die Ra voorttrekken zeggen: 'Wees verheven, O Aten (d.w.z. schijf), wie bekwaam aan het hoofd van .............. het licht, het hoofd............ Kijkt gij naar de verblijfplaatsen van de Duat. Je ogen zijn voor u, O Goden, observeert gij Ra, de Macht in AKERT. Deze grote God decreteerd jullie lot. Deze grote God komt voort bij de standaarden van Seb, welke afrekenen met de vijanden na het wegen van de woorden in AMENTET. Ziet, Saa zei tegen deze God [als] hij weer komt bij de standaarden van Seb ............. het hoofd van Ra, de grote God ................. voorwaar, komt gij voort naar de standaarden van Seb. Tem zei tegen de 'standaarden', 'Houdt wacht over de vijanden en bindt gij hen vast die gestraft gaan worden. O, gij Goden die in het gevolg zijn van de 'standaarden' en in het gevolg van Seb, ik geef jullie de macht om de vijanden te binden en om de wacht te houden over de goddelozen (of zijn die gstraft moeten worden). Laat ze niet onder uw handen wegkomen, laat ze niet door uw vingers glippen. O, gij vijanden, zij zijt gedoemd om geslacht te worden, volgens het decreet van Ra aangaande jullie. Zijn persoon is het lichaam van AKERT en hij heeft de Duat gecreëerd vanuit zijn achtergrond. Hij heeft het decreet uitgevaardigd voor jou om in bedwang te worden gehouden, hij heeft jou ondergang verordend, die over u zal worden voltrokken in de grote hal van Ra ............ de Goden huilen [en] klagen, hij plaatst de Goden om u te bewaken alsmede de vijanden en zij die gestraft moeten worden in de Duat zijn veroordeeld tot deze 'standaarden'."
In het bovenste register bevinden zich twaalf Goden, elk rechtopstaand en met de veer van Maat op zijn hoofd. En twaalf Goden, ook rechtopstaand met een groot brood op hun hoofd.
Deze Goden worden beschreven als, "MAATI Goden Maat dragend" en de "HETEPTIU Goden, voorraden dragend". De tekst luidt als volgt:
"Offers van verering aan hun goden, plengoffers van koel water aan hun verschijningen,en vulsel voor de mond.......... door zijn steun naderhand, door hun offers van drank en hun offers van brood. Komt nader bij, hun Goden en hun verschijningen. Hun handen zijn voor hem en ze gaan naar hun 'koeken' door de pyloon van .................... en naar zijn Goden. Sar zei tegen hen: 'Uw brood is voor u, [volgens] uw uitingen en de vredeskoeken van Kheper en stukken brood. Gij zult uw benen beheersen en gij zult tevredenheid in uw harten hebben en uw Goden zullen u uw 'khenfukoeken' presenteren en aan uw verschijningen hun voorraden, die bestaan uit brood en hun drank welk van
tcheser bier zal zijn en hun plengoffers zullen van koel water zijn en offers zullen voor hen gemaakt worden op aarde als de heren der offers in AMENTET.
Want zij hebben gedaan wat goed was gedurende hun tijd op aarde en zij hebben gevochten voor hun God en zij zullen worden geroepen naar de vreugde van het land van het huis des leven met
maat. Dat wat van rechtens toekomt zal aan hun toegewezen worden in de aanwezigheid van de grote God, die doet afstand van ongerechtigheid'. Dan zal Osiris tegen hun zeggen: 'Maat voor u, O gij MAAT goden en vrede zij met u om redenen van wat u heeft gedaan in mijn gevolg, O bewoners in het Huis van wie de ziel heilig is. Gij zult uw leven leven op dat waarmee de mensen die daar leven zich voeden en gij zult zeggenschap hebben de koele waters van uw land. Ik heb voor u besloten dat je je hele wezen zult hebben in alles met maat en zonder zonde (of gebreken)'. Hun brood zullen maat koeken zijn, hun drank zal wijn zijn en hun plengoffers zullen van koel water zijn. En er zal voor hen geofferd worden op aarde waarbij de offers gemaakt moeten zijn van hun land".

In het onderste register bevinden zich de figuren van twaalf mannen, die elk een grote korenaar(?) of een boom verzorgen, onder de supervisie van een God die leunt op een staf en een groep van 'maaiers' die elk met een sikkel. De tekst, die op enkele plaatsen verminkt is, luidt als volgt:
"Zij voeren hun werk uit m.b.t. het graan en zij omhelzen (d.w.z. cultiveren) het goddelijke graan (of NEPRA) en de geesten voeden zich met hun graan in het land van de God van het licht (KHU), die komt en voorbijgaat aan hun en NEB-AUT-AB (d.w.z. de heer van de vreugde in het hart) zegt tegen hun: 'Laat uw graan genotrijk zijn en laat uw korenaren kiemen en laat uw offers voor Ra zijn. Uw
'khenfu' koeken zijn in de Duat, uw offers zijn aan u, de offers die er zijn, zijn van u door Maat verordend. Kruiden ............. onder jullie. Sar ontkiemen ............... en zij zeggen tegen Ra: 'Laat planten bloeien in de velden van de Duat en laat Ra schijnen op de elementen van SAR (Osiris). Wanneer gij schijnt dan komen de jonge planten tot bloei, O gij grote God, gij schepper van het Ei'. Hun voedsel bestaat uit graan, hun drank is tcheser bier en hun plengoffers worden gemaakt van koel water. Offers zijn voor hun gedaan op aarde van het graan van de velden van de Duat."

Van "DE MAAIERS"wordt gezegd:
"Dit zijn zij die hun sikkels hebben en die het graan in hun veld maaien. Ra zei tegen hen, 'Neemt gij uw sikkels en maait gij uw koren want het is aan u toegestaan ........................ uw verblijfplaatsen en sluit u zelf aan bij de Cirkel van de Verborgen Vormen. Saluut aan u, O gij 'maaiers!' Hun voedsel bestaat uit plakken brood en hun drank is het
tcheser bier en hun plengoffers zijn gemaakt met koel water. Offers zijn gedaan voor hun op aarde als zijnde degenen die het graan maaien in de velden van de Duat."

Voor de zevende divisie uit het "Boek der Poorten", klik hier.    Terug naar de vijfde divisie klik hier.

 

Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 
Rechts