|
Boek der Doden |
Bezwering 39 |
Bezwering 391 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het afweren van een Rerek-slang in het domein van de god. |
|
2 |
|
(Om te zeggen) door N.: |
S |
1 |
|
Terug! Ga opzij, trek terug met Apophis. Verdwijn! Moogt gij zwemmen naar de poel der Diepte, naar de plaats waar uw Vader <heeft> verordend dat u in stukken wordt gesneden. |
|
2 |
|
Blijf uit de buurt van deze bakermat van Re, (gij) die siddert voor <hem>. ik ben Re, (gij) die voor hem siddert. |
|
3 |
|
Terug, rebel, (want) zijn licht is doorborend. Re heeft uw woorden verworpen.
Uw gezicht is op zijn kop gezet door de goden, uw borst is verscheurd door Mafdet.
Uw ketenen zijn geplaatst door de Scorpioen-godin, uw pijn wordt veroorzaakt door Maat. Reizenden <hebben> u ten val gebracht. Val, ga opzij, Apophis, vijand van Re. |
|
4 |
|
O, gij die verlaat de woestijn rand in het oosten van de hemel bij het geluid van de
brullende storm, open de poorten van de horizon vóór Re, dat hij mag opstijgen, hoewel uitgeput door verwondingen. Ik doe uw wil, ik doe uw wil, (0) Re: ik doe goed, ik doe goed. Ik doe (het) wanneer Re ondergaat; (Ik) gooi uw koorden los, (0) Re. |
|
5 |
|
Apophis is gevallen aan uw lijfeigenschap. De zuidelijke, noordelijke, westelijke en oostelijke goden hebben (hem) gebonden, hun ketenen zijn met hem. Rekes heeft hem ten val gebracht Hij, Die is over de Kleuren gaat (dat wil zeggen, Thoth) heeft hem geketend. Re gaat onder, Re gaat onder; Re is bewaard gebleven in vrede, terwijl Apophis is gevallen. |
|
6 |
|
O Apophis, vijand van Re, meer (aangenaam) is (uw) smaak dan deze (zoete) smaak in de Schorpioen. Groot is wat zij heeft gedaan tegen u, zodat gij in pijn zijt vanwege het en de gevolgen daarvan zijn voor altijd. |
|
7 |
|
Gij bent niet weg gekomen, gij bent niet ontsnapt, (0) Apophis, vijand van Re. Wend uw gezicht af, (gij) die Re haat, (zodat) gij achter u kijkt, onthoofd en met het gezicht afgesneden (zijt gij) die zetelt an de kant van de weg.
Afgehakt is uw hoofd, (gij) die in uw aarde is, gemalen zijn uw botten. Uiteengereten zijt gij (door Isis), <zij> draagt u over aan <de Aarde-God>, (0) Apophis, vijand van Re. |
|
8 |
|
Hoewel uw troepen waar gij op rekent (sterk zijn), is het uitdrukkelijk bevolen, dat gij daar rust, (want) uw goederen zijn daar. Breng, breng het naar het huis, breng (wat gij gedaan hebt) naar het huis, breng goed.
Geen kwaadaardige oppositie is voortgekomen uit uw mond tegen mij (of het gevolg) van wat gij (hebt) gedaan tegen mij. Ik ben Seth, die stormen en bewolking veroorzaakt (als hij rondgaat) over de horizon van de hemel; zoals (die van) de Noxious One (Schadelijk Iemand?) is zijn hart. |
|
9 |
|
Zegt Atum: "Verheft uw gezichten, soldaten van Re, weer Nendja voor mij af van de Raad." |
|
10 |
|
(Zegt) Geb: "Zorg dat gij ze vast zet, die op hun tronen in het midden van de bark van Khepri. Neem uw weg, uw┌schilden┐ voor uw gehouden." |
|
11 |
|
<Zegt> Hathor: "Neem je wapens." |
|
12 |
|
<Zegt> Nut: "Kom, laat ons deze┌Stormwind┐ afweren, dat hij die in zijn heiligdom is mag komen en zichzelf kan overvaren in alle privacy, de onweerstaanbare Heer van het Universum." |
|
13 |
|
0 gij goden die zijn in uw oeroude plaatsen, doorkruis de turquoise poelen en kom hierheen, opdat wij mogen aanbidden en redden de 'Great One' (die in) (zijn) Heiligdom is, van wie de Enneade voortkwam. Voer gunstige handelingen voor hem, gij die hem loven; kondigd gij hem en mij aan. |
|
14 |
|
<Zegt> Nut van die 'Pleasant One' en zeggen zij die onder de goden zijn: "Hij stijgt op, hij vindt de weg, hij maakt buit op de goden die hij tot actie beweegt voor Nut, wanneer Geb verrijst." O (Object van) onze terreur, de Enneade (huilt uit volle borst), terwijl Hathor beefde. (Dus) Re triomfeert over Apophis. |
1 |
Gebaseerd op Ca1 (18de dynastie).Correcties vertrouwen voornamelijk op Pb2 (18de / 19de dynastie) of op Lb3 (19de dynastie) en zelden op Cg4 (21ste dynastie) of latere teksten. Het vignette van Pb2 toont N. de kop van een kronkelende slang spietsend. |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
|
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
Ca |
18de dynastie hiërogliefen en hiëratisch papyrus van Ms-m-nT r uit Thebe in het Louvre maar behorend tot het Caïro Museum. |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
2 |
Pb |
18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van &wri , L3092 |
Bv. Nav. |
3 |
Lb |
19de dynastie hiërogliefen papyrus van Ra uit Memphis, Leiden T 5 |
Nav.; Pleyte I, tegenover p. 16 |
4 |
Cg |
21ste dynastie hiëratisch papyrus van GAt~zSn uit Thebe, Caïro |
ibib. II (1914) |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|