|
Boek der Doden |
Bezwering 30 |
|
BM 10086: Bezwering 30
Rechts detail.
Ta-Amen-iw adoreert de scarabee in wiens vorm een amulet is gemaakt, die haar vindicatie garandeerd tijdens het Wegen van haar Hart.
(De andere afbeeldingen worden bij de Bezweringen 25, 26, 27 en 28 uitgelegd)
|
|
Bezwering 301 |
P |
1 |
|
Bezwering voor het niet laten wegnemen van een mans boezem van hem in Gods domein. |
|
2 |
|
Om te zeggen door Osiris N.; |
S |
1 |
|
Mijn hart van mijn moeder, mijn hart van mijn moeder, mijn borst die ik had op aarde,
sta niet tegenover mij als getuige, verzet je niet tegen mij in de Raad.
Handel niet tegen me ten overstaan van de Goden, wees niet belangrijker dan ik voor de grote God, de heer van het westen. |
|
2 |
|
Heil aan u, gij hart van Osiris, presiderend over de westerlingen; Heil aan u, viscus.
Heil aan u, gij Goden die heersen over zij die een haarvlecht dragen en grijpt uw scepters. Vertel de goede (daden) van Osiris N., beveel (hem) aan bij Nehebka(u).
Hoewle ik ben begraven (aan) de westzijde van de Hemel, ga ik door op aarde. dat ik niet sterf in het westen (maar) uitgroei tot een gezegende aldaar tot in de eeuwigheid. |
T |
1 |
|
Te zeggen over een scarabee van nefriet, 'gezet in' en versierd met goud en geplaatst op de plek van een mans hart. Voer voor hem op (de ceremonie) van het openen van de mond, het (d.w.z. de scarabee) gezalfd met de volmaakste olie. |
|
2 |
|
Te zeggen op het als een toverspreuk:4 |
|
Boven BM 27385.
Een hart-amulet van groen schist, de onderkant hiervan is gegraveerd met acht regels hiëroglieven uit bezwering 30 van het Boek der Doden, voor een man genaamd Amenhotep. |
|
Bezwering 30A2 |
P |
1 |
|
Bezwering om N.'s hart niet tegen hemzelf te laten verzetten in Gods Domein. |
|
2 |
|
Hij zegt: |
S |
1 |
|
Mijn hart van mijn moeder, mijn hart van mijn moeder, mijn borst die ik had op aarde, sta niet tegenover mij als getuige voor de Heren der Dingen.
Zeg niet tegen me "Hij deed het echt" met betrekking tot wat ik heb gedaan.
Uit geen beschuldigingen tegen mij voor de grote god de heer van het westen. |
|
2 |
|
Heil aan u, mijn hart, heil aan u, mijn borst, heil aan u, mijn viscus.
Heil [aan u gij Goden] die heersen over zij die een haarvlecht dragen die leunen op hun scepters. Vertelt gij (mijn) goede daden aan Ra, beveel me aan bij Nehebkau. |
T |
|
|
Ziet, hij is begraven 'onder de groten', voortgaand op aarde, niet stervend in het westen
(maar) meer een gezegende aldaar. |
Bezwering 30B3 |
|
P |
1 |
|
Bezwering om N.'s hart niet tegen hemzelf te laten verzetten in Gods Domein. |
|
2 |
|
Hij zegt: |
P |
var |
1 |
Bezwering voor het geven van een hart aan N. |
|
|
2 |
En zie, maak een scarabee van nefriet versierd met goud en in het binnenste van een mans
borst geplaatst en voer voor hem op (de ceremonie) van het openen van de mond, het (d.w.z. de scarabee) wordt gezalfd met mirre. |
|
|
3 |
Te zeggen als een toverspreuk: |
S |
1 |
|
Mijn hart van mijn moeder, mijn hart van mijn moeder, mijn borst van mijn wezen, stand
niet tegenover mij als getuige, verzet je niet tegen me in de Raad. Wees niet belangrijker dan ik voor de bewaarder van de balans. |
|
2 |
|
Gij zijt mijn geest die in mijn lichaam is, Chnoem die mijn ledematen gezond maakt.
Wanneer gij voortgaat naar de prachtige plaats, daarginds voor ons geprepareerd, maak onze naam niet te schande aan de hovelingen die de mensheid in (zijn) plaats creëren, dat het goed voor ons moge zijn en goed voor de Alhorende en dat de rechter blij kan zijn.
Bedenk geen leugens (over mij) dichtbij de God in de aanwezigheid van de grote God, de heer van het westen. Ziedaar, uw kenmerk als een triomfantelijk iemand is (betrokken). |
|
BM 9951 Bezwering 30:
Rechts detail.
Mutirdais staat in adoratie voor de scarabee in wiens vorm een amulet is gemaakt, die haar vindicatie garandeerd tijdens het Wegen van haar Hart.
(De andere afbeeldingen horen bij de Bezweringen 28, 31 en 32 en worden daar verklaard.) |
|
1 |
Gebaseerd op R1 (Pers.-Ptol.) Het eerst aangetroffen is deze mix van de Bezweringen 30A en 30B is waarschijnlijk op Caïro 410012 (25ste dynastie). Vignet van R1 toont N. staand in gebed tot een scarabee op een voetstuk. |
2 |
Gebaseerd op Ea3 (18de dynastie). Vignet van Pc4 (18de dynastie) toont N. biddend tot een groot hart op een statief in de vorm van het "gouden" teken. |
3 |
Gebaseerd op Aa5 (18de dynastie), met § P variant toegevoegd uit Pf6 (18de dynastie), Vignet van Aa5 en Ae7 (18de dynastie) toont N. die wordt gewogen tegen zijn hart in het bijzijn van de hooggeachte Osiris; men vergelijke § S 1.
Ce8 (18de dynastie), Pb9 (18de/19de dynastie) en Pe10 (19de dynastie) tonen in plaats daarvan een hart-scarabee van goud en opgehangen aan een koord of ketting, men vergelijk § P variant hier, § T in Bezwering 30 en § T 5-6 in Bezwering 64. |
4 |
Bezwering 30B, die over het algemeen vaak is geschreven op hart-scarabeeën, volgt onmiddellijk in R1 . Of Bezwering 30 zelf zou hier worden bedoeld, omdat het voorzetsel Hr wordt gebruikt voor zowel "op" en "over". |
Oude Egyptische aangehaalde documenten. |
|
Datum en beschrijving: |
Zie: |
1 |
R |
Pers.-Ptol. hiëratisch papyrus van N(y)-s(w)-Sw-&fnwt, OIM 9787 (Pap. Ryerson) |
"OIP" LXXXII, Pls. XIII-L |
2 |
Cairo 41001 |
25ste dynastie houten buiten doodskist van anx.f-n-#nsw
uit Thebe. |
A. Moret, Sarcophages de l'dpoque bubastite d l'6poque salt (Cairo"Cat." LXI and LXX [1912-
ii.. pp. |
3 |
Ea |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nu uit Thebe, BM 10477 |
Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri |
4 |
Pc |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van §nnA L3074 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
5 |
Aa |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) |
Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville. |
6 |
Pf |
18de dynastie, linnen lijkwade van
Imn-m-Hb uit Thebe(?), L3097 |
Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.] |
7 |
Ae |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Nebamun uit Thebe BM 9964 |
Bv. Edouard Naville |
8 |
Ce |
18de dynastie hiërogliefen papyrus van Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189.
|
E. Naville, The Funeral Papyrus
van Iouiya (1908) |
9 |
Pb |
18de/19de dynastie hiërogliefen papyrus van &wri , L3092 |
Bv. Nav. |
10 |
Pe |
19de dynastie, hiërogliefen papyrus van Nb-od uit Thebe(?), L3068+3113 |
T. Deveria, Le papyrus de Nebqed (1872) ; Nay. |
Gebruikte afkortingen |
Ptol |
Ptolemaeïsche periode. |
Pers |
Perzische periode |
BM |
British Museum |
OIP LXXXII |
The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960. |
|
|
|