Pepi II, de vijfde koning van de 6de dynastie.
De onderbouw van zijn piramide is iets kleiner dan die van Pepi I, maar beter bewaard gebleven, m.u.v. de zuidmuur van de voorkamer. De beschreven muren hebben het of grotendeels overleefd of zijn gereconstrueerd tot het punt dat hun inhoud bekend werd.
Net als in de teksten van Merenre, wordt gerefereerd naar de koning met zijn troonnaam, Neferkare ("De Perfecte van de Ka van de Zon") alsmede als zijn persoonlijke naam. De twee namen verschijnen
doorgaans tezamen, met de troonnaam eerst, maar in een paar gevallen zijn ruimtelijke beweegredenen de grond geweest om één naam alleen te gebruiken.
De muren van de grafkamer rond de sarcofaag zijn beschreven met een serie bezweringen die gaan over het aanbevelen van het lichaam van de koning bij Noet (bezweringen 2-89).
Beginnend op de west gevel
gaan deze verder in twee reeksen, elk lopend vanaf het west-einde van de noordmuur naar de westmuur en het west-einde naar de zuidmuura, deze eindigen met twee reeksen aan de onderkant van de noord en zuidmuren. De teksten op de twee zij muren zijn onderscheidend van die op de muren oostelijke secties door tekens die buitenwaarts kijken (oost).
Pepi's piramide bevat de complete reeksen van het Offer en Insigne Rituelen op het oost-einde van de noordmuur van de grafkamer. De twee riten openen met een uniek Mond-Openings-Ritueel (bezweringen 90-101) net als in de piramide van Merenre. De rituelen zelf zijn gerangschikt in vijf registers, bedoelt om te lezen in twee secties, west en oost. Zij beginnen in register 1 met delen van het Insigne Ritueel, over de presentatie van koninklijke regalia en een libatie en bewieroking (bezweringen 102-114). Het Offer Ritueel volgt in de registers II-V (bezweringen 115-264) dan het Insigne Ritueel in de oostelijke helft van de registers I-IV (bezweringen 265-306). De concluderende bezweringen voor de twee rituelen bezetten het oost-einde van register V (bezweringen 307-321).
Het oost-einde van de zuidmuur van de grafkamer opend met een invocatie naar Geb (bezwering 322) en bevat het Wederopstandingsrituee;, zowel de basis bezweringen als eerste gevonden inde piramide van Unas (bezweringen 323-334) en bezweringen van het uitgebreide ritueel gebruikt door Pepi I en Merenre (bezweringen 335-358).
De laatsgenoemde muur bevat drie reeksen bezweringen: het einde van het Wederopstandingsritueel (bezweringen 352-358), een antwoord op het Offer Ritueel (bezweringen 359-387) en het Ochtend Ritueel (bezweringen 388-403). De eerste van deze bezet het linker einde (noord) van de muur tot net boven de deuropening. De twee andere zijn verdeeld in elk drie secties. Het antwoord op het Offer Ritueel volgt op het eind van het Wederopstandingsritueel direct boven de deuropening (bezweringen 359-362), dan richting de gevel (bezweringen 363-383) en eindigend bij het rechter-einde (zuid) van de muur (bezweringen 383-387); Bezwering 383 is verdeeld over de gevel en de muur. Het Ochtend Ritueel volgt deze op aan het rechter eind van de muur (bezweringen 388-393) en eindigt op de muur boven en rechts van de doorgang, tussen de eerste en derde sectie van de reactie (bezweringen 395-403). De reden achter deze ongelijksoortige schikking is onduidelijk.
In de passage leidend naar de voorkamer, komt de geest teksten tegen waardoor het in staat wordt gesteld om de Doeat te verlaten, beginnend met een aantal persoonlijke bezweringen en eindigend met een serie gericht aan de geest (bezweringen 404-412). De oostmuur van de voorkamer is verdeeld in gevel en muur, gescheiden door een horizontale lijn met tekst. Deze bezweringen zijn meestal hetzelfde als die gevonden zijn op deze muren in de piramide's van Pepi I en Merenre; beiden persoonlijk en gericht tot de overledene, zijn waren bedoeld om de entree van zijn geest in het Akhet te faciliteren (bezweringen 413-435). Zes groepen fragmenten kunnen worden toegewezen aan de vernietigde zuidmuur van de voorkamer (bezweringen 436-452), allen
aangaande de doorgang van de geest door het Akhet.
De oostmuur van de voorkamer is gedeeld in 3 secties, net als de westmuur. De teksten beginnen met een serie van het aanbevelen van de geest bij de zon aan het eind van het Akhet (bezweringen 453-472),
alsmede een aantal bezweringen van Teti's serdab passage en Merenre's oostgevel en muur. Bezweringen voor de nieuwgeborene geests controle over de voeding en bescherming tegen vijandige wezens volgen (bezweringen 473-508), velen van deze zijn gevonden op dezelfde muur in andere piramiden. De muur eindigt met 2 bezweringen over het aan boord gaan van de zonneboot en de voorbereiding om het Akhet te verlaten (bezweringen 509-510). Deze anticiperen en kunnen het begin zijn van de series op de noordmuur, welke gaan over dezelfde onderwerpen (bezweringen 511-533).
In de piramiden van Pepi II's voorgangers, lezen de muren van de gallerij van oost naar westb , maar het omgekeerde is het geval in de gallerij van Pepi II. De thema's van de teksten is echter hetzelfde: het Akhet verlaten (bezweringen 534-542), voortgaan richting de hemel (bezweringen 543-564) en het aansluiten bij de goden (bezweringen 565-573).
De bezweringen zijn grotendeels hetzelfde als die gevonden zijn in de gallerijen van Pepi I en Merenre. De bezweringen in de vestibule vormen een enkele serie voor het verschijnen van de geest bij dageraad
en de ontvangst in het gezelschap der goden (bezweringen 574-615). Deze lezen van de zuidmuur naar de oostmuur (met bezwering 576 verdeeld over de 2 muren) en daarna van de westmuur naar de noordmuur en zijn meestal identiek aan de bezweringen in de vestibule's van Pepi II's voorgangers.
|