Het geheel van de geschriften der piramideteksten, gegraveerd in de piramide van Unas, de laatste koning van de 5de dynastie (ca. 2484 - 2336 v. Chr.), is de oudste, kleinste en best gepreserveerde van de bronnen van het "Oude Rijk". Het was tevens de eerste die werd ontdekt en gepubliceerd in de moderne tijden, zijn teksten hebben meer wetenschappelijke aandacht ontvangen die die uit andere bronnen.
Wellicht vanwege zijn prioriteit,
het geheel van de geschriften van Unas's teksten werd door de Egyptenaren zelf beschouwd als het meest canonieke. Elke bezwering er van, m.u.v. PT 200 bestaat in kopieën uit het "Middenrijk" en latere tijden en deze volgen doorgaans de versie van de tekste van Unas, waar die van zijn opvolgers verschilden; velen zijn vaker weergegeven dan die uit andere piramiden van het "Oude Rijk" en in dezelfde volgorde als in de kopie van Unas.
De tombe van Senoeseret te El-Lisht bewaart een replica van de piramideteksten van Unas, tezamen met een aantal bezweringen uit latere piramiden die heel vaak waren gekopieerd na het einde van het "Oude Rijk".a
Ondanks de canonieke aard van zijn teksten, heeft de piramide van Unas sommige
kenmerken die niet zijn gereproduceerd in die van zijn opvolgers: de sarcofaag is niet gegraveerd en de titularis van de koning wordt niet weergegeven op de omringende muren; de westmuur van de grafkamer is alleen gegraveerd op zijn gevelpunt en dan met meer bezweringen ter bescherming dan met die met het aanbevelen van de koning bij Noet; en sommige van Unas's bezweringen missen het initiaal richting "RECITATIE" (Dd-mdw) dat elders regelmatig wordt gebruikt.
Wegens zijn compactheid en preservatiestaat
is nochthans Unas's geheel van de geschriften ook meer uniform dan die van de latere piramiden.
Het onderscheid tussen rituele en persoonlijke bezweringen is hier het duidelijkste, doorgaans overeenkomend met de sub-structuur
van de tombe, met de eerstgenoemde beperkt tot de grafkamer en de laatstgenoemde tot de voorkamer en de doorgang.b
De koning wordt alleen geaddresseerd als
"Osiris Unas" in de grafkamer, waar zijn mummie is geïdentificeerd met die van Osiris liggend in de Duat.
Het gebruik van de Piramide Teksten door Senoeseret, eerst gevonden in de piramiden van de opvolgers van Unas suggereren dat deze en andere teksten zijn weggelaten uit het geheel der geschriften van Unas omwille van ruimtelijke overwegingen. Dit is voornamelijk waar voor de grafkamer, waar de rituele teksten die de noord en zuidmuren bezetten, in grotere piramiden uitstrekken naar de oost muur van de kamer en de muren van de passage tussen de grafkamer en de voorkamer. In de andere piramiden echter, zijn het Offer Ritueel en het Wederopstanding Ritueel verbonden met respectivelijk de noord en zuid zijden van de kamer, (het Insigne Ritueel, dat ook toebehoort aan de noordmuur, was waarschijnlijk weggelaten i.v.m. ruimtegebrek).
Het hoofddeel van het Offer Ritueel, van het
initiaal plengoffer tot de inwijding der offers (Bezweringen 19-133) is gerangschikt in drie registers die de noordmuur vullen; de invocatie van het Offer Ritueel en die van het missende Insigne Ritueel (Bezweringen 134-135) zijn gegraveerd op de belendende noordelijk deel van de oostmuur; en de afsluitende bewzweringen (136, 21, 19, 137-138) vullen de noordmuur van de passage tussen de grafkamer en de voorkamer en de eerste kolom van de zuidmuur van de passage.
Het Wederopstanding Ritueel (Bezweringen 146-157) is gegraveerd op de zuidmuur van de grafkamer en de rest er van op de oostmuur en de zuidmuur van de passage.c
De oostelijke gevelpunt
van de grafkamer is gewijd aan een aparte serie van bezweringen die de controle van de koning over de bron van zijn levensonderhoud veiligstellen (Bezweringen 139-145); oorspronkelijk in de eerste persoon, lijken zij het antwood van de geest op het Offer Ritueel voor te stellen.
De teksten in de voorkamer beginnen met een bezwering op de westelijke gevelpunt, gericht naar de geest "als u tevoorschijn komt uit de Duat" (Bezwering 158) en zijn openingswoorden refereren aan de rituelen die zijn uitgevoerd in de grafkamer: "Uw zoon Horus heeft gehandeld voor u". Dit is de laatste rituele tekst in de piramide van Unas: de andere bezweringen in de voorkamer en die in de doorgang, zijn allen van persoonlijke aard, oorspronkelijk bedoeld om gereciteerd te worden door de geest zelf als het zijn weg baant uit de tombe.
De overige teksten op de westelijke gevelpunt
betreffen het tevoorschijn komen van de geest uit de Duat en die op de west en zuid muren, over zijn passage door het Akhet..d
De laatste bezwering op de zuidmuur
richt zich tot de doorgang bij de oostelijke grens van het Akhet en die op de oostelijke gevelpunt en het meeste van de oostmuur zijn bedoeld om de transitie van de geest door dit portaal zeker te stellen.
De laatstgenoemde begint
met de zogenaamde "Kannibaal Hymne" (Bezwering 180), met behulp van deze absorbeert de geest de essentie en kracht van alle machten van het universum en gaat door met bezweringen ter bescherming tegen vijandelijke wezens.
Een nieuwe serie bezweringen begint op de laatste twee kolommen van de oostelijke muur en gaat door op de noordmuur. deze waren bedoeld om de geest toe te staan om het Akhet te verlaten en voort te gaan naar de hemel. In de doorgang richt de geest zich eerst tot de deur van de hemel en zijn bewaker, daarna vergezelt die de zon in de hemel.
|