WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Boek der Doden
Bezwering 171
17-1
Linksboven, Hunefer zit in een cabine senet (een bordspel uit oud Egypte) te spelen, terwijl zijn ziel met mensenhoofd staat op een schrijn vormige sokkel met in lof opgeheven armen.
Daar naast, knielt Hunefer in adoratie van de twee leeuwen van de horizon over wiens rug de zon dagelijks opkomt.
Daar weer naast, staat de Feniks, de ziel van Ra, voor een lampetkan op een standaard met daarop een lotus. De mummie van Ani, met zijn masker, ligt op een bed in de vorm van een leeuw, eronder bevinden zich, een schrijvers palet, een kist en twee containers. De fijn afgewerkte cabine wordt geflankeerd door Isis en Nephthys als havikken.
17-2
17-3
Onder, links van het midden:
Ani knielt ter ere van de bark van de zonnegod welke vaart op het teken voor de hemel. In de bark hurkt Khepri, met een scarabee als hoofd, beschermd door een oedjat-oog en aanbeden door twee bavianen.
In het centrum: Atum in zijn schijf en vergezeld van de hiëroglief voor 'aanwezigheid', vaart richting een leeuw, die rust op een schrijn vormige sokkel.
Wadjet, in de vorm van een cobra, is verstrengeld in de overhangende papyrus planten die de leeuw shaduw geven.
Aan de voorzijde van de sokkel is een lampetkan op een standaard met daarop een lotus, en achterde sokkel een vlam in een vuurkorf.
17-4
b17
BM 9901: Deel van Bezwering 17.
Hunefer zit in een cabine senet te spelen, terwijl zijn ziel met mensenhoofd staat op een schrijnvormige sokkel met armen in eerbied opgeheven.
Aan de rechterkant knielt Hunefer in adoratie voor de twee leeuwen van de horizon over wiens ruggen de zon elke dag opkomt.
BM 9901: Deel van Bezwering 17.

Osiris zit op een mat met een staf en een (dors)vlegel.
Aan de rechterkant, aanbidt Hunefer de Feniks, de ziel van Re, die staat achter een offertafel.
Deel van Bezwering 17.
De beschermgodinnen van Boven- en Neder-Egypte als cobras gekruld om de plant-emblemen van Zuid en Noord.

Rechts, achter een hoop met offers en het Heilige Oog in een cirkel, knielen 2 watergoden op matten met representaties van het Meer van Natron en het Meer van Maat tussen hen in.
BM 9901: Deel van Bezwering 17.

Een god gezten in een schrijn met open deuren, die de ingang naar de andere Wereld voorstellen.
Deel van Bezwering 17.
Thoth offert het udjat-oog aan Mekhwert, de Goddelijke Koe, die rust op een schrijnvormige sokkel. In het midden knielt Hunefer in eerbied voor een doodskistvormige kist waaruit een mensenhoofd tevoorschijn komt en die wordt geflankeerd door de Vier Zonen van Horus in mummievorm.
BM 9901: Deel van Bezwering 17.
Vijf gezeten goden met ramskop en ankhs dragend worden genoemd als Ra, Shu, Tefnut, Geb en de ziel van Mendes. De kat van Re hakt de kwaadaardige slang Apepi in stukken voor de heilige ished-boom van Heliopolis.


      a
P 1   Begin van verheerlijkingen en herdenkingen (te gebruiken bij) het opkomen uit en het ondergaan in het domein van God en het worden van een gezegende in [het prachtige westen].
  2   (Zijnde in het gevolg van Osiris, tevreden zijnd met de spijzen van Un-Nefer.)
  3   (Bezwering voor) Het naar buiten gaan bij dag, in de veronderstelling in welke vorm men dan ook wil, schakk spelend, zittend in een paviljoen, voortgaand als een levende ziel door N. nadat hij voor anker gaat (d.w.z. sterft).
  4   <Het gaat goed> met hem, die ze reciteert op aarde.
S 1  

Mijn woorden gebeuren. <Alles was> het mijne toen <ik> alleen bestond in de Diepte; (ik) was Ra tijdens <zijn> opkomsten toen hij zijn bewind begon.

Wat betekent dat, "Ra toen hij zijn bewind begon"? Het betekent dat wanneer Ra begon met opkomen in het koninkrijk dat hij gecreërd had voor de verheven Shu, was ontstaan, terwijl (hij op) de heuvel (was) die in Hermopolis was. Nu zijn de kinderen [van de Zwakke] hem gegeven met hen die zijn in Hermopolis.

  2  

Ik ben de grote God die uit zichzelf is onstaan,

Wie is hij, "de grote God die uit zichzelf is onstaan"? (Hij is) water, hij is de Diepte, de vader van de goden.
Variant: Hij is Ra.

wie ontwierp zijn namen, heer <van de Enneade>,

Wie is hij? Hij is Ra toen hij de namen van zijn elementen creërde. Zo ontstonden de goden die in zijn Gevolg zijn.

(de meest) onweerstaanbare van de goden.

Wie is hij? Hij is Atoem die zich in zijn schijf bevindt.
[Variant:] Hij is Ra wanneer hij opstijgt uit de oostelijke horizon van de hemel.

  3  

Het mijne is gisteren en ik heb kennis van morgen.

Wie is hij? "Gisteren" is Osiris; "morgen" is Ra. Dat is de dag waarop de vijanden van de heer van het Universum werden vernietigd en zijn Zoon Horus ertoe gebracht werd om te regeren.
Variant: Dat is de dag van het festival (genaamd) Wij Blijven, d.w.z. (de dag) dat de begrafenis van Osiris werd geregeld door zijn Vader <Ra>.

  4  

Het slagveld van de goden werd gemaakt conform mijn bevel.

Wat is dat? Het is het westen. Het werd gemaakt (voor) de zielen van de goden volgens het bevel van Osiris de heer van de necropolissen.
(Variant :) Het is (het westen). Het is dit waar Ra ervoor zorgt dat elke god er naar afdaalt. Daarna vocht hij namens hun.

Ik ken deze grote God, die daarin is.

Wie is hij? Hij is Osiris.
Variant: Zijn naam is Toejuicher van Ra. Hij is Ra's ziel, met [die] hij zelf paart.
 

  5  

Ik ben deze (grote) phoenix die in Heliopolis is. de supervisor van wat bestaat.

Wie is hij? Hij is Osiris. Voor wat betreft "wat bestaat" (dat betekent) zijn verwonding, anders gezegd: Het betekent zijn lijk. Anders gezegd: Het betekent eeuwigheid en het eeuwige leven. Voor wat betreft "eeuwigheid" dat is overdag, voor wat betreft "het eeuwige leven" dat is 's nachts.

  6  

Ik ben Min tijdens zijn voortkomingen, (ik) heb de twee pluimen op mijn hoofd gezet.

Wat is dat? Voor wat betreft Min, hij is Horus die zijn Vader beschermde. Voor wat betreft "voortkomingen", zij zijn zijn Kinderen. Voor wat betreft "de twee pluimen op zijn hoofd", Isis en Nephthys gingen en plaatsen zichzelf op zijn hoofd, aanwezig zijnde als havikken terwijl zijn hoofd hem pijnigde.
Variant: Zij zijn de twee grote statige cobra's die op het voorhoofd van mijn Vader Atoem zijn.
Variant: De "twee pluimen op zijn hoofd" zijn zijn ogen.

  7  

Ik leefde in mijn land, (maar) ik benafkomstig uit mijn <stad>.

Wat is dat? Het is de horizon van mijn Vader Atoem.

  8  

Mijn wandaad is verwijderd, mijn kwaad is er ook mee afgeschaft.

Wat is dat? Het betekent dat N.'s navelstreng is afgesneden.

Het kwaad dat aan mij kleefde is afgeworpen.

Wat is dat? Het betekent dat ik ben gereinigd op de dag van (mijn) geboorte.
(Ik heb mijzelf gereinigd) in de twee grote, statige vijvers die zich in Heracleopolis bevinden, op de dag (wanneer) het gewone volk offert aan de grote God die zich daarin bevindt.

Wat zijn zij? De naam van de Ene is 'Chaos-god', de naam van de Ander is 'Zee'. Zij zijn het natron meer en het meer van Maat.
Variant: De naam van de ene is 'de Chaos-god regeert', de naam van de ander is 'Zee'.
Variant: De naam van de Ene is 'Sperma de Chaos-god', de naam van de ander is 'Zee'.
En wat betreft "de grote God die zich daarin bevindt", hij is Ra zelf.

  9  

Ik ga op een aan mij bekende weg richting (het eiland) van de rechtvaardigen.

Wat is dat? het is Rosetau. De zuidpoort is in Naref, de noordpoort is [in] de mond van Osiris. En voor wat betreft "(het eiland) van de Rechtvaardigen", dat is Abydos.
Variant: (Het is) de weg op welke (mijn vader) Atoem ging toen hij verder ging naar het Veld van Biezen.
(bies van de familie van de Juncaceae)

Ik bereik het land van de Bewoners van de Horizon, ik ga voort bij de heilige poort.

Wat is dat? (Het is) het Veld van de Biezen, dat voedsel draagt voor de Goden rondom de Schrijn.
En voor wat betreft deze "heilige poort", het is de poort opgeheven door Shu.
Variant: het is de poort van de onderwereld.
Variant: het zijn de twee bladeren van de deur, waardoor (mijn vader) Atoem ging toen hij voortging naar de oostelijke horizon van de hemel.

  10  

Voorouders, geef me jullie handen. Ik ben het, die is onstaan door jullie.

Wat is dat? Dat er druppels bloed van de fallus van Ra druipten toen hij begon zichzelf te snijden. Daarna werden (zij) de goden die in het gezelschap van Ra zijn. Zij zij Autoriteit (en) Perceptie, die zich dagelijks in (mijn) vader Atoems gevolg bevinden.

  11  

Ik vulde het oog na de beschadiging op de dag dat de Twee Kameraden vochten.

Wat is dat? Het is de dag waarop Horus vocht met Seth, toen hij Horus' gezicht verwondde en Horus Seths testikels wegrukte. En het was Thoth die dit met zijn vingers deed.

(Ik) ┌bond ┐het haar, m.b.v. het Gezonde Oog in zijn tijd van razernij.

Wat is dat? Het betekent dat Ra's rechter oog woedend tegen hem was toen hij het voort had gezonden. En het was Thoth die het haar ┌bond ┐door het opnieuw (tot) leven te wekken voor hem, gezondheid en gezondheid zonder enige zwakte.
Variant: het betekent dat toen zijn oog ziek was als resultaat van het huilen voor zijn partner, dat Thoth erop wou spugen.

  12  

Ik heb dit gezien, Ra die gisteren werd geboren uit het achterste van de zondvloed. (Als ik gezond blijf) blijft hij gezond en vice versa,

Wie is dat? Het betekent, deze wateren van de hemel.
Variant: het betekent, het beeld van het Oog van Ra, [vroeg op] voor zijn dagelijkse geboorte. En voor wat betreft "De zondvloed", het is (Ra's) Gezonde Oog.

want ik ben één van deze volgelingen van Horus, iemand die spreekt in naam van de geliefde van (zijn) Heer.

Wie zijn zij? Amset, Hapy, Duamoetef en Qebehsenu.

  13  

Heil aan, heren der waarheid, de Raad rond Osiris, die terreur inspireren in de zondaars, Volgelingen van Her. Ziet ik kom tot u, opdat gij al het kwaad dat aan mij kleeft moge verwijderen, net zoals gij deed voor deze 7 gezegenden, die zich in het Gevolg van de heer (van de nomen) bevonden, wiens zetels Anubis voorbereidde op die dag genaamd Komt Gij Daarom.

Wat is dat? Wat betreft deze "Heren der waarheid", zij zijn Seth en Izdes, de heer van het westen.
Wat betreft "De raad om Osiris", dit zijn Amset, Hapy, Duamoetef en Qebehsenu, die terug zijn van de Grote Beer in de noordelijke hemel.

Wat betreft "zij die terreur inspireren in zondaars, volgelingen van Her.", zij zijn de krokodillen die zich in het water bevinden.
Wat betreft Her, zij is Ra's Oog.
Variant: zij is de (vurige) cobra en ze is in het gevolg van Osiris, de zielen van zijn vijanden consumerend. En wat betreft "al het kwaad dat aan mij kleeft", (het betekent) wat N. aan het doen was bij de heren der eeuwigheid (ooit) sinds hij afdaalde uit zijn moeders schoot.
En wat betreft "Deze 7 Gezegenden", (zij zijn) Amset, Hapy, Duamoetef en Qebehsenu, Hij Die (Zijn) Vader Heeft Gezien, Hij Die Onder Zijn Moringa Boom is en Horus Zonder Ogen in zijn Voorhoofd. Het betekent dat ze waren geposteerd door Anubis als magische bescherming voor Osiris' doodskist. Variant: de achterzijde van Osiris' tombe.
Variant: wat betreft "Deze 7 Gezegenden", (zij zijn) Nedjehdjeh, Dozer, Stier die Geen Gloed geeft uit Zijn Brandende, Observerende op zijn best, Rood-Ogige in het Huis van Helder Rood Linnen, Extreem helder van Gezicht [Wie voort ging] Achterwaarts en Hij die ziet bij Nacht wat hij afvoerd bij Dag. Wat betreft (De Chef) (van) [deze] Raad, zij naam is de Grote Ongeremde (Spontane). [En wat betreft "Die dag] genaamd Komt Gij (Daarom), het betekent dat Osiris zegt tegen Ra, "Komt gij daarom, dat ik u moge zien"
. Zo zei hij (aangaande) het westen.

  14  

Ik ben zijn tweelingzielen, accomoderend in zijn bijbehorende kroost.

Wie is hij? (het betekent) Osiris toen hij Mendes binnen ging. Hij vond Ra zijn ziel daar. Toen omhelsden Zij Elkaar. Daarna werd (hij) "Zijn Tweelingzielen". En wat betreft "Zijn bijbehorende kroost', het betekent Horus die zijn Vader redde en Horus zonder ogen in zijn Voorhoofd.
Variant: wat betreft "zijn tweelingzielen, accomoderend in zijn bijbehorende kroost", zij zijn Ra's Ziel en Osiris' Ziel, de Ziel van hem die in Shu is en de Ziel van hem die in Tefnut is, zij zijn de Tweelingzielen van hen die zijn in Mendes.

  15  

Ik ben (deze) grote kat, naast wie de ished-boom (de boom van het leven) werd opgesplitst in Heliopolis tijdens deze nacht (van de strijd en de bewaking van de rebellen, op deze dag) waarin de vijanden van de heer van het Universum werden vernietigd.

[Wie is] hij? (Voor wat betreft) "deze (grote) kat", dat is Ra zelf. Hij werd Kat genoemd toen Saa over hem zei, "Hij was katachtig in dat wat hij deed". Zo ontstond zijn naam Kat. Variant: het betekent dat Shu een testament aan het maken was [ten gunste van] Geb en Osiris. En wat betreft "naast wie de ished-boom werd opgesplitst in Heliopolis", het betekent dat de Kinderen van de Machteloze werden gestraft voor wat ze gedaan hadden.
En wat betreft "Die nacht van strijd" dat betekent dat zij hun weg forceerden in het oosten van de hemel. Dan volgde een gevecht in de hemel en in de gehele aarde.
      b
S 1  

O (Ra) in zijn Ei, stralend in zijn Schijf, stijgend vanuit zijn horizon, drijvend op (zijn waterige) firmanent, (god) die geen [gelijke] heeft onder de goden, die roeit op de het opgehevene van Shu, een bries veroorzakend door de schroeiende adem van zijn mond, de Twee Landen verlichtend met [zijn zonlicht, moge gij] N. [redden] van deze God, mysterieus van vorm wiens wenkbrouwen de armen van de balans waren op [die] nacht dat de Rover werd opgeroepen om rekenschap af te leggen.

Wie is hij? Hij is degene die "overleed aan zijn deel". En voor wat betreft "die nacht dat de Rover werd opgeroepen om rekenschap af te leggen", het is de nacht van de (vurige) cobra en van de offerandes.

die zondaars <met een lasso vangt> (en hen sleept) naar zijn slachtblok, dat zielen afhakt.

Wie is hij? Hij is Shesmu, hij is de verminker van Osiris.
Variant: Hij is Apophis, hij heeft een hoofd dat de waarheid draagt.
Variant: Hij is Horus, hij heeft twee hoofden, één draagt de waarheid, de ander draagt valsheid. Hij geeft valsheid aan hen die het uitoefent en waarheid aan hen die het meedragen.
Variant: Hij is Horus de oudere, leider van Letopolis. [Variant:] Hij is Thoth.
Variant: Hij is Nefertem (de zoon van Bastet). {(Hij is) Sopd die de vijanden straft van de Heer van het Universum.}5

Moge gij N. reden van deze ┌beulen┐, de Slachters, met scherpe vingers, wreed met het onthoofden, die in het gevolg van Osiris zijn. Zij mogen mij niet overwinnen; ik zal niet (ten prooi) vallen aan hun ketels.

Wie [zijn zij]? Zij zijn Anubis en Horus Zonder Ogen in Zijn Voorhoofd.
Variant: Zij zijn de Raad die de vijanden straft [van de heer van het universum. Variant:] (Hij is) baas van de hofgeneesheren.

Hun messen zullen niet zegevieren over N., (ik) zal niet (ten prooi) vallen aan hun ketels, want ik ken (ze, ik weet) de namen er van en ik weet ( de naam van) deze beuker die bij hen is, die van het huis van Osiris is, die (stralen) schiet (met) zijn oog terwijl hij niet te zien is, die de hemel omringt met de vlam van zijn mond, die de inundatie aankondigt terwijl het (nog) onzichtbaar is.

  2   Ik was iemand die gezond was op aarde in de aanwezigheid van Ra en voorspoedig is afgemeerd in de aanwezigheid van Osiris. Uw offergaven zullen niet uit mij (gemaakt) worden voor hen die belast zijn met hun vuurpotten, want ik ben één van de volgelingen van de Heer van het Universum, in overeenstemming met het Boek(en) van Transformaties. Ik vlieg als de valk, (ik) heb geschreeuwd als een gans. Ik breng de eeuwigheid door net zoals Nehebkau.

Wie zijn zij, d.w.z. "zij die belast zijn met hun vuurpotten"? Zij zijn het beeld van Ra's oog en het beeld van Horus' oog.
  3  

O Ra-Atoem, heer van het grote huis, Soeverein -- levend, krachtig en geond -- van alle goden, moogt [gij] N. redden van deze God wiens gezicht een hazewind is, (maar) wiens wenkbrauwen (menselijk) zijn en die leeft op offergaven. <Hij is> degene die zich op de bocht van de poel van vuur bevindt, die lijk(en) opslikt en borsten onteert, die verwondingen veroorzaakt terwijl hij onzichtbaar is.

Wie is hij? Zijn naam is 'Verzwelger van Miljoenen'. [Hij leeft] in het (water van Wenet). En wat betreft de "Poel van vuur", het is degene die ligt tussen Naref en 'De Raad'. Een ieder die er op stapt terwijl die onrein is, zal bezwijken aan terreur.
Variant: Zijn naam is de Babai, hij is de portier van het westen6.
[Variant:] Zijn naam is, Meester van Zijn Aangelegenheden.

  4  

O heer der verschrikking, oppermachtig over de Twee Landen, heer van het bloed, wiens slachtblokken het goed doen, die leeft van ingewanden,

Wie is hij? Het betekent de borst van Osiris; het is dat dat al het geslachte eet.

Aan wie de kroon van Boven-Egype is gegeven en blijdschap binnen Heracleopolis,

Wie is hij? Hij, "aan wie de kroon van Boven-Egype is gegeven en blijdschap binnen Heracleopolis" is Osiris.

aan wie de heerschappij over de goden is toegewezen op de dag van de vereniging van de Twee Landen in de aanwezigheid van de Heer van het Universum,

Wie is hij? Hij, "aan wie de heerschappij over de goden is toegewezen" is [Horus] zoon van Isis, die er toe gebracht werd te regeren i.p.v. zijn Vader Osiris. Wat betreft "de dag van de vereniging van de Twee Landen", het betekent wanneer de Twee Landen zich verenigden om Osiris te begraven.

<onberispelijke> ziel in Heracleopolis, die geest(elijke krachten) geeft en afrekent met zondaars en naar wie de weg der eeuwigheid leidt.

Wie is hij? Hij is Ra zelf.

moogt gij N. redden (van) deze (god0 die zielen veroverd, die verteerd spul naar binnen schrokt, die leeft van kadavers, die is verbonden aan de duisternis en woont in een duistere plaats, van wie de zwakkeren bang zijn.

Wie is hij? Hij is Seth. Variant: Hij is de Grote Wilde Stier, hij is de ziel van Geb.

  5  

O Khepri {O} verblijvend in zijn boot, oer-iemand wiens lichaam eeuwig is, moogt gij N. redden van deze Examinatoren, aan wie de Heer van het Universum magische krachten heeft gegeven om de wacht te houden over [zijn] vijanden, (Examinatoren) die verschrikkingen veroorzaakten in de executieplaatsen en van wiens bewaking geen ontsnapping mogelijk is.
Hun messen zullen (me) niet doorboren, ik zal hun executieplaatsen niet betreden, ik zal niet ten onder gaan in hun <ketels>, ik zal niet in hun vallen gaan zitten en offers van deze gruwelen van de goden zullen niet aan mij gemaakt worden, want ik ben iemand die in (veiligheid) passeert, een zuiver iemand die verblijft in de plaats der vernietiging, aan wie avondmalen zijn gebracht in aardewerk dat zich in het Tjenenet-heiligdom bevindt.

Wat [is dat]? "Khepri verblijvend op zijn boot", dat is Ra zelf.
"Deze Examinatoren" zijn de twee zonne-apen Isis en Nephthys.
"Deze gruwelen van de goden", zijn drek en leugens.
"iemand die in (veiligheid) passeert, een zuiver iemand die verblijft in de plaats der vernietiging", is Anubis want hij is verantwoordelijk voor de kast dit de ingewanden van Osiris (bevat).
"Hij aan wie avondmalen zijn gebracht in aardewerk dat zich in het Tjenenet-heiligdom bevindt" (is Osiris.
Variant: "avondmalen gebracht in aardewerk dat zich in het Tjenenet-heiligdom bevindt") zijn hemel en aarde.
Variant: Het betekent als Shu de landen in Heracleopolis verpletterd. "Aardewerk" is het oog van Horus, "Het Tjenenet-heiligdom" is Osiris zijn tombe.

      c
S    

Hoe (goed) uw huis is gebouwd, (O) Atoem; hoe (goed) is uw woning gefundeerd, (O) Ruty. (O) jager, jager ┌keer terug┐. Als Horus zuiver wordt, is Seth ┌gebonden┐en vice versa.
Ik ben naar dit land gekomen; ik heb het in bezit genomen [met mijn voeten, ik ben Atoem;] ik ben in mijn <stad>.
Achter, Leeuw met witte ben en afgeplatte kop! Zwicht voor mijn (macht). Variant: [zwicht voor mij, mijn aanvaller.]
Gij die ongezien de wacht houdt, bewaak mij (niet). (Ik ben) Isis. Toen gij mij tot stand bracht, liet ik mijn haar wanordelijk naar beneden over mijn gezicht hangen zodat mijn vertrek een rommeltje werd. Ik verwekte door Isis, ik bracht voort door Nephthys.
Isis rekent af met mijjn bewaker; Nephthys maakt een einde aan mijn problemen.
Ontzetting van mij, is achter mij, ontzag (van mij) is voor mij. Miljoen(en) buigen hun armen voor mij, het gewone volk (zorgt voor) mij. De mensen hakken mijn vijanden in stukken voor mij, zij met de grijze haren ontbloten hun armen voor mij.
Het is mij toegestaan om de zoete geur te ruiken van dat wat zij die zijn in Kheraha en in Heliopolis voor mij gemaakt hebben.
Elke God is bang voor (mij) omdat ik de God zo grondig bevrijd (van zijn lasteraar).
Ik heb papyrus-amuletten uitgestrooid, dat ik zolang mag leven als ik zelf wil. Ik ben een volgeling van Uto, vrouwe van de hemel ( en de verslindende vlammen, maar zij laten weinig van hen naar mij opstijgen).

Wat is dat?7 ("De naam van de val is Mysterieus van Vorm, De armen van Hemen, is de naam van de vissenvalstrik".) 'Hij die ziet wat hij brengt met z'n hand', is de naam van de stormwolk. Anders gezegd: De naam van het slachtblok.
Wat betreft de
" Leeuw met witte mond en glanzende kop", hij is de fallus van Osiris.
Variant: Hij is de fallus van Ra.
"liet ik mijn haar wanordelijk naar beneden over mijn gezicht hangen zodat mijn vertrek een rommeltje werd" betekent toen Isis zich verstopte, toen droogde zij (haar) haar.
"Wadjet, vrouwe van de verslindende vlammen", is het oog van Ra.
"Zij laten weinig van hen naar mij opstijgen", betekent wanneer de makkers van Seth haar benaderden, was het een fel brandende nadering.

 

1 Gebaseerd op Aa1 (18de dynastie). Gerestaureerd of toegevoegd waar mogelijk uit Ce2 (18de dynastie), maar af en toe uit de eerdere CT-parallellen.
De vignetten bij Bezwering 17 bestaan regelmatig uit een serie bij elkaar geregen episodes in een lang paneel. Details en omvang variëren per document. Aanbevolen episodes zijn de volgende:
1. Westelijke bergen, voorzien van brood en bier (Ag3, Bd4, Da5; Ag3 en Bd4 voegen N. toe). Cf6 a § P 1-2.
2. N. aan het schaken, zittend in een paviljoen, met een ziel als een vogel met mensenhoofd, buiten neergestreken op een schrijn. (Ag3, Ap7, Ba8, Bb9, Da5, Eb10, La11; Ba8 laat het paviljoen weg) Cf6 a § P 3.
3. N. biddend tot twee leeuwen, rug aan rug, de opkomende zon tussen twee bergen ondersteunend.
(Ag3, Ap7, Ba8, Bb9, Da5, Eb10, La11; Ba8 en Eb10 laten N. weg. Ap7, Da5 en Eb10 voegen de hemel toe). Eb10 labelt de leeuwen als "Gisteren" en "Morgen", Cf6 a § S 4.
4. N. biddend tot Osiris (Ag3, Ba8; Ag3 laat N. weg) Cf6 a § S 4.
5. Phoenix (Ag3, Ap7, Ba8, Bb9 [misplaatst], Da5, Eb10, La11; Ag3 en Ap7 voegen N. toe). Ag3 noemt de vogel "Ziel van Ra". Cf6 a § S 4-5.
6. Isis en Nephthys als haviken, Osiris bewakend op bier (Ag3, Ba8, Bb9, Da5, Eb10, La11; Da5 voegt, ziel als vogel zwevend over mummie toe). Cf6 a § S 6.
7. Tweeling cobras die zoals Ag3 zegt de twee Utos (Wadjet en Nekhbet) representeren, beschermgodinnen van Neder- en Opper-Egypte. (Ag3, Bb9 [misplaatst], Da5; Ag3 voegt N. toe) Cf6 a § S 6.
8. De twee meren in Heracleopolis, met twee goden in de vormen van de Nijlgod en de god van de jaren (Aa1, Ap7, Ba8, Bb9, Da5, Eb10, La11; Da5 voegt N. toe) Cf6 a § S 8.
9. Schrijn met twee bladeren (geopend in Ag3, Ba8 [misplaatst], Da5, gesloten in Eb10 en La11; Ag3 en Da5 voegen de Zongod ernaast toe). Eb10 noemt het "Rosetau". Cf6 a § S 9.
10. Krachtig Oog en hemel wateren in koe-vorm gesymboliseerd en genaamd door Eb10 "de Grote Vloed, Oog van Ra". (Ag3, Ba8, Da5, Eb10, La11; in Ag3 overhandigt Thoth Oog aan koe; Ba8 laat het oog weg en voegt N. toe). Cf6 a § S 11-12.
11. Horus' vier zonen, Amset, Hapy, Duamoetef en Qebehsenuf (genoemd in Ag3 en Eb10) rondom een doodskist, in plaats daarvan door Eb10 genoemd "De heuvel van (Abydos)" (Ag3, Ba8, Bb9 [misplaatst en abnormaal], Da5, Eb10, La). Cf6 a § S 12-13.
12. Anderen van "de zeven gezegenden" vergezellen Anubis (Ag3, Ap7, Bb9, Da5, Eb10, La11; Ag3 en Bb9 voegen N. toe). Cf6 a § S 13.
13. Zielen van Ra en Osiris als vogels (Eb10). Cf6 a § S 14.
14. N. biddend tot ramskoppige godheden (Ag3, Bb9, Da5; Bb9 laat N. weg). Godheden in Ag3 worden aangeduid als Ra, Shu, Tefnut, Geb en de ram van Mendes. Cf6 a § S 14.
15. Een boom, waarnaast een kat een slang onthoofd (Ag3, Ba8, Bb9, Da5, Eb10, La11). Cf6. a § S 15.
16. N. biddend tot Ra opstijgend tussen bergen (Ba8, La11). Cf6. b § S 1.
17. Valk en gans (Ba8, La11; La11 voegt twee krachtige Ogen over godheden toe alsmede een demon met messen en vuurpotten). Cf6. b § S2.
18. N. en twee bavianen biddend tot de scarabee-koppige Khepri in zijn boot (Ba8, Da5, Eb10, La11; Ba8 voegt Anubis als een jakhals liggend op een kist toe; Da5 voegt meer godheden toe; Eb10 voegt Krachtig Oog toe). Cf6. b § 5 5.
19. Atoem (zo zegt Eb10) in de zonneschijf op de boot, leeuw, Uto als cobra gewikkeld rond een steel van papyrus en vlam (Ba8, Eb10, La11; Ba8 laat de boot weg; La11 voegt N. toe en laat de vlam weg). Cf6. c.
3 Aa1 heeft "Centipede"( Duizendpoten), maar "Nomos" (Provincie) komt voor in Hanofrets12 lijkwade (18de dynastie) en (enkelvoud of meervoud) vrijwel zonder uitzondering in CT.
4 Moringa is de botanische naam van een genus, dat een dozijn soorten bomen telt: deze komen voor in de tropen en subtropen van Afrika, alsook aangrenzend Europa en tot ver in Azië. Het geslacht vormt in zijn eentje de familie Moringaceae.
5 Hoewel dit of soortgelijke voorkomen in diverse documenten van het Rijk, worden zijn delen werkelijk afgeleid van dichterbij het einde van deze zelfde § S 1, alwaar verdere duplicaties ook verschijnen.
6 Hier voegrt Ea13 (18de dynastie) een nieuwe variant toe. "Zijn naam is Baba, hij is het die de bocht van het westen bewaakt". Ons document (Aa1) misplaatst dit door in § S 4 "ingewanden" te volgen.
7 Wat volgt (gedeeltelijk geleverd door Ce2) is duidelijk misplaatst van b § S 5. Met de "Leeuw" begint c's commentaar.
8 Hunefer was een schrijver tijdens de 19de dynastie, hij is de auteur van het Papyrus van Hunefer, een kopie van het funeraire Egyptische Dodenboek, die één van de voorbeelden is van deze klassieke teksten, samen met anderen zoals de Papyrus van Ani. Hunefer was "Schrijver van Goddelijke Offers", "Opzichter van Koninklijk Vee" en steward van farao Seti I.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.
Symbool Datum en beschrijving: Zie:
1 Aa 18de dynastie  hiërogliefen  papyrus  van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville.
2 Ce 18de dynastie  hiërogliefen  papyrus  van  Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189.
E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908)
3 Ag 19de dynastie,  hiërogliefen  papyrus van Hunefer uit Thebe, BM 9901 (Pap. Clot Bey) Nav.; Budge, Text
4 Bd 20ste/21ste dynastie, hiërogliefen  papy-rus van N(y)-s(w)-pA-Hr-ain uit Thebe(?), Berlijn pap. 3006 Nav.
5 Da 19de dynastie naamloos hiërogliefen  papyrus, Dublin University, Trinity College, Bibliotheek MS. 16161 (Hincks 4) Bv. Edouard Naville
6 Cf 21ste dynastie hiërogliefen  papyrus  van 'MAat-kA'-Ra uit Thebe, (TT320) Cairo. E.Naville, Papyrus funraires de la XXIe dynastie I (1912)
7 Ap 19de dynastie (of later),  hiërogliefen  papyrus van Khary Wesay uit Memphis(?). BM 9949 Nav.
8 Ba 19de dynastie,  hiërogliefen  papyrus van Nxt-Imn uit Thebe(?), Berlijn pap. 3002 Edouard Naville, Das aegyptische Todtenbuch der XVIII. bis XX. Dynastie. Aus versehiedenen Urkunden zusainmengestelit und hrsg.... Berlin, 1886. 3 v. [Einleitung and I-I1.]
9 Bb 19de dynastie,  hiërogliefen  papyrus van Mwt-m-wiA uit Thebe, Berlijn pap. 3157 Nav.
10 Eb 18de/19de dynastie  hiërogliefen
papyrus  van Ani uit Thebe, BM 10470
Bv. E. A. Wallis Budge, De Papyrus van Ani (1913)
11 La 18de/19de dynastie hiërogliefen  papyrus  van Kenna uit Thebe, Leiden T 2 (Pap. Salt 283) Leiden, Mon. III; Nav.
12 Hatnofret pap. I 18de dynastie hiëratisch papyrus
 van Hatnofret uit Thebe, Cairo
Niet gepubliceerd
13 Ea 18de dynastie hiërogliefen  papyrus  van Nu uit Thebe, BM 10477 Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri


Gebruikte afkortingen
CT Coffintexts - Sarcofaagteksten
BM British Museum
JNES Journal of Near Eastern studies. Chicago, 1942- .
OIM Chicago. University. Oriental Institute Museum.

 

Terug naar de Inhoudsopgave Terug naar Bezwering 16 Naar Bezwering 18

 

 
Rechts