|
Het achtste uur uit het "Amduat" |
1
De boot van Af, de dode zonnegod
in het achtste uur. |
Hoofdstuk 8
De achtste afdeling van de Duat (Tuat), genaamd
TEBAT-NETERU-S
. |
In de scene waarin de achtste afdeling van de Duat wordt beschreven en die gedurende het achtste uur van de nacht door de Zonnegod wordt doorkruist, wordt ingeleid door vier regels tekst, die luiden:
"De grootsheid van deze grote God neemt zijn plaats in, in de Cirkels van de verborgen Goden die zich op hun gebied bevinden en hij spreekt woorden tot hen terwijl de Goden hem voortslepen door deze Stad, d.m.v. de magische krachten van de slang MEHEN. De naam van de poort van deze stad is, AHA-AN-URT-NEF. De naam van deze stad is, TEBAT-NETERU-S. De naam van het Uur van de nacht, die deze grote God begeleidt is, NEBT-USHAU".
|
2
De slepers van de zonneboot. |
De cirkels van deze afdeling zijn aldus omschreven:
De verborgen cirkels van AMENT, die worden doorkruist door de grote God, zijn boot voortgesleept door de Goden die in de Tuat wonen,
laat hem zo worden als de afbeeldingen ons laten zien die zich in het noordelijke gedeelte bevinden van het verborgen paleis in de Tuat. Wie het ook is die hun bij naam kent, zal de bezitter worden van alle bedekkingen (kleding e.d.) worden op Aarde en hij zal niet worden geweigerd (of afgestoten) bij de verborgen poorten en hij zal offers krijgen, in overvloed, regelmatig en voortdurend".
In het middelste register zijn: |
3
Dienaren van de God Ra. |
1. De zonneboot, waarin de God staat onder een baldakijn gevormd door het lichaam van de slang MEHEN, voortgesleept door negen Goden.
Zijn passage is aldus beschreven: "Deze God baant zich een weg door deze stad, voortgesleept door de Goden van de Tuat, in zijn verborgen vorm van MEHEN. Deze God zend een "kreet' uit naar de regio's van elke cirkel van deze stad en tevens aan de Goden die zich daarin bevinden en het is hun stem die deze God hoort nadat hij zijn "kreet" had uitgezonden naar hun. De contouren van hun lichamen blijven altijd bij hun dode lichamen die zich onder hun gebied bevinden en hun poorten openen zich elke dag voor de stem van deze God en dan verbergen ze zich nadat hij hun gepasseerd is. Hun werk in de Tuat is het voortslepen van Ra over de wegen van deze stad en ze staan op nadat ze hem naar deze zaal hebben gesleept en ze zeiden tegen hem, "O gij God, komt gij naar uw verborgen beeld, O onze God en van alle graven van KHENTI-AMENTI, verenigd uzelf sterk met het en moge men smeken tot u om de duiternis te verlichten van hun die zich op hun gebied bevinden. We smeken u om te komen en uzelf te verenigen, O Ra met hun die u voortslepen". |
4
(Links) Dienaren van de God Ra.
(Rechts) Eerste vorm van Tathenen. |
De acht Goden die de boot van Ra slepen (Afb. 2) zijn als volgt beschreven: "Dit zijn de Goden van de Tuat die alleen slepen, Ra in de plaats waar de Goden hun graftombes hebben (TEBAT-NETERU-SET) en hij wordt geprezen door diegenen die in deze stad zijn. De geheime beelden van Tathenen, van Horus(?) en van de Goden zijn bij hem".
2. Negen grote objecten enigszins in de vorm van de hiërofglief "shems", wat zoveel betekent als "volger" of "dienaar". In tegenstelling tot dit teken echter, is elk van de negen objecten voorzien van een groot mes en aan het gebogen einde van elk hangt een menselijk hoofd.
M. Maspero heeft ongetwijfeld gelijk door deze te beschrijven als de dienaren van de God.
|
5
(Links) Tweede vorm van Tathenen.
(Midden) Derde vorm van Tathenen.
(Rechts) Vierde vorm van Tathenen. |
De namen van de negen dienaren zijn: (afb. 3 en 4)
1. HETEP-TA.
2. AMEN.
3. SESHETA-BAIU (?).
4. SEKHEN-KHAIBIT.
5. NEB-ER-TCHER.
6. MENNU.
7. MATHENU.
8. METRUI.
9. PEREMU (?).
Van deze Goden wordt gezegd:
"Diegenen in deze afbeelding zijn diegenen die op het pad zijn waar langs deze God wordt gesleept
en zij hebben hun bekleding(?) voor hun, in de vorm waarin de God hemzelf het ook had. Dit huilt onze grote God uit tegen diegenen die hun leven in hem leven, in hun hoofden in hun vormen en deze God huilt om hun middels hun namen. Hun werk is het grijpen van de vijanden van Ra overal in deze stad, om ze vervolgens m.b.v. hun zwaarden een kopje kleiner te maken, nadat deze God hun gepasseerd is". |
6
De Cirkel Sesheta |
3. Een ram, met een zonneschijf tussen zijn hoorns en het symbool van linnen zwachtels voor hem. Hij is een beeld van Tathenen, van wie hij de eerste vorm is. (Afb. 4)
4. Een ram, met de kroon van het Zuiden tussen zijn hoorns
en het symbool van linnen zwachtels voor hem. Hij is een beeld van Tathenen, van wie hij de tweede vorm is. (Afb. 5)
5.
Een ram, met de kroon van het Noorden tussen zijn hoorns
en het symbool van linnen zwachtels voor hem. Hij is een beeld van Tathenen, van wie hij de derde vorm is. (Afb. 5)
6.
Een ram, met een zonneschijf en een paar pluimen tussen zijn hoorns en het symbool van linnen zwachtels voor hem. Hij is een beeld van Tathenen, van wie hij de vierde vorm is. (Afb. 5)
|
7
De Cirkel Tuat. |
De tekst m.b.t. dit luidt als volgt:
"Zij die zich in dit beeld in de Tuat bevinden, met hun bekleding van linnen voor hun in de vorm waarin de God het zelf had, zijn zij tegen wie hij roept nadat hij op de plaats is gekomen waar zij zijn.
En zij op hun beurt roepen tegen deze God met hun stemmen die vrolijk zijn edoch verborgen en deze God zingt een lied van vreugde met hun stemmen. Nadat deze grote God hun gepasseerd is en de duisternis der nacht hun bedekt heeft, ontvangen zij de diademen van Ra en de ziel van Tathenen verenigt zichzelf met de Aarde".
In het bovenste register zijn vijf Cirkels van de Tuat en een deur, die we als bolgt kunnen beschrijven:
1. Deze Cirkel, die wordt genoemd SESHETA (Afb. 6) betreedt men door een deur genaamd TES-NEB-TERER . . . . ., En daarin zitten: |
8
De Cirkel As-neteru. |
1. Het beeld van TEM, de witte kroon dragend.
2. Het beeld van KHEPERA.
3. Het beeld van Shu.
Elk van hun is gezeten op een weefinstrument, de tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument
op de wijze van Horus, de erfgenaam, de jeugdige. Deze God roept tegen hun zielen als hij deze stad der Goden, die zich op hun plek bevinden is binnengetreden en daar worden de stemmen gehoord van hun die zijn opgesloten in deze Cirkel, dat lijkt op het zoemen van bijen, wanneer hun zielen roepen om Ra. De naam van deze cirkel is SESHETA". (Afb. 6)
2. Deze Cirkel, genaamt TUAT, betreedt men via een deur met de naam TES-AHA-TATHENEN, in de Cirkel zitten:
1. Het beeld van Tefnoet.
2. Het beeld van Geb.
3. Het beeld van Nut.
|
9
De Cirkel Aakebi. |
Elk van hen is gezeten op een weefinstrument en de tekst daarover luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio ze zijn en men heeft het geluid gehoord van de stemmen van hun die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van de gezwachtelden wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is Tuat". (Afb. 7)
3. Deze Cirkel, genaamd AS-NETERU betreedt men via een deur met de naam TES-AKHEM-BAIU, in de Cirkel zitten:
1. Het beeld van Osiris.
2. Het beeld van Isis.
3. Het beeld van Horus, met havikskop.
|
10
De Cirkel Nebt-semu-nifu. |
Elk van hun zit net als voorheen. De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio ze zijn en men heeft het geluid gehoord van de stemmen van hun die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van mannen die klagen wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is AS-NETERU". (Afb. 8)
4. Deze Cirkel, genaamd AAKEBI betreedt men via een deur met de naam TES-SHETA-THEHEN-NETERU , in de Cirkel zitten:
1. Het beeld van KA-AMENTET.
2. Het beeld van BA-NETERU.
3. Het beeld van REM-NETERU. |
11
De deur Tes-khaibitu-tuatiu.
|
Elk van hun zit net als voorheen. De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio ze zijn en men heeft het geluid gehoord van de stemmen van hun die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van stieren en andere dieren wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is AAKEBI". (Afb. 9)
5. Deze Cirkel, genaamd NEBT-SEMU-NIFU betreedt men via een deur met de naam TENS-SMA-KEKIU , in de Cirkel zitten:
1. Het beeld van KHATRI.
2. Het beeld van AFFI.
3. Het beeld van ARI-ANB-FI.
Elk van hun zit net als voorheen. De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio ze zijn en men heeft het geluid gehoord van de stemmen van hun die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk die van mensen die d.m.v. terreur smeekbedes maken wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is NEBT-SEMU-NIFU". (Afb. 10) |
12
De Cirkel Hetepet-neb-s. |
6. Een geopende deur, genaamd TES-KHAIBITU-TUATIU, met er buiten een Godin. (Afb. 11)
In het onderste register zijn ook vijf Cirkels en een geopende deur, welke als volgt worden omschreven:
1. Deze Cirkel, genaamd HETEPET-NEB-S, betreedt men via een deur genaamd TET-SEM-ERMEN-TA, in de Cirkel zijn:
1. Een recht opstaande Godin, genaamd AMEM(?)
2. De slang MEHEN-TA.
3. Drie liggende pijlen, met daar bovenop "de pijlen van Ra".
4. Een "rain-headed" God, gezeten op een weefinstrument, zijn naam is, NEB-REKHIT.
|
13
De Cirkel Hetemet-khemiu. |
De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt, de erfgenaam, de pasgeboren God. Deze God roept naar hun zielen nadat hij is binnengekomen in deze stad der Goden, die zich op hun plek bevinden en als deze God hun roept in de twee "Arterti", dan wordt het geluid gehoord van zij die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van katers die krijsen en hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is, HETEPET-NEB-S". (Afb 12)
2. Deze Cirkel, genaamd HETEMET-KHEMIU , betreedt men via een deur genaamd TES-RA-KHEFTIU-F, in de Cirkel zijn:
1. Nut, bebaard en met mannenhoofd.
2. TA,
bebaard en met mannenhoofd.
3. SEBEQ-HRA, met krokodillekop.
|
14
De Cirkele Hap-semu-s. |
De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio van de twee `Aterti` ze zijn en dan wordt het geluid gehoord van zij die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van het verwarde gemompel van de levenden dat ze maken wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is, HETEMET-KHEMIU". (Afb. 13) |
15
De Cirkel Sehert-baiu-s. |
3. Deze Cirkel, genaamd HAP-SEMU-S, betreedt men via een deur genaamd TES-SEKHEM-ARU, in de Cirkel zijn vier gemummificeerde Goden, elk met een weefinstrument voor zich, hun namen zijn:
1. HEBSET.
2. SENKET.
3. TEBAT.
4. TEMTET.
De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio van de twee `Aterti` ze zijn en dan wordt het geluid gehoord van zij die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van zij die naar beneden gaan naar het slagveld van NU, wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is HAP-SEMU-S". (Afb. 14)
|
16
De Cirkel Aat-setekau. |
4. Deze Cirkel, genaamd SEHERT-BAIU-S, betreedt men via een deur genaamd TES-SEPT-NESUT, er in bevinden zich vier gemummificeerde Goden, elk met een weefinstrument voor zich, hun namen zijn:
1.
KEKU.
2. Menhi.
3. TCHER-KHU.
4. KHEBS-TA.
De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument, die zich stevig op hun plek bevinden, volgens het mysterie dat Horus heeft gemaakt. Deze God roept naar hun zielen, niet uitmakend in welke regio van de twee `Aterti` ze zijn en dan wordt het geluid gehoord van zij die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan dat van de kreet van de Goddelijke havik van Horus, wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is SEHERT-BAIU-S". (Afb. 15) |
17
De deur Tes-amem-mit-em-sheta-f. |
5. Deze Cirkel, genaamd AAT-SETEKAU, betreedt men via een deur genaamd TES-KHU, er in bevinden zich vier uraei (brilslangen) elk rustend op hun weefinstrument, hun namen zijn:
1. AARET-ANKH.
2. RERIT-ANKH.
3. NESERT-ANKHET.
4. SEPTAT-ANKH.
De tekst luidt als volgt:
"Zij in dit beeld, gezeten op hun weefinstrument en die zich stevig op hun plek bevinden. Deze God riep naar hen ongeacht de regio waar ze waren en zij schenen licht d.m.v. hun uitstraling, die uit de diepte van hun muilen komt, maar zij komen niet voort uit hun Cirkel. En het geluid wordt gehoord van zij die zijn opgesloten in deze Cirkel, een geluid gelijk aan van het gekwetter van een nest watervogels, wanneer hun zielen uithuilen bij Ra. De naam van deze Cirkel is AAT-SETEKAU". (Afb. 16)
6. Een deur, genaamd TES-AMEM-MIT-EM-SHETA-F, daarachter is een figuur van de God Nut, die lijkt over de "Kamer der vernietiging" te zijn. |
Hoe het verder gaat gedurende het negende uur van de nacht, lees hier verder===> |
Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.
Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter |
|
|
|