WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

De Egyptische Hemel en Hel.

Hoofdstuk 8
Vierde divisie van de Duat

1. Het koninkrijk van Seker (Sokar),
volgens het Amduat.


De Boot van AFU-RA is nu de domeinen van KHENTI-AMENTI, de oude God der doden van de stad Abydos gepasseerd en is binnengekomen in het koninkrijk van Seker, die waarschijnlijk de oudste is van alle Goden der doden in Egypte.
De domeinen van Seker waren gelegen in de woestijnen rondom Memphis en werden verondersteld om een groot gebied te omvatten en de kenmerken er van waren totaal verschillend van die van de regio's waarover KHENTI-AMENTI heerste nabij Abydos en van die van het koninkrijk van Osiris, de heer van Aboesir en Mendes in de Delta.
Het koninkrijk van Seker was gehuld in een dikke duisternis en i.p.v. dat het bestaat uit vruchtbare vlakten en velden doorsneden door rivieren van stromend water, bestond het uit kale, dorre zanderige woestijnen, waarin monsterachtige slangen met een angstaanjagend uiterlijk leefden, sommige met twee hoofden, sommige met drie hoofden en sommige met vleugels.

Deze regio bood zoveel moeilijkheden aan de passage van de Boot van AFU-RA, dat er speciale middelen moesten worden gevonden om hen te kunnen overwinnen en om het mogelijk te maken voor de God en zijn volgelingen om noordwaarts te gaan naar het 'Huis van Osiris'.
Aangezien er geen rivier in het land van Seker was, was een boot voor AFU-RA nutteloos en als de God niet in staat was om stoutmoedig door de Vierde Divisie te reizen en zichzelf toe te staan om gezien te worden door de bewoners er van, was het geregeld dat hij door een reeks van smalle gangen moest passeren, die voorzien waren van deuren.
De afbeeldingen die de passage van de God door deze Vierde Divisie of Uur illustreren, zijn ondergebracht in drie registers, maar de eigenlijke gangen waardoor hij reisde zijn schuin tegenover getekend.



De belangrijkste gang heet RE-STAU. Aan het einde van het eerste deel ervan bevindt zich de deur MATES-SMA-TA, aan het einde van het tweede deel is de deur MATES-MAU-AT en aan het eind van het derde deel is de deur MATES-EN-NEHEH. Een inscriptie in deze laatste verteld ons dat dit de weg is die het lichaam van Seker overgaat en dat zijn vorm niet gezien of waargenomen is.
Vandaar is het duidelijk dat de weg die AFU-RA nam door deze Divisie, verondersteld werd hoog boven de domeinen van Seker te lopen en dat hij deze God nooit heeft gezien.
De naam gegeven aan deze Divisie of "Cirkel", zoals genoemd in de samenvatting is ANKHET-KHEPERU en de naam van de Poort is AMENT-SETHAU. De Godin van het Uur is genaamd URT-EM-SEKHEMU-S.


We kunnen nu de middelen beschouwen die AFU-RA gebruikte om dit Uur te passeren.
Kijkend naar het middelste register dan zien we dat de God zijn gewone boot heeft afgedankt en dat hij en zijn bemanning staan in een boot gevormd door een tweekoppige slang. Een slang was de beste manier van vervoer voor de God, aangezien deze makkelijk kon glijden langs de zanderige bodem van de rotsachtige gang.
Uit de "mond van de boot", die wordt getrokken door vier Goden, worden stralen van licht gezonden. Dit licht is niet sterk genoeg om AFU-RA in staat te stellen om de wezens aan beide kanten van hem te zien, maar in de wetenschap dat ze er zijn, roept hij naar hen en zij horen hem.
De verborgen Goden die aan de voorkant van de boot marcheren zijn klein in aantal en de namen van velen van hen zijn onbekend, sommigen van hen zijn verbonden met Osiris en ze zijn allen onder de controle van ANPU of Anubis en voeren een handeling uit die de boot voorwaarts helpt.
Onder hen bevinden zich ook Thoth en Horus, boven diegene wiens uitgestrekte handen het Oog heeft welke hier wordt geïdentificeerd met SEKRI.



Als AFU-RA doorreist zijn er aan zijn rechterkant drie slangen, een scorpioen, een uraeus slang, een driekoppige slang met vleugels en menselijke benen, een paar van de Goden van het Uur, een slang met twee koppen en halzen voortkomend uit één lichaam en een staart die eindigt in een andere kop.
Aan zijn linkerkant bevinden zich nog meer Goden en Godinnen, de slangen HETCH-NAU, AMEN en HEKENT en de vreselijke driekoppige slang MENMENUT, wiens gezicht de kamer waarin KHEPERA dagelijks is geboren verlicht. Op de rug van de laatstgenoemde slang zijn 14 koppen, die zoals M. Maspero heeft laten zien, die de Goden van de eerste 14 dagen van de maand hekelen en ze worden gedragen door de slang om het Oog te vullen welke gebracht wordt door Thoth en Horus door RE-STAU.
De wezens rechts en links van AFU-RA zijn oude Goden van het koninkrijk van Seker en elk van hen bewaakt een deur of een gang er in, die leidt naar de verborgen kamer van Seker zelf.


Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

 

Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 

 
Rechts