WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

De Egyptische Hemel en Hel.

Hoofdstuk 13 (deel 3)
Elfde divisie van de Duat

2. Het koninkrijk van TEMU-KHEPERA-RA,
volgens het boek der Poorten.


De Poort die leidt naar de elfde Divisie of Uur is genaamd SHETAT-BESU en de naam van de monsterslang die deze bewaakt is, AM-NETU-F. Gemummificeerde vromen bewaken de galerij tussen de muren van de buitenwerken, maar de plaats van het gezelschap van Goden die meestal buiten staan is bezet door een tweetal scepters of standaarden, één er van stelt SAR, d.w.z. Osiris voor en de ander Horus.
De God AFU-RA gaat deze Divisie binnen in de vorm waarin hij tot nu toe is verschenen en hij wordt gesleept door vier Goden van deze Divisie, we zien echter dat Apep niet in zijn geheel is verwijderd van het pad van de God.
De slang ligt hier in de boeien en een gezelschap van knechten van AFU-RA, die in deze Divisie leven, staan gereed om hem aan te vallen met de messen die ze in hun handen vasthouden, hun scepters duiden hun positie als leiders aan in de Divisie.
Daarna volgen een viertal apen, elk een grote hand vasthoudend en deze staan volgens de tekst, twee aan de rechterkant en twee aan de linkerkant van de verblijfplaats van de God. Zij ondersteunen de schijf van de God en zingen lofliederen voor zijn ziel als die naar hen kijkt.
Voor hun bevinden zich de Godinnen Amentet en HERIT en de God SEBEKHTI, die de controle heeft over de ingang van het voorportaal van de wereld van licht.

Aan de rechterkant van het pad van de Boot van AFU-RA bevinden zich Goden en Godinnen van het Zuiden en het Noorden, die het hoofd van Ra kronen als hij aan de hemel verschijnt. Goden die namen geven aan Ra en al zijn vormen. Goden en Godinnen die treuren als Ra AMENT verlaat en die Set hebben verdreven. En Goden met gebogen hoofden die lofliederen zingen voor Ra en de wacht houden voor de Verborgen Deur.
De zielen van deze Goden volgen achter Ra en begeleiden hem op zijn weg, maar hun lichamen blijven altijd daar waar we ze zien. Hun hoeder is de God genaamd MATI, die het hoofd heeft van een kat of leeuw.

Aan de linkerkant van het pad van de Boot van AFU-RA bevindt zich een gezelschap van zijn dienaren, die verschillende belangrijke taken voor hem uitvoeren. Vier van hen dragen schijven en geven het commando aan de Poort van AKERT, zodat het de God wordt toegestaan om te passeren en zichzelf in de hemel kan plaatsen.
De vermelding van AKERT in de tekst die hier naar verwijst is interessant, want het laat zien dat de elfde Divisie van het Boek der Poorten een deel van het koninkrijk van de Zonnegod van Heliopolis voorstelt.
Vier andere Goden dragen sterren en als AFU-RA deze Divisie verlaat en wordt ontvangen in de armen van Nun, de Hemelgod, schreeuwen zij lofzangen.
Voor hen zijn 12 Goden met scepters, vier met menselijke hoofden, vier met ramskoppen en vier met havikskoppen. De eerste vier zijn de Heren van de Regio en stichten de domeinen van Ra in de hemel. De volgende vier verstrekken offergaven van brood en water voor de God en het derde viertal plaatsen het heiligdom van Ra in de Matet-Sektet Boot en plaatsen het in de peddels waarmee het langs de hemel wordt gepeddeld.

De acht Sterrengodinnen die zitten op een uraei, behoren tot de verblijfplaats van de grote God, vier komend uit het Oosten en vier uit het Westen, zij roepen de Geesten van het Oosten en doen met hen mee bij het zingen van hymnen voor de God en bij het loven van hem nadat hij is verschenen in de hemel.
Aan het hoofd van het gehele gezelschap staat een God met het hoofd van een krokodil.
Het koninkrijk van TEMU-KHEPERA-RA verschilt van andere Duats uit het feit dat volgens het Boek der Poorten er geen aparte plaatsen zijn speciaal voor de bestraffing van de vijanden van Osiris en Ra en voor de verdoemden.
De afbeeldingen die het illustreren, voorzien ons van voorstellingen van de vijanden van de Zonnegod en van de wezens die hen overwinnen en zijn triomfantelijke voortgang veiligstellen.
Aangekomen aan het einde van de elfde Divisie, komt de Boot aan het einde van de vierde Duat, AFU-RA heeft zijn transformatie als KHEPERA bewerktstelligd en is nu gereed om als Ra te verschijnen in de hemel van deze wereld. Hoe dit gaat zullen we zien in de volgende Divisie.


Amduat Boek der Poorten Index Vorig hoofdstuk Volgend hoofdstuk

 

Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 

 
Rechts