WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Boek der Doden
Bezwering 149


Bezwering 1491
P     Bezwering voor het kennen van de heuvels van het huis van Osiris in het Veld der Biezen.

a

P 1   Eerste heuvel; groen.
  2   N zegt:
S     Wat betreft deze heuvel van het Westen, waarin men leeft van "shens-loaves" (een soort brood) en kannen met bier, neem jullie hoofddoeken af bij onze ontmoeting als ware het de gelijkenis met de grootste onder jullie. Moge hij mijn botten weer aan elkaar laten groeien, moge hij mijn ledematen stevig maken.
Moge de Sistrum-speler, Heer van de Harten, naar mij toe worden gebrachrt opdat hij mijn botten kan vormen en de Wereret-kroon van Atoem kan scheppen.
Maak mijn hoofd stevig voor mij, O Verlener van Krachten; completeer mijn ruggegraat en maak hem stevig, dat u moge regeren onder de goden, O Min de Bouwer.

b

P 1   De tweede heuvel; groen. De god die zich daarin bevindt is Re-Horakhte.
  2   N zegt:
S 1   Ik ben iemand, rijk qua bezittingen in het Veld der Biezen.
Wat betreft dit Veld der Biezen, zijn omheining is van ijzer, de hoogte van zijn gerst is 5 el
(lengte van onderarm, 45-56 cm), z'n korenaar meet 2 el en z'n steel 3 el. Zijn emerkoren meet 7 el, zijn korenaar 3 el en z'n steel 4 el.
Het zijn wezens, elk 9 el lang, die het oogsten in het bijzijn van Re-Horakhte.
  2   Ik ken de poort in het midden van het Veld der Biezen van waaruit Re voortgaat naar het oosten van de hemel, waarvan het zuiden het Meer van de Watervogels is en het noorden het Water van de Ganzen is, de plaats waar Re navigeert m.b.v. de wind of d.m.v. roeien.
Ik ben de voerman van in Gods schip, ik roei en ik wordt nooit moe in de Bark van Re.
Ik ken die twee turkooise bomen waartussen Re voortgaat en welke zijn opgegroeid door de Ondersteuningen van Shu bij die doorgang van de Heer van het Oosten van waaruit Re voortgaat.
  3   Ik ken dat Veld der Biezen wat aan Re toebehoort; de hoogte van het gerst is 5 el, zijn korenaar is is 2 el en zijn steel is 3 el lang. Z'n emerkoren is 7 el, z'n korenaar is 3 el en z'n steel is 4 el lang.
Het zijn wezens, 9 el lang die het oogsten in het bijzijn van de Zielen van het Oosten.

c

P 1   De derde heuvel; groen. De Heuvel van de Zielen.
  2   N zegt:
S     Wat betreft de Heuvel van de Zielen waarover neimand reist, deze bevat zielen en z'n vlam is geschikt om te branden.
Wat betreft de Heuvel van de Zielen, wiens gezichten somber zijn, reinigt uw heuvels tot zijnde wat het was, zoals bevolen aan jullie om te doen voor mij door Osiris, Heer der Eeuwigheid, want ik ben een Grote.
De Rode Kroon die zich tussen de horen van de Zonneschijn-god bevindt zorgt ervoor dat de gehele wereld leeft met de vlam uit zijn mond en Re is gered van
Apep.

d

P 1   De vierde heuvel; groen. De zeer hoge bij elkaar horende bergen.
  2   N zegt:
S 1   Wat betreft de Leider van de mysterieuze heuvel, wat betreft de zeer hoge berg die zich in het rijk der doden bevindt, waarop de hemel rust, deze is 300 roeden lang (1 roede = 5.029 m) en 150 roeden breed; een slang bevindt zich er op, genaamd 'Messenwerper'(Caster of knives) en die is 70 ellen wanneer die glijdt; het leeft d.m.v. het onthoofden van de zielen van de doden in het rijk der doden.
  2   Ik verzet me tegen u (de slang), zodat de navigatie op de juiste kan worden uitgevoerd; Ik heb de weg naar u toe gezien en ik zal mezelf bijeenroepen tegen u, want ik ben de Man.
Bedek uw hoofd, want ik ben gezond, gezond, ik ben iemand die machtig is door magie en mijn ogen hebben er voor gezorgd daarvan te profiteren.
Wie is deze ziel die voortbeweegt op zijn buik en wiens staart zich op deze berg bevindt? Zie, ik heb me verzet tegen u en uw staart bevindt zich in mijn hand. Ik ben iemand die kracht tentoonspreidt; ik ben gekomen opdat ik moge zorgen voor de aarde-slangen van Re zodat hij tevreden met mij is in de avond.
Ik loop rond in de hemel, terwijl u zich in ketenen bevindt; dat is wat verordoneerd is voor u op aarde.

e

P 1   De vijfde heuvel; groen.
  2   N zegt:
S 1   Wat betreft deze heuvel van de Zielen, waaraan mensen niet voorbijgaan, de zielen die zich daarin bevinden meten 7 ellen vanaf hun billen en zijn leven op de schaduwen van de lethargische wezens.
Wat betreft de Heuvel van de Zielen, open uw wegen voor mij totdat ik u gepasseerd ben wanneer ik reis naar het prachtige westen; dat is wat verordoneerd door Osiris, een ziel en meester der zielen zodat ik kan leven middels mijn magische macht.
  2   Ik ben iemand die exact elk maandelijks en half-maandelijks feest viert; het Oog van Horus dat door mijn hand wordt vastgehouden reist rond voor mij in het gevolg van Thoth.
Wat betreft om het even welke god of dode die zijn lippen zal aflikken voor mij deze dag, hij zal in de diepten vallen.
Boek der Doden - Bezwering 149
Boek der Doden - Bezwering 149
Boek der Doden - Bezwering 149

Bezwering 149, BM 10477-28, -29 en -30

Rechts en onder details:

Deze drie details tonen de 14 (graf)heuvels van het Veld der Biezen, geillustreed en benoemd.
11 van hen zijn aangeduid als "groen", de overgeblevene als "geel".
De zesde hieronder bevat een aalachtige vis, de negende een krokodil, snuffellend aan een kruikvormig gebied, de tiende bevat een cobra boven een man die zwaait met messen en de elfde bevat een demon met een mes en met de kop van een jakhals, binnenin een trapvormig gebied.

f

P 1   De zesde heuvel; groen.
  2   N zegt:
S     Wat betreft deze diepe grot, heilig voor de goden, geheim voor zielen en ontoegankelijk voor de doden, de god die zich er in bevindt is genaamd 'Feller of the adjufish'.
Heil aan u, gij diepe grot! Ik ben gekomen om de goden te zien die zich in u bevinden. Open uw gezichtsveld, neem uw hoofddoeken af tijdens onze ontmoeting als de gelijke van de grootste onder u. Ik ben gekomen om voor jullie platte koeken te bereiden en de 'Feller of the adjufish' zal geen macht over mij hebben, de slachters zullen me niet achtervolgen, de tegenstanders zullen met niet achtervolgen en ik zal leven van de offerandes die bij jullie zijn.

g

P 1   De zevende heuvel; groen. De Berg van de Rerek-slang.
  2   N zegt:
S 1   Wat betreft deze stad van Ises, welke zich ver uit het zich bevindt, zijn adem is vuur en de slang die er in is wordt genoemd 'Rerek'. Het is over zijn rug 7 ellen lang en het leeft van zielen, voorzien zijnde van hun macht.
  2   Ga terug, Rerek van Ises, bijtend met uw mond en starend met uw ogen! Mogen uw botten breken, moge uw gif krachteloos zijn, want u zult niet tegen mij opkomen, uw gif zal niet in mij komen. Val! Ga liggen! Moge uw hete vuur in de grond zijn, moge uw lippen blijven in het hol! De stier valt de slang aan en de slang valt de stier aan, maar ik ben beschermd, want uw hoofd is afgehakt door Mafdet.

h

P 1   De achtste heuvel; groen. De hoogte Hahotep.
  2   N zegt:
S 1   Wat betreft Hahotep, groot en machtig, met golven over het water waarin niemand macht heeft, want zo groot is de verschrikking van het niveau van zijn gebulder, de god er in is genaamd 'High One of Hahotep'; het is hij die het bewaakt zodat niemand er dichtbij kan komen.
Ik ben die reiger die over dit plateau is wat niet stil is, ik breng de opbrengst van het land naar Atoem op het moment van het verrijken van de bemanningen van de goden.
  2   De angst voor mij is overgebracht op hen die de leiding hebben over de heiligdommen en het ontzag voor mij is ingeprent op de bezitters van offeranden. Ik zal niet worden afgevoerd naar het huis van de Vernietiger, wat zij voor mij wensen, want ik ben de gids van de noordelijke horizon.

i

P 1   De negende heuvel; geel. Ikesy-stad en het Oog dat vangt.
  2   N zegt:
S    

Wat betreft Ikesy, welke verborgen is voor de goden, waarvan de zielen bang zijn om de naam te leren, waar van niemand naar binnen of buiten gaat behalve die verheven god die zich in zijn Ei bevindt, die de angst voor hem plaatst in de goden en de vrees voor hem in de zielen: het opent met vuur en zijn adem is vernietigend voor neuzen en monden.
Hij heeft het gemaakt tegen hen die na hem volgen in de veronderstelling dat zij niet de lucht mogen ademen behalve die verheven god in zijn Ei.
Hij heeft het gedaan tegen hen die zich er in bevinden omdat niemand er dichtbij mag komen, behalve op de dag van het grote feest.
Heil aan u, gij verheven god die zich in zijn Ei bevindt! Ik ben naar u gekomen om in uw gevolg te zijn zodat ik naar binnen en buiten kan gaan in Ikesy., dat zijn deuren voor mij geopend zijn, dat ik de lucht er in kan ademen en dat ik macht moge hebben d.m.v. zijn offeranden.

k

P 1   De tiende heuvel, die zich op het plateau bevindt; geel.
  2   N zegt:
S     Wat betreft deze stad van Qahu die bezit heeft genomen van de zielen en die macht heeft over de schimmen dir eten wat vers is en corruptie opslokken middels interpretatie van wat hun ogen zien en die over het land waken, die zich in hun heuvels bevinden: Ga op jullie buiken liggen totdat ik jullie gepasseerd ben; niemand zal mijn ziel pakken, niemand zal macht hebben over mijn schaduw, want ik ben een goddelijke valk en wierook zal voor mij branden, offers zullen aan mij worden gepresenteerd, met Isis voor mij en nephthys achter mij; de weg van de nau-slang, de stier van de hemel, de verlener van krachten, zal vrijgemaakt worden voor mij.
Ik ben naar jullie gekomen, gij goden; redt mij engeef me mijn krachten voor eeuwig.

l

P 1   De elfde heuvel; groen.
  2   N zegt:
S     Wat betreft die stad die zich in het rijk der doden bevindt, waarvan het lichaam geheim is, die macht heeft over zielen van wie niemand naar buiten gaat of naar binnen gaat i.v.m. de vrees dat onthuld wordt wat zich er in bevindt: De goden bij hem (zijn god) zien het als een wonder, de doden bij hem zien het uit vrees voor hem, behalve voor die goden die bij hem zijn in zijn mysterie aangaande de zielen.
O Idu-stad laat me passeren, want ik ben groot door magie, met het mes verkregen van Seth en mijn benen zijn eeuwig de mijne. Ik ben verschenen in glorie en ben sterk middels dat Oog van Horus dat mijn hart opbeurde nadat ik lam was.
Ene machtig in de hemel en machtig op aarde, ik ben omhoog gevlogen als een valk, ik heb gekakeld als een gans, het is mij toegestaan om neer te strijken op het plateau van het meer zodat ik er op kan staan en zitten.
Ik ben verschenen als een god, ik heb gegeten van Zijn voorraden van het Veld der Offergaven, ik ben neder gegaan naar de Oever van Riet, ik heb de deuren geopend van Maat, ik de deuren opengegooid van het firmament, ik heb een ladder opgezte naar de hemel tussen de goden, want ik ben één van hen. Ik heb gesproken als een gans totdat de goden mijn stem hoorden en ik heb repetitie gedaan voor Sothis.

m

P 1   De twaalfde heuvel; groen. Isdjedet in het Westen.
  2   N zegt:
S     Wat betreft die Heuvel van Wenet die zich voor Rosetau bevindt, z'n adem is vuur en de goden kunnen er niet dichtbij komen en de zielen kunnen zich er niet mee verenigen; er bevinden zich daar 4 cobra's, wiens namen zijn 'Vernietiging' (Destruction). O Heuvel van Wenet, ik ben de grootste der zielen die zich in u bevinden, ik bevind mij tussen de Onvergankelijke Sterren die zich in u bevinden en ik zal niet vergaan, noch zal mijn naam vergaan. 'O Redder van een god!' zeggen de goden die zich in de Heuvel van Wenet bevinden. Als jullie meer van mij houden dan van jullie goden, dan zal ik voor eeuwig bij jullie zijn.

n

P 1   De dertiende heuvel; groen. Hij die zijn mond opent, een water bekken.
  2   N zegt:
S 1   Wat betreft die Heuvel der Zielen over wie niemand macht heeft, zijn water is vuur, zijn golven zijn vuur, zijn adem is efficiënt om te branden, met de bedoeling dat niemand van het water mag drinken om z'n dorst te lessen, dat zijnde wat in hen is, want hun vrees is zo groot en zo verheven is z'n grootsheid.
Goden en zielen zien z'n water al van verre, maar zij kunnen hun dorst niet lessen en hun verlangens zijn onbevredigd. Met de intentie dat niemand hen mag benaderen, is de rivier gevuld met papyrus lijkrnd op de vloeistof in de stroom die voortkomt uit Osiris. Moge ik macht hebben over het water in de vloed net zoals die god die zich bevindt in de Heuvel van Water. Het is hij die het bewaakt tegen vrees van de goden die het water willen drinken wanneer het is verwijderd van de zielen.
  2   Heil aan u, gij god in de Heuvel van Water! Ik ben naar u gekomen, dat u mij macht moge schenken over het water en dat ik moge drinken van de vloed, net zoals u deed voor die Grote God van wie de Nijl kwam, voor wie kruiden zijn ontstaan, voor wie groen spul is gaan groeien toen hetzelfde was gegeven aan de goden tijdens zijn voortkoming, wees content. Moge u er voor zorgen dat de Nijl naar mij komt, moge ik macht hebben over groen spul, want ik ben uw zoon voor eeuwig.

o

P 1   De veertiende heuvel; geel. De Heuvel van Kheraha.
  2   N zegt:
S     Wat betreft die Heuvel van Kheraha die de Nijl in de richting van Busiris leidt, die er voor zorgt dat de Nijl komt beladen met gerst, die het leidt naar de mond van de eter, die goden-offers geeft aan de goden en wierook-offers aan de zielen: De slang die er aan toebehoort bevindt zich in de diepe grotten van Elephantine bij de oorsprong van de Nijl; het komt met het water en stopt bij dat plateau van Kheraha bij zijn assemblee die zich boven de vloed bevindt met de intentie dat het moge zien in z'n uur tijdens de stilte van de nacht.
O gij goden van Kheraha, assemblee dat zich boven de vloed bevindt, open uw waterbekkens voor mij, gooi uw waterwegen open voor mij, dat ik macht moge hebben over water, dat ik tevreden moge zijn met de vloed, dat ik graan moge eten en dat ik tevreden moge zijn met jullie voorraden. Zet me overeind, dat mijn hart vrolijk moge zijn, want u bent de god die zich in Kheraha bevindt. Uw offers zullen voor mij bereidt worden, ik zal worden voorzien van de stroom die voortkomt uit Osiris en ik zal deze nooit meer laten gaan.



1 Gebaseerd op Ce1 (18de dynastie) § P is uit Cg2 (21ste dynastie); einde van i 1 en begin van i 2, einde van n § S 1 en begin van n § S 2, allen uit Ce1 verontachtzaamd door haplografie, zijn geleverd door Ea3 (18de dynastie).
In de vignetten van Aa4 (18de dynastie), Ce1 en Ea3 zijn de genummerde heuvels in verschillende vormen afgebeeld boven hun successieve teksten. Nrs. 1 t/m 8 en 11 t/m 13 zijn "groen" volgens Ea, nrs. 5 t/m 8 zijn dat volgens Ce. De nrs. 9, 10 en 14 zijn volgens beiden "geel".
Beschrijvende toevoegingen zijn het volgende:
2. "De god daarin is Harakhte". Ea3 "De god daarin is Re-Harakhte".
3. "Heuvel der Gezegenden".
4. "De twee verheven bergen". ("The two very lofty mountains.")
6. "De Onderwereld" boven een afbeelding van een gestreepte zeebarbeel. Ea3 heeft alleen de zeebarbeel.
7. "Rerek, [Het kwade door bedekking]". ("Rerek, evil of vesture".)
8. "Bedekking van de verhevene (genoemd) Het offer komt er aan". ("Vesture of the exalted one (called) The Offering Comes Down.")
9. Een kruikvormig gebied wordt besnuffeld door een krokodil. "Observeerder van wat hij wenst te grijpen".
10. Nabij de cobra, die zich bij de ingang van het district bevindt, staat een man met in beide handen een mes.
11. Binnenin " Idw " staat een demon met jakhalskop, met in beide handen een mes. Echter in Aa4 is het hoofd anders, Ce1 heeft slechts 1 mes en Ea3 heeft geen naam.
12. De zakvormige heuvel bevat z'n naam, " IsDdt " (verkeerd gespeld in Aa4 en Ce1) in het westen.
13. Een god genaamd "Hij die zijn mond opend", staat in het midden kijkend naar gemengde waterlopen, wat is geschreven in de naam van de regio: "Heuvel van het water (district)" in Aa4, "Vertakking van het districts water" in Ce1, "District van de wateren" in Ea3. De gedaante van de god is vreemd genoeg dat van de godin Toeris, met krokodillestaart en geopende mond, lichaam van een nijlpaard, poten van een leeuw en een menselijke vooarm uitgestrekt over een scarabee.
14. Heuvelland, genaamd "Veld van Kheraha, de eerstgeborene" in Aa4, "Heuvel van Kheraha" in Ce1 en Ea3, is slechts 1 element in dit uitgebreide vignet. Andere kenmerken zijn een slang die een lus vormt, een krokodil, een man die een groot plengoffer vaas vasthoudt, een valk met zonneschijf, liggende leeuwen en een man die de rode kroon van Neder-Egypte plaatst op het hoofd van een gehurkt zittende godheid (in Ce1 vergezeld van de woorden "Moge u geven"). Ce1 en Ea3 tonen tevens een god met hondekop genaamd "Deurwaarder" (Summoner), in Aa vervangen door Anubis met jakhalskop, Aa4 herhaald de Toeris-achtige godheid uit 13.

Oude Egyptische aangehaalde documenten.
Symbool Datum en beschrijving: Zie:
1 Ce 18de dynastie  hiërogliefen  papyrus  van  Ywiw uit Thebe (TB 46), Cairo 51189.
E. Naville, The Funeral Papyrus van Iouiya (1908)
2 Cg

21ste dynastie hiëratisch  papyrus  van GAt~zSn uit Thebe, Caïro

ibib. II (1914)
3 Ea 18de dynastie hiërogliefen  papyrus  van Nu uit Thebe, BM 10477 Hunefer etc., British Museum, Catalogus van de Egyptische religieuze papyri
4 Aa 18de dynastie  hiërogliefen  papyrus  van Nebseny uit Memphis, BM 9900 (Pap. Burton) Bv. BM, foto's van het papyrus van Nebseny (1876), Edouard Naville.

 

Gebruikte afkortingen
Ptol Ptolemaeïsche periode.
Pers Perzische periode.
CT Coffintexts, sarcofaagteksten.
BM British Museum
OIP LXXXII The Egyptian Book of the Dead documents in the Oriental Institute Museum at the University of Chicago, edited by Thomas George Allen. 1960.

 

Terug naar de Inhoudsopgave Terug naar Bezwering 148 Naar Bezwering 150

 

 
Rechts