WELKOM IN VREDE
De goden en godinnen van het oude Egypte

Links

Aantal bezoekers:

Beginpagina algemeen Beginpagina Goden
Beginpagina Farao's

Contactformulier

Voor de vertalingen van de diverse boeken klik hieronder.

Boek der Doden
De Piramide Teksten
Het Boek Amduat

Het Boek der Poorten
Egyptische hemel en hel

 

 
Het derde uur uit uit het "Amduat"

amduat

De boot van AF,
de dode Zonnegod in het derde uur.


Hoofdstuk 3

De derde afdeling van de Duat (Tuat), genaamd

NET-NEB-UA-KHEPER-AUT

.
In de scene die het derde gebied van de Duat illustreert, welke door de Zonnegod wordt doorkruist gedurende het derde uur van de nacht, zien we de boot van de God zijn weg banen over de wateren van de rivier van de onderwereld.
De dode Zonnegod AF staat in een schrijn, in de vorm van een man met een ramskop, net als voorheen, maar de samenstelling van de bemanning is veranderd, die bestaat nu uit slechts vier mariniers (of soldaten?), van wie er twee voor en twee achter het altaar staan en de Godin van het uur en een van parels voorziene haviksachtige godheid, een van de vormen van Horus, die bezig is met het knopen van lussen van touw aan de langwerpige riemen, waarmee de roeispanen kunnen worden bediend.

De boot die kapseist.


De boot van AF volgt in een reeks van drie boten, die als volgt worden omschreven:
De voorste boot heet UAA-PENAT, d.w.z. "de boot die kapseist", deze boot bevat een drietal vormen van Horus met havikskoppen en wordt bestuurd door een tweetal mannelijke figuren, de één staat op de boeg en de ander op de achtersteven.
In het midden van de boot staat de Haviksgod BAK en de Haviksgodin BAKET en achter hun staand op een slang bevindt zich de derde vorm van Horus.
Tussen de voorste stuurman en BAKET is de slang TEKA-HRA, d.w.z. "vlammend gezicht" en de achterste stuurman dragt een naam van soortgelijke betekenis, NAB-HRA.

De boot van rust.


De tweede boot is genaamd UA-HERER, d.w.z. "de boot van rust". in het midden van de boot staat een `Osiris' God in de vorm van een mummie.
Elk uiteinde van de boot eindigt in de kop van een `cynocephalus', de boot wordt bestuurd door twee wezens, van wie er één wordt genoemd TESEM-HRA-F, d.w.z. "Hij wiens gezicht is als een mes" en de andere wordt genoemd KHEN-EN-URT-F, d.w.z. "De veerman die niet rust".
De God Osiris staat tussen twee Goden in, van wie er één wordt genoemd AU-MATU. De slang, staande op zijn staart, heet SET-EM-HRA-F.

De boot het filiaal.


De derde boot heet PA-KHET, "Het Filiaal", aan elk uiteinde bevindt zich de kop van een leeuw.
In het midden van de boot staat een vorm van Osiris, welke wordt genoemd SHEFSHEF en hij draagt op zijn hoofd een paar horens van een ram, zijn armen en het bovenste gedeelte van zijn lichaam zijn gezwachteld. Achter hem staat de gemummieficeerde vorm AM-TU en voor hem staat de God NEB-UAST.
Van de twee stuurlui wordt alleen de naam van de tweede gegeven, KHEN of KHENNU. De naam van de op zijn staart staande slang is, SET-EM-MAAT-F.

De vier vormen van Osiris.

De processie van boten ontmoeten de vier vormen van Osiris, die rechtop staan met het bovenste gedeelte van hun lichaam ingezwachteld.
Hun namen zijn:
1. NEB-NET, 2. MENI, 3. ARA-TCHERU, 4. MAA-TCHERU.

De tekst geschreven boven de boten luidt aals volgt:
"Deze Grote God reist over NET-NEB-UA-KHEPER-AUT, (d.w.z. "Het water van de Heer Één, de schepper van voedsel"). Hij die in deze afbeelding is, transporteert de boten welke zich in de Aarde bevinden en hij roeit Osiris naar deze stad. Deze Grote God rust een periode in deze stad en hij zend zijn stem richting Osiris en naar hun die in zijn gevolg zijn en vervolgens begeleiden deze verborgen boten hem in dit Veld.
Deze Grote God roeit door dit Veld richting het Uur TENT-BAIU en deze boten reizen door naar het district THETTU na het doorkruisen van deze stad. Wie deze dingen kent, zal de volgende twee dingen hebben tesamen met Ra namelijk onderkomen en zijn brood".

Derde uur, bovenste register,
de Goden 1 t/m 6

In het bovenste register zijn de volgende:

1. Een aap met een hondenkop, gezeten op een zandmassa, hij wordt genoemd:
HER-SHA-F, "Hij die op zijn zand is".

2. Een aap met een hondenkop genaamd TCHEB-NETER of TEBI-NETER, gezeten in een koffer met een gebogen dak.
3 en 4. Twee Goden met jakhalskoppen genaamd ANPU en NEHEM-KHERU of NEHA-KHERU.
5 en 6. Een man en een vrouw, die elk een pupil van het oog van Horus of Ra in hun hand houden, de man wordt genoemd ANTH, d.w.z. "Hij die brengt", de vrouw heet ANTET, d.w.z. "Zij die brengt".

Derde uur, bovenste register,
de Goden 7 t/m 11


7. De ram SMA-KHEFTIU-F.
8. Een mummie-vorm, met uitstekende handen, genaaamd PET-AHAT.
9. ANUBIS VAN THEBE, in de vorm van een jakhals, liggend op een tempelingang.
10. Een knielende man, die in zijn linkerhand een pupil vaan het oog van Ra houdt, hij is genaamd: AN-MAAT-RA-SEHETEP-NETERU, d.w.z. "De brenger van het Oog van Ra, die de Goden tot tevredenheid stemt".
11. Het papyrus-scepter UR-HEKAU, d.w.z. "De Grote van machtige woorden", bedekt door een stuk vlees.

Derde uur, bovenste register,
de Goden 12 t/m 19


12 t/m 15. Vier Goden wiens namen zijn,
SAU-AB, THEMA, HUN-SAHU en THET-EM-KERH.

16 t/m 19. Vier mummie vormen.
De eerste heeft een paar horens op zijn hoofd,
de tweede een paar gebogen pluimen(?),
de derde een gevleugelde uraeus en
het hoofd van de vierde is zonder een versiersel.
Hun namen blijken te zijn:
PEBA-F, KA-ARU, AUAI en TEBA.



Derde uur, bovenste register,
de Goden 20 t/m 26

20 t/m 23. Vier Godinnen wier namen zijn:
HAIT, AKEBTIT, MATHI en REMIT, zij zijn zoals hun namen betuigen, professionele weeklagers.
24. De God HERU-KHETI, gevolgd door `de Hennu-standaard', d.w.z. de havik van Seker op een standaard.
25 en 26. De Goden MEH-MAAT en NETER-NEFERU.

De tekst die verwijst naar het bovenstaande luidt:
Degenen aanwezig in dit beeld van de Duat hebben het vlees van hun eigen lichamen en hun zielen spreken over hun en hun schaduwen zijn verenigd in hun en nadat deze Grote God hun heeft aangesproken, spreken zij tot hem en zij spreken woorden van lof tot hem en zij huilen nadat hij hun gepasseerd is.
Hun werk in Amentat is het nemen van wraak op de `SEBA vijand' van Ra, om NU tot stand te laten komen en om HAP (d.w.z. de Nijl) te laten stromen en toen hij door hun Aarde heendrong, stuurden ze hem hun stemgeluid en nemen wraak op de `SEBA demon'. Wie van deze dingen afweet zal wanneer hij deze wezens passeert niet worden weggejaagd door hun gebrul en hij zal nooit in hun grotten vallen.

Derde uur, onderste register,
de Goden 1 t/m 6

In het onderste register bevinden zich:

1. De God Chnoem, met de kop van een ram.
2. Een bebaarde mannelijke figuur met zijn handen in aanbidding opgeheven, genaamd NERTA.
3 t/m 6. Vier vormen van Osiris, gemummificeerd, bebaard en de Witte Kroon dragend en gezeten op staatsiezetels.
Hun namen zijn:
ASAR-NEB-AMENTET oftewel "Osiris heer van Amentet", ASAR-KHENT-AMENTET oftewel "Osiris aan het hoofd van Amentet", ASAR-ASTI oftewel "Osiris van de twee zetels" en ASAR-THET-HEH oftewel "Osiris, veroveraar van miljoenen jaren".

Derde uur, onderste register,
de Goden 7 t/m 13



7 t/m 11. Vijf wezens met de kop van een gans, elk een mes vasthoudend in hun rechterhand, de vier namen die bekend zijn, zijn: NEHA-HRA, AKEBSEN, ATEMTI en TUATUI.

12 en 13. Een mannelijk figuur, genaamd SEPAASHAT, met in beide handen een mes vasthoudend. Hij staat tussen twee vrouwen, waarvan de naam van de linker vrouw is, MESKH-SET. (voor de rechter vrouw, zie hieronder)

Derde uur, onderste register,
de Goden 14 t/m 19

14. De naam van de rechter vrouw (op de afbeelding nu links) is TEPT-BES-S.

15. Een bebaarde mannelijk figuur, genaamd AMENTI.

16 t/m 19. Vier vormen van Osiris, gemummificeerd, bebaard en de Rode Kroon dragend en gezeten op staatsiezetels.
Hun namen zijn:
ASAR-KA-AMENTET, ASAR-HER-KHENTU-F, ASAR-BATTI en ASAR-KHERP-NETERU.

Derde uur, onderste register,
de Goden 20 t/m 26


20 en 21. Twee Godinnen, genaamd SEH en AHAU, met hun hoofden naar achteren gekeerd, die op een inhalige manier de scepter met beide handen vast grijpen.

22. De Godin BA-KHATI, die in elke hand één van de ogen van Horus of van Ra vasthoudt.

23. De God KHETRA, een scepter en een `ankh' (symbool voor het eeuwige leven) vasthoudt.

24 t/m 26. Drie Goden, met gebogen rug, die met hun handen de Aarde beroeren.

De tekst m.b.t. het bovenstaande luidt als volgt:

"Zij die op deze afbeelding staan en zij die in het huis van TET zijn, loof deze Grote God en wanneer deze Grote God zijn woorden heeft gesproken naar hen, komen ze tot leven, want wanneer hij om hun had geroepen en zijn woorden naar hun had gezonden, dan hebben zij hun water en zij ontvangen het hun toekomende (letterlijk: hoofden) in aanvulling op zijn mondelinge voordracht.
De werkzaamheden die zij moeten doen is het uithakken van en het in stukken kappen van zielen en het zetten van beperkingen bij de schaduwen alsmede het vernietigen van zulke ten dode opgeschreven wezens alsog zijzelf in de plaats der vernietiging waren, welke een grote vlammenzee is.
Ze sturen vlammen uit en veroorzaken branden die openspringen en de vijanden zijn als die, die hun messen boven of op hun hoofd hebben. Zij jammeren en klagen wanneer deze Grote God hun is gepasseerd.
De naam van de bewaker van dit Veld is KHETRA. Een ieder die dit weet, zal in de toestand van de geest komen, die macht heeft over zijn benen".

Voor het vierde uur van de nacht, lees hier verder ==>

 

Disclaimer: Aangezien deze vertaling is gemaakt van een vertaling daterend uit 1905 van dhr. E. A. Wallis Budge, welke in het oud-Engels is geschreven, kan ik niet garanderen dat alles 100 procent juist is vertaald en tevens niet garanderen dat hij alles goed heeft vertaald. U zult dan ook af en toe een begrip in het Engels aantreffen waarvoor ik geen zinnige vertaling kon bedenken. Navraag bij een Dr. in de egyptologie levert de bevestiging op dat de transcripties van Wallis Budge niet geheel correct zijn en dus fouten bevatten.

Met vriendelijke groeten,
André de Ruiter

 

 
Rechts